Welk antwoord op racisme?
Na de recente brandstichting van een toekomstig asielcentrum in Bilzen, zat de schrik er in België goed in. Niet alleen de brand zelf, ook de reacties van toeschouwers kwamen hard aan. Een man vertelt terwijl hij het gebeuren filmt 'Let it burn man, vieze vuile bruine kippen, laat gewoon het hele nest afbranden.' Op sociale media regende het bemerkingen als 'Verdomme, konden ze niet wachten tot ze erin zaten?' en 'Waar is dat feestje? Love it.'
Racisme is al jaren een heet hangijzer in België. Sinds rechts en extreemrechts in mei van dit jaar goede resultaten boekten leeft het thema meer dan ooit. Het lijkt meer voor te komen op sociale media, maar tegelijk zijn we er waakzamer en gevoeliger voor. Hierdoor neemt de polarisatie toe.
Het is absoluut belangrijk dat we reageren op racistische woorden en daden. En dat gebeurt gelukkig ook. Maar de reacties die we voorbij zien komen hebben een eenzijdige teneur. De critici viseren de groep ‘racisten’ (als waren ze een homogene bende) en zetten hen weg als dom, onwetend, bang en ronduit sadistisch. Dat sust de angst: het is duidelijk wie de boemannen zijn. Maar als het zo duidelijk was, dan hadden we het toch al lang kunnen aanpakken?
In de realiteit klopt het niet dat we mensen kunnen identificeren als slecht of goed. Er is goed en slecht gedrag, maar er zijn geen psychologische profielen van de good guys en the bad guys. Die opsplitsing is voor sprookjes, maar houdt geen steek in de realiteit. Volgens de theorie van Freud sukkelen we juist allemaal met gewelddadige driften, dat hoort bij onze psyche. Ieder individu heeft agressie tegen anderen in zich en ieder individu moet daarmee leren omgaan.
Elke maatschappij zoekt daarom manieren om die gewelddadige driften te helpen kanaliseren, wat de ene keer beter lukt dan de andere keer. Groepen kunnen daar speels mee omgaan via bijvoorbeeld voetbal, als een manier om rivaliteit te uiten zonder ongebreidelde agressie. Maar het kan ook rauwer, door bijvoorbeeld minderheidsgroepen te viseren en daarop agressie te uiten. Verbaal, of met de harde hand zoals het geval was in Bilzen.
Het betekent ook dat het kwade er altijd zal zijn en niet zomaar kan worden afgeschoven op een groep uilskuikens. Racisme zal er altijd zijn als mensen samenleven. Daarom zullen reacties die te veel uitgaan van de slechtheid van een ander ons niet vooruithelpen. Integendeel, ze polariseren door tegenstanders monddood te maken. Ze sluiten dialoog uit, want met wie dom is valt er toch niet te praten. We moeten racisme altijd veroordelen, maar ook andere antwoorden zoeken die verandering mogelijk maken.
Wat helpt ons dan wel vooruit? Ik geloof in een antwoord dat subtieler en tegelijk grondiger is: het concreet iets doen voor vluchtelingen. Een organisatie als het Burgerplatform voor Overnachtingen bijvoorbeeld, bestaat uit vrijwilligers die migranten een slaapplaats aanbieden in hun eigen huis. Opdat ze niet iedere nacht in een koud park moeten slapen. Hun verzet tekent zich niet af via verbale strijd, maar is een tegenpool van racisme door vluchtelingen als mensen te benaderen. Een knap staaltje van burgerlijke ongehoorzaamheid, omdat deze overnachtingen in een grijze juridische zone zitten. Kapiteins zoals Carola Rackete doen iets soortgelijk. Ze verzuchten niet dat het systeem naar de knoppen is, maar ze blijven vluchtelingen redden in de oceaan ook al riskeren ze een (gevangenis)straf.
Dit antwoord op racisme werkt performatief: verandering mogelijk maken door die verandering actief te doen. Door het als het ware aan den lijve te voelen. Dit maakt nieuwe realiteiten die voordien niet denkbaar waren. Als je hulp biedt aan mensen die anders vaak aan de kant worden gezet, toon je een ander soort verhouding. In die relaties zijn vluchtelingen in de eerste plaats een mens. Een mens die graag in een warm bed slaapt, een mens die een verhaal met zich meesleept, een mens die bang is omdat hij de taal van dit land niet begrijpt. Vluchtelingen zijn in deze interacties niet langer een economisch probleem, een politiek falen of een administratieve last. Dit maakt verandering mogelijk omdat het vluchtelingen een plaats geeft in het publieke debat als mens. Dat is een weerbarstig antwoord op racisme.
Vluchtelingen actief helpen en op een andere manier benaderen zal racisme niet uitroeien, dat is zoals betoogd immers onmogelijk. Maar een initiatief als het Burgerplatform maakt wel kleine en geborgen ruimtes te midden van een polariserende clash tussen ‘racisten’ en lefties. Het is een verzet dat vluchtelingen vermenselijkt zonder tegenstanders te ontmenselijken.
Dit item is geschreven door Evi van schrijverscollectief Kaf.