Vrouwenpolonaise, Nederland doet niet mee

Over ruim tien jaar wordt onze parlementaire geschiedenis al bijna honderd jaar gekleurd door het algemeen kiesrecht. In 1917 was het algemeen kiesrecht een feit, mannen èn vrouwen mochten stemmen, ongeacht hun status of inkomen. Dit heeft echter nog nooit een vrouwelijke premier opgeleverd, want in Nederland is dat gewoon standaard een man. Ook in 2007 zullen de politieke partijen met premier-aspiraties geen vrouw leveren. De laatste kans hierop heeft Rita Verdonk (VVD) om zeep geholpen, al denkt ze daar zelf nog anders over.

Hoe is het toch mogelijk dat wij geen vrouwelijke eerste minister kunnen leveren terwijl we onszelf toch een geëmancipeerd volkje vinden? Dat laatste is natuurlijk niet helemaal terecht want de arbeidsparticipatie van vrouwen is in vergelijking met ons omringende landen beduidend lager. Veel goed opgeleide vrouwen klagen over glazen plafonds die hun ambities frustreren. Het aandeel van vrouwelijke hoogleraren en topmanagers is in Nederland opvallend laag. En ik ga ervan uit dat Nederlandse vrouwen niet dommer zijn dan hun Franse, Zweedse of Duitse seksegenoten. Zou er ook een glazen plafond zijn voor een vrouw om premier te worden? Of zou de koningin het gewoon tegenhouden uit angst voor concurrentie? Ik weet het niet. Alleen D66 en GroenLinks hebben een vrouwelijke leider. D66 moet maar afwachten of ze na 2007 nog bestaan en GroenLinks met Femke, hoe sympathiek dan ook, blijkt toch een te kleine groep kiezers achter zich te hebben. En de VVD? Ik denk toch dat Mark Rutte de race om het lijsttrekkerschap van Jelleke Veenendaal zal gaan winnen. Dus het wordt Bos, Balkenende of Rutte in 2007. De tijd om voor 2017 een vrouwelijke premier te krijgen wordt dan wel erg krap.

In ons omringende landen gaat het iets gemakkelijker. In de jaren tachtig had het conservatieve Engeland natuurlijk Margeret Thatcher. De Duitsers hebben vorig jaar hun Angie Angela Merkel) en Frankrijk heeft in Sogelene Royal een serieuze kandidaat voor de hoogste post. En de Scandinavische landen hebben al jaren lang een traditie met vrouwelijke premiers. Nederland doet niet mee.

Maar niet alleen in Europa, ook daarbuiten is een vrouwelijke premier of president niet ongebruikelijk. Golda Meïr leidde Israel in de eerste helft van de jaren zeventig. In India was Indira Ghandi veertig jaar geleden de politieke baas van haar land. En zij was niet eens familie van de beroemde Ghandi. Zijn kleindochter is momenteel in de weer voor het premierschap.
In Peru is onlangs een vrouwelijke premier gekozen namelijk Beatriz Merino Lucero en ook Chili heeft sinds kort een vrouwelijke president namelijk Michelle Bachelet. Zelfs in het door oorlog geteisterde Liberia kent in Ellen Jonson-Sirleaf een eerste gekozen vrouwelijk staatshoofd.
Dit zijn allemaal toch geen voorbeelden van uiterst geëmancipeerde landen, maar wel een vrouw op de hoogste post, ondanks het macho-image van bijvoorbeeld Peru, Chili en Liberia. Nederland kan zich er niet aan meten.

Maar ook landen met een in meer of mindere mate islamitische achtergrond hebben al vrouwen gekozen staatshoofden of premiers voortgebracht. Te denken valt daarbij aan de Filipijnen, na het dictatorschap van Markos (in de jaren tachtig en op dit moment. En zelfs het oerconservatieve islamitische Pakistan kreeg in de jaren tachtig een vrouwelijke premier namelijk Benazir Buttho. Maar ook het achterlijk versleten Turkije heeft de primeur van een vrouwelijke premier al bijna tien jaar achter zich gelaten.

Even googelen en de bovenstaande lijst kan gemakkelijk uitgebreid worden met meer dan zestig landen over de hele wereld, maar Nederland doet niet mee.
Ook het Vaticaan doet niet mee, maar moet de Paus in deze de maat der dingen zijn? Lijkt me niet.
Maar ik vraag me af wat de Nederlandse samenleving in zich heeft dat vrouwen tegenhoudt om daadwerkelijk premier te worden? Of wat hebben Nederlandse vrouwen niet dat veel vrouwen elders in de wereld wel hebben?

Ik weet het. Concurrentie van de Nederlandse man. Misschien zijn de Nederlandse mannen wel superieur en kost het geen enkele moeite om uit hun midden een goede premier te kiezen. Wie zal het zeggen.