Protest tegen raciaal onrecht in VS
De zes zwarte leerlingen, ook aangeduid als de 'Jena 6', sloegen in december een blanke klasgenoot in elkaar. Maanden van raciale spanningen waren aan het gevecht voorafgegaan. Deze spanningen waren ontstaan doordat een zwarte leerling de onzichtbare kleurlijn op het schoolplein was overgestoken en onder de zogenaamde 'witte boom' was gaan zitten. De volgende ochtend hingen meerdere stroppen aan de boomtakken.
De blanke scholieren die de lussen hadden opgehangen, kregen geen straffen opgelegd. De zwarte tieners werd echter poging tot moord ten laste gelegd. De schooldirecteur weigerde de drie blanke scholieren die de stroppen hadden opgehangen van school te sturen. Hierop braken meerdere gevechten uit en enkele leerlingen stichtten brand in de school.
Hoewel de aanklacht poging tot moord later is komen te vervallen, kunnen de zwarte scholieren nog steeds zware straffen tegemoet zien. Demonstranten beschuldigden de openbare aanklager van racisme. ''Het is niet rechtvaardig'', aldus Tina Jones, de moeder van één van de 'Jena 6'. ''De zwarten krijgen met strenge wetten te maken, terwijl blanken een tik op de vingers krijgen.'' Ze hoopt dat justitie inziet dat ze 'iets verkeerd doen' en de studenten vrijlaat.
De openbare aanklager Reed Walkers benadrukt dat de zaak ''niet om ras draait en nooit om ras heeft gedraaid''.