’s Zondags gaat ze naar de kerk (slot)

Het is zondag. Zondag in Amsterdam, waar ik sinds augustus vorig jaar woon. Mijn vriend woont al zesentwintig jaar in dit leuke huisje in de Pijp en nu wonen wij er samen. Als ik wakker word, rek ik me eens heerlijk uit. Hoe laat zou het zijn? Een blik op de wekker leert met dat het kwart voor tien is. Mijn vriend ligt niet meer naast me. Ik glimlach. Hij is natuurlijk alweer druk bezig met een lekker ontbijtje. De kinderen zijn dit weekend bij hun vader en wij genieten dan van ons samenzijn door te starten met een uitgebreid ontbijt.

De rust is weergekeerd in mijn leven. Na een paar zeer onrustige jaren heb ik mijn bestemming bereikt. In 2007 ben ik na mijn scheiding verhuisd naar Rotterdam. Daar heb ik vijftien maanden gewoond, en in 2008 volgde de verhuizing naar Amsterdam. Ik vind het heerlijk, dat ik nu geen verhuizing meer hoef te regelen. Nu zijn we druk bezig met de voorbereidingen van ons huwelijk. Want dat willen we allebei graag: trouwen. Als bezegeling van ons geluk en om aan iedereen duidelijk te maken dat wij samen oud willen worden.

Mijn leven ziet er nu totaal anders uit. Vorig jaar had ik besloten om na acht jaar te stoppen met mijn werk op de basisschool. Ik wilde me niet meer aansluiten bij een gereformeerd vrijgemaakte kerk, en dat was de voorwaarde die mij gesteld werd. Daar heb ik het wel moeilijk mee gehad. Ik had me immers niet onttrokken aan de kerk, ik had alleen in de nieuwe gemeente mijn lidmaatschap nog niet ingeleverd omdat ik in een verwerkingsproces zat naar aanleiding van wat ik allemaal had meegemaakt in Berkel en Rodenrijs.
Maar ik werd onder druk gezet: binnen zes weken moest ik beslissen of ik me zou aansluiten bij de gereformeerde kerk in Rotterdam, en anders kon ik niet langer op deze school blijven werken. De gemakkelijkste weg was om gewoon mijn attestatie maar in te leveren, en dan hoefde ik nog niet persé een actief kerklid te zijn. Dan kon ik mijn baan houden. Maar dat vond ik hypocriet. Dan werd het een beetje: lid worden om van het gezeik af te zijn. En daar vind ik de kerk een beetje te heilig voor.

Dus besloot ik om me niet te laten dwingen tot een beslissing. Ik wil me sowieso nooit meer laten dwingen, tot wat voor beslissing dan ook. Ik ben naar de schoolleiding gestapt, en ik heb ze verteld dat ik geen lid meer wilde worden van de kerk, en dat ik een andere baan ging zoeken. Ik wilde de eer aan mezelf houden en na acht jaar met opgeheven hoofd de voordeur uitlopen. Op fatsoenlijke wijze afscheid nemen van de leerlingen en mijn collega’s.
Toen mijn dochter hoorde dat ik een andere baan wilde gaan zoeken, vroeg ze: “Waarom gaan we dan niet naar Amsterdam verhuizen?” Mijn vriend en ik hadden die plannen wel voor de toekomst, als de kinderen het huis uit waren, want ze hadden al zoveel meegemaakt. Hen weghalen uit hun vertrouwde omgeving vonden we veel te rigoureus. Maar inmiddels woonden er twee van de drie kinderen bij hun vader en mijn dochter vond het een prima idee om naar Amsterdam te gaan.

Het leek wel alsof de directie opgelucht was toen ik mijn vertrek aankondigde. Dat scheelde hen natuurlijk een hoop kopzorgen. Ik beloofde om het schooljaar af te zullen maken en die maanden gebruikte ik ook om mijn leven in Rotterdam af te ronden en af te sluiten.
Ouders werden ook op de hoogte gesteld van mijn vertrek en al snel kwam er een brief van Ed Buitendijk, de broeder die mijn twaalfjarige dochter had uitgehoord en vervolgens de schoolleiding op de hoogte had gesteld van mijn losbandige leven. Hij bood zijn excuses aan voor de brief die hij eerder had geschreven en stelde, dat hij dit niet zo had mogen doen. Het was misschien toch handiger geweest, als hij éérst met mij was komen praten. Fijn. Hij probeerde alleen maar om zijn straatje schoon te vegen. Ik heb dan ook niet op die brief gereageerd.

Het afscheid van school viel me makkelijker dan ik had gedacht. Ik kwam al een jaar om het weekend, als de kinderen bij hun vader waren, bij mijn vriend in Amsterdam, en het was hartverwarmend, hoe zijn vrienden mij gastvrij onthaalden. Binnen een zeer korte tijd had ik er heel veel nieuwe vrienden bij nadat ik door zoveel oude vrienden in de steek was gelaten.
In mijn hart woonde ik al in Amsterdam, vandaar dat het afscheid van de school me niet zwaar viel. Dezelfde dag nog stond ik verhuisdozen in te pakken en was ik alleen maar gefocust op mijn vertrek naar Amsterdam.
Een drukke zomer brak aan. Tussen de verhuisdozen door was ik ook druk aan het solliciteren en ik vond een leuke baan op een kinderdagverblijf, tien minuutjes lopen bij mijn nieuwe huisje vandaan.

Nu zijn we bijna een jaar verder. Ik heb het hier erg naar mijn zin. Lieve mensen in mijn omgeving. Een leuke baan, waar ik al binnen een maand promotie maakte. De kinderen zijn aan de veranderingen gewend, de jongens komen hier om het weekend met veel plezier. Mijn dochter zit op een goede school in Amsterdam en heeft al veel vriendinnen.
Eindelijk, eindelijk ben ik tot rust gekomen. Ben ik thuisgekomen.

En de kerk?
Ik kan daar nog niks op zeggen. Voorlopig vind ik de zondagen prima zo. Gezellig ontbijten, ’s middags naar een leuk koor waar ik deel van uitmaak, af en toe bij vrienden op bezoek, en als de kinderen er zijn doen we met hen leuke dingen. Naar de Kalverstraat, of lekker met een drankje op een terrasje. Dat zijn fijne zondagen.

En mijn geloof?
Daar is niks aan veranderd. Ik geloof nog steeds in God. Er wordt hier aan tafel dagelijks gebeden. En ik geloof ook, dat God nog steeds naar mij omziet en naar mij luistert. Wat ik de mensen die mij om mijn keuzes in de steek gelaten hebben wil zeggen is: Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt… 

Ik voel me bevrijd. Bevrijd van de interpretatie van mensen van wat er in de bijbel staat. En daar heb ik een blij geloof aan overgehouden in plaats van een angstig geloof.
Door mijn keuzes ben ik nu de gelukkigste vrouw op de wereld. Want op 8 mei ga ik trouwen met de liefde van mijn leven. Zoals we op de trouwkaart hebben gezet: De liefde overwint alles!
Ook een bijbeltekst trouwens.

Het is zondag. En deze dag, en alle volgende dagen van mijn leven liggen stralend en veelbelovend op me te wachten.

EINDE