Ik weet hoe laat het is...
column door GauloisesB
Het was een mooie dag gisteren. WAS. Ik heb het even heerlijk rustig aan gedaan, achterover zittend op de bank speuren naar interessant nieuws voor de FP. Het enige stresspuntje was de file waar ik gistermiddag in belandde. Maar dat heeft ook zo zijn voordelen. Eigenlijk vind ik een file namelijk een hoog entertainmentgehalte hebben. Wat is er leuker dan fileflirten? Juist, heel veel. Maar fileflirten, da's ook leuk. En als je helemaal niks te doen hebt wissel je om de twee minuten van rijstrook. Maar verder was het een rustig dagje vandaag. Niks aan de hand, rustige dag, kat in ‘t bakkie. Zou je denken.
Op mijn dooie gemak bereed ik, in mijn lichtblauwe vriend, al radio luisterend de rijksweg A30. Mijn altijd luisterende zwarte vriend zat netjes in z’n stoel. Niks aan het handje.
Zou je denken. Want het gevaar ligt op de loer. Op een gegeven moment zie ik in mijn ooghoek mijn zwarte vriend om aandacht vragen, hij geeft licht. Zou je denken. Want dat bleek niet zo te zijn. Maar toch, voor de zekerste zekerheid besloot ik hem even de benen te laten strekken en dichtbij me te halen, zodat ik uiteindelijk helder en duidelijk kan zien dat het aanstellerij is van mijn zwarte vriend. Ik wil hem terugzetten in zijn stoel. Op dat moment zie ik een volksvriend op de rijbaan naast me. We kijken elkaar aan. Het was meteen duidelijk. Twee blikken, één gedachte. En ik vind die gedachte niet heel aangenaam. Dit zou namelijk de tweede keer in één week worden dat ik een bijdrage lever aan het kerstpakket van overheidsmedewerkers.
Ik weet het zeker, deze rood-blauwe rakker vraagt in tegenstelling tot mijn zwarte vriend geen valse aandacht. Ik hoor vanuit zijn auto de kassa rinkelen. De vriend haalt me in, gaat voor me rijden en begint te seinen met twee verschillende woordjes. POLITIE en VOLGEN. Zo braaf als ik ben volg ik hem. Zou je denken. Terwijl de volksvriend voor mij de afrit richting een benzinestation neemt schiet er snel een ondeugend ideetje door me heen. Een soort plan B. Zal ik het doen? Zal ik aan de ellende kunnen ontsnappen? Maar nee, hierin ben ik weer te burgerlijk. De volksvriend is namelijk net een kamper, hij doet één oproepje en hij heeft 200 vrienden om zich heen staan.
Ik rijd dus verder, werp een blik op mijn zwarte vriend, die ik niet eens terug heb kunnen zetten in zijn stoeltje. Hij ligt vertederd op de bijrijdersstoel. De volksvriend parkeert zijn auto. Ik parkeer mijn auto voor de zijne, dat leek me wel verstandig. Mocht ik namelijk nog over willen springen op plan B, dan blokkeert de vriend me namelijk niet. Ha. Ik vond mezelf eventjes best slim. Eventjes. Ik draai mijn raampje open (eigenlijk drukte ik maar één knopje in, maar dit staat iets leuker) en de volksvriend komt naar het raampje gelopen. “Je weet waarschijnlijk wel hoe laat het is?”, klinkt het bijdehand uit zijn mond, die overigens bezaaid is met tanden. Er zit totaal geen systeem in. Maar dat terzijde. “Jazeker meneer”, zeg ik “het is vijf voor acht, en waarschijnlijk ook tijd om de beurs te trekken...”
En dat was het inderdaad. De volksvriend vraagt om de nodige papieren, waarvan ik de helft natuurlijk weer niet bij me heb. Hij vraagt om een ogenblik, loopt terug naar zijn auto. Op die auto staan trouwens hele lelijke rode en blauwe strepen. Dat-ie van een feestje houdt kan ik begrijpen, maar dat de overheidsdisco al om 19:55 uur begint vind ik uiterst vreemd en vroeg. Maar dat even tussendoor.
Na vijf minuten komt meneer terug, wil nog even zijn status van macht achterlaten door te zeggen dat ie me matst omdat ie twee andere boetes achterwege laat, geeft me een gele kleurplaat en scheurt er weer vandoor.
Ik verkeer enigszins in shock, in plaats van de gehoopte 130 euro mag ik 150 euro deponeren in de staatskas. En daarmee komt de teller, inclusief een boete eerder deze week omdat ik te lui was een kaartje te kopen bij het parkeren, op 200 euro.
Nou, tellen en rekenen kan de volksvriend wel. Want laten we eens even kijken naar dat lelijke, duivelse gele papiertje dat hij zojuist bij me achtergelaten heeft. Kijk nou, de rood-blauwe rakker doet niet mee aan de zomertijd. Hij schrijft immers 18:55 uur op de boete als ik zeg “het is vijf voor acht”. En verstand van auto’s heeft-ie ook nog, hij schrijft namelijk op dat ik in een Tojota rijd. Maar ik mag daar allemaal niet over klagen, dat werken onze rood-blauwe rakkers zelf in de hand. Je mag tegenwoordig namelijk al de moraalridder uithangen bij de rakkers als je het VMBO-diploma hebt behaald. Hoewel ik natuurlijk niet de aangewezen persoon ben te reppen over diploma’s met enkel een afgeronde basisschool...