Zweten in Zweden (4)
"Jij bent gek," zegt Vrouwlief.
"Dank je," is mijn antwoord. "Eindelijk erkenning."
"Ben je vijf dagen in Stockholm geweest, heb je vijf dagen lang die reisgids 12.354 keer van voor naar achter en van achter naar voor gelezen, ga je naar huis en tijdens de vlucht terug lees je hem nóg een keer!"
Ik kijk haar aan, maar antwoord niet. Naast haar hoofd is het raampje. Achter het raampje is het donker. Gelukkig maar. Ik wil het niet zien. Er lopen druppeltjes over mijn voorhoofd. Het toestel maakt vaart. We gaan opstijgen. Snel kijk ik weer in de reisgids. Waar ben ik gebleven? Hier, bij de uitgebreide beschrijving van het eiland Djurgården.
Gisteren was het zaterdag. We namen onze gastvrouw au3 mee voor een dagje uit. Als een soort bedankje dat we vijf nachten in haar tijdelijke appartement mochten slapen. Met de 'tunnelbanan' en de bus reden we naar het groenste eiland van de stad. Vlak voor de brug Djurgårdsbron stapten we uit. Eigenlijk is alles in deze stad te voet te doen. De conditie van Vrouwlief was echter nog niet dusdanig hersteld, dat ze ver kon lopen. Gelukkig is het openbaar vervoer hier bijzonder goed georganiseerd. De brug bood een schitterend uitzicht over het vele water dat de stad rijk is.
Het Nordiska Museet is gevestigd in een kerkachtig gebouw. Het is indrukwekkend, maar we moesten een keus maken. We kozen voor het Vasamuseet. (Alles in Zweden is vernoemd naar knåckebröt.)
Het museum vertelt het verhaal van het schip Vasa, dat in 1628 tijdens de allereerste reis al na 1300 meter kapseisde en zonk, vlakbij het centrum van Stockholm. Op dat moment waren er 150 manschappen aan boord, waarvan er zeker 50 verdronken. Na 333 jaar werd het schip geborgen en we bewonderden het nu in volle glorie. Daarnaast beleefden we de verhalen over het leven op zee, over de mensen aan boord en over de berging. Het is niet voor niets het best bezochte museum van Scandinavië. We konden er de hele dag in zijn. Gelukkig waren de dagen in deze tijd van het jaar erg kort. In het restaurant van het museum dronken we koffie en aten we Zweedse koek (Swedish cook).
(Djurgårdsbron & Strandvågen, Stockholm - 27 november 2010 - foto: bazbo)
Toen we buiten kwamen, schemerde het alweer. Snel stapten we in de tram naar het centrum van de stad. De tram reed één halte verder en bleef toen staan. "No power," haalde de machinist zijn schouders op. Nu bleek Djurgården een zeer toeristisch eiland, want de tram zat propvol. Iedereen stond op en stapte uit. Vervolgens sjouwde de hele meute (möte) de brug Djurgårdsbron over en stapte daar op een stadsbus (stådsbös). Wij ook. Vervolgens namen we de 'tunnelbanan' naar Slussen en daar bezochten we de pub 'Oliver Twist'. Hoog tijd voor een bier. Echt bier, welteverstaan. In de supermarkten verkochten ze hier alleen maar rommel van maximaal 3,33% alcohol. Voor het echte spul (spöl) moest je naar de staatswinkels, maar die waren allang dicht. Je zult het altijd zien.
"Wat nemen we?" vroeg au3.
"Iets plaatselijks, lijkt me," leek me.
Het werd een Falcon. Of het iets plaatselijks was, weet ik eigenlijk niet. Wat ik wel weet, is dat het heel vies was. Terwijl het meeste Zweedse bier toch best te zuipen bleek.
"Mijn telefoon gaat," zei Vrouwlief tussen twee teugen door. Ze klapte haar mobiel open. "Ik herken het nummer niet." Vlug gaf ze mij het apparaatje.
"Ik ook niet," schudde ik mijn hoofd. "Het begint met 0046… wat is dat?"
"Het landennummer van Zweden," zei au3. Zij kon het weten, want zij woonde hier tenslotte een maand of vijf.
Ik drukte op het groene knopje. "Hello?"
"Hello, this is Skavsta Airport, Sweden. Is this mister Langereis?"
Ik schrok. Ik was het. "Yes, that's me."
"Sir, we found your ID-card."
"Wow, that's fantastic!" riep ik uit.
"When will you fly back to The Netherlands?"
"Tomorrow."
"Well, if you arrive at the airport, you can go to the Service Desk and get your ID-card there."
"Thank you!"
"Good day, mister Langereis."
Er werd opgehangen.
"Wat was dat?" vroeg Vrouwlief. Door het rumoer in het café had ze het gesprek niet kunnen volgen.
"Het vliegveld. Mijn ID-kaart is gevonden. Morgen kan ik hem afhalen."
"Wat netjes. Mooi dat je hem weer terug hebt."
"Maar ik heb toch ook al een noodpaspoort laten maken. Kostte vierenveertig pleuro (plöro)."
"Ach joh, we zijn op vakantie."
"We nemen er nog eentje op."
Dat deden we. Erna verlieten we in opperbeste stemming de pub (pöb). Het was nog geen vijf uur en allang stikdonker. Op naar Hökarängen.
Een uurtje later deed Sven de deur van zijn appartement open. Hij verwelkomde ons hartelijk en trakteerde op hete glögg met gemberkoek. Zijn partner, onze vriendin Annemarieke verscheen ook. Ze hadden een uitgebreide maaltijd voor ons bereid. Zweedse 'husmanskost' kregen we, zo had Sven ons een paar dagen eerder gewaarschuwd.
De tafel stond vol met verschillende soorten 'pickled herring', waarvan die in mosterd-dille-mayonaise wel het lekkerste was, gevuld ei met snotolfkuit, gekookte aardappelen, ost, garnalen, het eeuwige knåckebröt, köttbular (gehaktballetjes) en een grote schotel die 'Johansson's Fretselsjen' heet. Johans Verleiding. Klonk goed. Het bleek geraspte aardappel en gebakken ui, samen met ansjovis en slagroom in een grote schaal uit de oven. Drie happen en ik had voldoende gegeten voor een dag of wat. Maar lieve help, wat was het allemaal lekker (låcker)! De fles aquavit raakte leeg voor we het wisten.
(In Sven & ke's appartement, Hökarängen, Stockholm - 27 november 2010 - foto: bazbo)
Nog altijd doet mijn maag raar. Ik voel me niet goed.
"Het is weer gaan sneeuwen," meldt Vrouwlief. Ze kijkt door het raampje. We gaan nu heel hard.
"Nou mooi," zeg ik zonder op te kijken uit mijn reisgids. "Blij toe. Hoe mooi het ook is. Maar na vijf dagen tot aan mijn knieën in de sneeuw baggeren, ben ik blij dat we weer naar ons droge vaderland gaan." Wat ik niet weet, is dat het vanaf morgen ook gaat sneeuwen bij ons in Nederland. En niet zo'n klein beetje ook.
Het vliegtuig helt achterover. We stijgen op. Het klamme zweet breekt me uit.
"Ach gut," zegt Vrouwlief. Ze legt haar hand op mijn knie. "Is het zo erg?"
Zweten in Zweden.
"Ik bedenk me net iets," zeg ik bibberend.
"Dat je écht vliegangst hebt? Dat weten we toch al?"
"Nee, het is iets anders."
"Wat dan?"
"Ik heb nu een dubbel paspoort! Moet ik nou ook het land uit?"
Apeldoorn, december 2010
(Dubbel paspoort - 28 november 2010 - foto: bazbo)
(Sneeuw in Zweden - onderweg van Stockholm naar Skavsta Airport - 28 november 2010 - camera: bazbo)
EINDE