Rotterdam daagt eerste verdacht seksuele straatintimidatie

De eerste verdachte van seksuele straatintimidatie in Rotterdam moet zich binnenkort bij de rechtbank melden. Hoewel de identiteit van de verdachte en de details van het incident nog onbekend zijn, is dit het eerste resultaat van een pilot die op 1 juli van start ging. Sinds die datum is seksuele straatintimidatie strafbaar in Nederland, en kunnen zelfs bepaalde blikken al als strafbaar worden gezien. In Rotterdam, Arnhem en Utrecht wordt het nieuwe wetsartikel getest.

In Rotterdam wordt de wet gehandhaafd door dertien speciaal opgeleide boa's (buitengewoon opsporingsambtenaren). Tijdens handhavingsacties zijn vier boa's in burger actief, bijgestaan door twee uniformen en twee boa's op de fiets die snel kunnen ingrijpen indien nodig. De pilot, die een jaar duurt, moet uitwijzen of deze aanpak effectief is. Volgens wethouder Pascal Lansink-Bastemeijer is Rotterdam al jaren bezig met het strafbaar stellen van seksuele straatintimidatie, en ziet hij deze eerste zaak als een belangrijke stap. “We hebben één kans om het goed te doen,” aldus de wethouder.

Ondanks de vooruitgang, blijkt het in de praktijk lastig om overtreders daadwerkelijk te straffen. De wet spreekt van een "opdringerige seksuele benadering in het openbaar waarvan een intimiderend effect uitgaat". De grens tussen intimidatie en vrijheid van meningsuiting maakt het lastig om zulke acties objectief te beoordelen en te bestraffen. Na een handhavingsactie wordt een proces-verbaal opgesteld, dat eerst door het Openbaar Ministerie (OM) beoordeeld moet worden. Pas als het OM akkoord gaat, kan de zaak voor de rechter komen.

De eerste zaak is een veelbelovende doorbraak, maar de pilot moet nog uitwijzen of deze aanpak structureel zal werken om straatintimidatie effectief aan te pakken.