FOK!motor: nog 2 Brough-verhalen (4)

Dit is het laatste deel van een vierdelig vervolgverhaal over de Brough Superior. Deel één lees je hierdeel twee hier en deel drie hier.

C.E. 'Titch' Allen (1915- 2010) was een grootheid in de Britse motorwereld. Hij richtte in 1946 de Vintage Motor Cycle Club op, de VMCC. Tijdens zijn leven bezat hij een groot aantal Britse motoren, en algauw was ook hij helemaal weg van de Brufsup. Natuurlijk kende hij de verhalen over “Old Bill”, de lievelingsmotor van GB. Hij had nooit het lef contact op te nemen met die beroemdheid.

Bij hem was in zijn jeugd de bescheidenheid er ingestampt, en zijn eigen latere roem bracht daar geen verandering in. In de jaren 60, toen GB al oud was, kreeg hij evenwel de beroemde motor in handen. Volledig gerestaureerd na 36 jaar stil te hebben gestaan. Hij trok eindelijk de stoute schoenen aan en via een wederzijdse vriend liet hij GB vragen of die zin had in een ritje op zijn oude bike.

Het antwoord kwam razendsnel. GB verscheen, sprong op de motor en knalde weg. Hij had ook na zo'n lange tijd helemaal geen moeite met de ingewikkelde mechanica. Hij kwam terug met een enorme grijns op zijn gezicht. In het bedankje dat hij naar Titch stuurde stond al de oude 'slang' die hij decennia eerder ook gebruikte als hij over motoren sprak of schreef.

BS gelijkend op 'Old Bill' met sportstuur en open uitlaten


En een verhaal van hier
De Motorbeurs, vorig jaar. Door omstandigheden ging ik een keer alleen naar de beurs. Gewoontegetrouw nam ik tegen lunchtijd een broodje Unox en een flesje ijsthee en streek ergens neer aan een tafel. Al gauw kwam er een man tegenover me zitten en we knoopten een gesprek aan. Waarover? Joh! Moet je dat nog vragen? Hij vertelde dat hij wat met oude motoren deed. Ik gaf als antwoord dat mijn motor ook al 23 jaar oud was, maar dat bleek toch anders oud dan zijn oud. O? Ja, hij was bezig om een Triumph van 1928 op te bouwen. Als hij weer wat geld had verdiend stak hij even over naar Engeland om wat onderdelen te zoeken. Kwam hij na een week terug met twee handen vol onderdeeltjes en 600 pond armer.

Hij had wat met Britse motoren, Harley hoefde hij niet. Totdat zijn ouwe buurman overleed en de buurvrouw hem smeekte de Liberator van buurman voor een zacht prijsje over te nemen. Nou ja, beter een goede buur dan een verre vriend, dus dat deed hij dan maar. In het jaar erna knipperde hij een paar keer op het verkeerde moment met zijn ogen en toen had hij er vier! Kortom,. Hij had nu een geheime werkplaats met 17 ouwe brikken in allerlei staten van onderhoud of gebrek eraan. Zelfs zijn vrouw wist niet waar dat was. Er zijn per slot ook oneerlijke lieden in ons wereldje.

Ik stelde hem de hamvraag. Had hij soms ook... Dat zou wel heel bijzonder zijn, gezien de astronomische prijzen die voor de motoren gelden. Hij had er twee, een SS80 en een SS100. Hij kende Mark Upham, was lid van de BS club. Ging naar clubtreffens, de hele rimram.

Ik sprak mijn verrassing uit, want het jaar ervoor hadden we op Bevrijdingsdag een optocht door het dorp gehad van Keep them Rolling, en daar had ik met iemand op een ouwe Liberator staan kletsen die ook twee... U raadt het al, het was dezelfde vent. Hij had ook al zitten denken dat hij die kop van mij eerder had gezien.

Mijn laatste plaatje

Kijk, nu heb ik nog maar 1 plaatje over. Het was nog een hele toer om te bepalen waar in het verhaal dit plaatje ging thuishoren. Aan de andere kant was weglaten ook geen opptie, want het zegt heel veel over de ontwikkeling van motoren in de afgelopen eeuw. Je ziet dat in nauwelijks 15 jaar de snelheid van de snelste produktiemotor opliep van 65 naar 160 kilometer per uur. Met de toenmalige mogelijkheden qua vermogen en materiaal was dat nauwelijks voorstelbaar. Maar niettemin: George Brough flikte het. Ook zie je dat het steeds meer vermogen kost om nog wat snelheid te winnen, en dat is heel sterk progesssief. Voor 160 kilometer per uur was 45 pk nodig, voor 260 is dat 135 pk of zo, maar dan wel met kuip. Voor 360 ga je algauw in de richting van 330 pk. Bij die snelheid kun je zonder kuip natuurlijk niet op een motor blijven zitten, maar als dat wel mogelijk was, zou je waarschijnlijk richting 500 pk moeten gaan. Het verhaal van snelheid en vermogen is dus uiterst progressief, maar dat wisten wij motormuizen allang.


Diagram snelste productiemotoren 1900-2010

Tot slot
Afgezien van het laatste verhaal heb ik alles van internet, ook alle plaatjes. Met die plaatjes is vaak wat aan de hand, want veel ervan mag je niet gebruiken zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming. Wilt u meer zien, dan is er dus nog een stuwmeer van verhalen, plaatjes en filmpjes. Gewoon bij GB, BS, Upham, Boxer Design, noem maar op. Wat ga ik nu doen? Dat weet ik nog niet. Misschien een verhaal over de Vincent? Of de Henderson? Of de Ariel? 

Alle afbeeldingen in dit vervolgverhaal hebben een Wikimedia Commons-licensie.