Rupsje nooitgenoeg
In de rubriek Plat Haags nemen TheGrandWazoo, Driek Oplopers, Petertjeprik, Luc van Lier en harry64 het Nederlandse politieke landschap onder de loep. Vandaag werpt harry64 een iets ander licht op de visie van Groteherman.
Tsjonge Herman, wat een lang verhaal om tot de conclusie te komen dat in den beginne elkander bevredigen voldoende was om tot een evenwicht te komen. Wat de meeste niet zien zowel op persoonlijk, economisch en politiek vlak, is wanneer rupsje nooitgenoeg zichzelf langzaam maar zeker naar binnen vreet. Rupsje nooitgenoeg is ongedierte, een parasiet. Rupsje nooitgenoeg zal namelijk nooit uitgroeien tot een prachtige vlinder, het enige wat groeit is zijn omvang en zijn vraatzucht. Er zal dus nooit iets moois en nuttigs komen van dit beestje.
Rupsje nooitgenoeg vreet overal aan en overal van, kieskeurig is ie niet. Of hij nu aan de fundamentele peilers van je overtuiging of aan je zelfbeeld knaagt, zolang er maar te vreten valt. Je treft dit soort ongedierte veelal aan bij de rijkere bedeelde levensvormen omdat daar het meest te vreten valt.
Neem het bedrijfsleven bijvoorbeeld. Heel lang geleden was bedrijvigheid er op gericht om voedsel te vergaren en woonruimte te creëren. Deze twee waren belangrijk om te overleven en om nageslacht te produceren. Dat nageslacht was weer belangrijk voor de overleving als soort. Voor dieren is dat nog steeds zo. Alles is ondergeschikt aan het voldoen aan deze voorwaarden. Tegenwoordig is voor de diersoort mens alleen nog maar belangrijk om de bedrijven en bedrijvigheid te laten overleven. Of die bedrijvigheid functioneel is, is ondergeschikt geworden.
Zo krijg je dus situaties dat er functies ontstaan als directeur. Een directeur is vandaag de dag een soort eekhoorn die niet in staat is om zijn wintervoorraad eikeltjes op peil te houden. Normaliter zou zo een eekhoorn doodgaan van de honger. In de mensenwereld krijgt de falende eekhoorn echter eikeltjes van anderen mits hij belooft om deze keer beter op te letten waar hij ze wegstopt.
Maar goed, even terug naar de relationele sfeer. Wat jouw stukje mij globaal duidelijk maakte, Herman, is dat de huidige politiek nog het meest weg heeft van een commune die in scheiding ligt wegens individueel het grootste deel willen hebben. Over en weer wordt de ander zo veel mogelijk zwart gemaakt in de hoop dat men de voogdij krijgt over het kindje Nederland. De winnaar zal het kindje Nederland vervolgens ongestoord opvoeren aan zijn eigen rupsje nooitgenoeg in een onhaalbaar streven naar een zelfvoldaan gevoel.