Viva la revolución
Rokers, het is een uitstervend ras en ik behoor er toe.
In den beginne van mijn rokersdagen, alweer een dikke zes jaar geleden, mocht en kon je nog overal ongestoord een sigaretje opsteken, zonder dat er gelijk een hele berg anti-rookfacisten tevoorschijn sprong om je even haarfijn uit te leggen dat het heel hinderlijk is voor je omgeving en hun en daarbij ook jezelf gruwelijke ziektes toebrengt.
Neeh, dan vandaag de dag. We worden overal verbannen naar een klein achterafhokje om daar onze nicotinebehoefte te bevredigen. Daar sta je dan, met een stuk of acht rokers bij elkaar, gezellig je sigaretje te roken en te praten over van alles en nog wat. Is je sigaretje op, ga je weer terug naar je werkplek. Om vervolgens direct zo'n linksdraaiende biogardehufter te horen gillen over de afdeling dat er iemand heel erg slecht bezig is en de gehele afdeling ziektes bezorgt door in dat kleine hokje te gaan staan en zo de ziektekiemen in zijn kleding meeneemt. Hoezo hypocriet. Eerst worden we in zo'n hokje gestopt, om vervolgens te klagen dat we stinken naar de rook omdat we met zoveel in zo'n klein hokje staan.
Maar het ergste van alles vind ik nog wel de uitvinding die ze bij ons op het werk hebben gedaan. Een klein gedeelte van de bedrijfskantine is afgezet met glasplaten. En in dat die kleine gevangenis aldaar, mogen wij rokers plaatsnemen, alsof we een gevaar zijn voor onze medemens. Het ergste van dit verhaal is nog, dat alle niet rokende collega's aan "hun" kant van het glas staan te kijken, hoe wij staan te roken.
Echt, alsof het een focking dierentuin is waar één of ander met uitsterven bedreigde diersoort staat. Alsof al die schijnheilige anti-rokers vroeger niet gerookt hebben, wat zeg ik, de grootste antirookfacisten zijn de ex-rokers, alsof wij, de rokers, de belichaming zijn van het pure kwaad. We deugen van geen kant, zijn een bedreiging voor onze medemens, verspreiden ziektes alsof het snoepjes zijn en deugen nergens voor. Behalve om al het ongenoegen van het stukgelopen huwelijk van deze ex roker. Dat dit komt door de chagerijnigheid van het stoppen met roken van de betreffende persoon, is een bijzaak, maar een kleinigheid hou je altijd.
Ik heb me voorgenomen om per 1 juli alle anti-rookfacisten systematisch uit te roken op het terras. Ik stel me tactisch op, met een gunstige wind in de rug en ga een hele grote havanna roken, met van die grote blauwe walmen over het terras heen. En dan bij voorbaat over het tafeltje van die facisten. Moet jij eens kijken hoe snel ze naar binnen oprotten, want dat is hun veilige haven geworden. Ik prinsheerlijk in het zonnetje, met mijn rokertje, helemaal gelukkig, samen met mijn mede rokers. En de anti-rokers, allemaal op elkaar gedreven, binnen, in de hitte, scheldend op de overheid en hun eigen stommiteit over hun zware lobby acties. En de winter? simpel, dan is het allang weer teruggedraaid, want de horeca gaat gillen, doen ze nu al. En mochten ze niet gaan gillen, richt ik een reservaat op voor de rokers aller landen. Maar das weer een heel ander verhaal.