Nederland stimuleert bestrijding antibioticaresistentie
Nederland stimuleert landen om de komende jaren intensiever samen te werken in het bestrijden van antibioticaresistentie. Nederland gaat daarbij nauw samenwerken met Indonesië. Daarnaast draagt de regering 5 miljoen dollar bij aan een nieuw fonds om wereldwijd antibioticaresistentie tegen te gaan. Dit zijn enkele uitkomsten van een internationale ministeriële conferentie over antibioticaresistentie die in Noordwijk wordt gehouden op 19 en 20 juni.
In Noordwijk zijn ruim 200 vertegenwoordigers uit circa 40 landen en vertegenwoordigers van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), Werelddierenwelzijnsorganisatie (OIE), Wereldvoedselorganisatie (FAO), EU, OESO en de Wereldbank bij elkaar om de bestrijding van antibioticaresistentie (AMR) wereldwijd meer prioriteit te geven. AMR is een mondiaal probleem en eist jaarlijks honderdduizenden slachtoffers. Door verkeerd en te veel gebruik van antibiotica kunnen ziekteverwekkende bacteriën sneller resistent worden, en kan een simpele infectie een dodelijke afloop krijgen.
Van papier naar praktijk
Vijf jaar geleden organiseerde Nederland de eerste ministeriële conferentie over dit onderwerp, en mede naar aanleiding daarvan hebben landen wereldwijd plannen ontwikkeld om AMR aan te pakken. De conferentie die nu plaatsvindt moet de deelnemende landen nog dichter bij elkaar brengen, en ervoor zorgen dat de plannen concreet in de praktijk gebracht gaan worden.
Minister Bruno Bruins (Medische Zorg en Sport): "Het tegengaan van antibioticaresistentie is in de basis een kwestie van het aanpassen van gedrag van mensen. En dan bedoel ik niet een keertje extra de handen wassen, maar minder vaak en snel antibiotica voorschrijven, en werkwijzen aanpassen zodat verspreiding minder kans heeft. Als we dat als Nederland alleen doen, dan heeft dat weinig zin. Want bacteriën reizen gewoon met je mee in het vakantievliegtuig. Daarom vind ik het belangrijk om het onderwerp AMR hoog op de internationale politieke agenda te houden. Er liggen mooie plannen, en nu komt het aan op de uitvoering. Nederland zit wereldwijd in de kopgroep en ik zou graag zien dat meer landen hier aansluiting bij vinden. Daarvoor is deze conferentie bedoeld. Ik ben ervan overtuigd dat we dit grote probleem gezamenlijk goed kunnen bestrijden. Daarom levert Nederland naast kennis ook een bijdrage aan de ontwikkeling van nieuwe antibiotica en stopt het geld in een internationaal fonds om andere landen te ondersteunen bij hun AMR-aanpak. En dan is het nu een kwestie van samen doorpakken."
Minister Carola Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit): "Bacteriën houden zich helaas niet aan grenzen. Door onze krachten uit de hele wereld te bundelen en kennis uit te wisselen helpen we elkaar in de strijd tegen AMR. Want ook op het gebied van antibioticumgebruik in de veehouderij zijn nog stappen te zetten. Deze conferentie is een mooie gelegenheid om naast met elkaar in gesprek te gaan, ook van elkaar te leren."
Nederland-Indonesië
Nederland gaat in ieder geval intensiever samenwerken met Indonesië, zo hebben de betrokken ministers afgesproken op de conferentie. Nederland heeft met effectieve infectiepreventieprogramma’s bijvoorbeeld kennis in huis over hoe onjuist antibioticagebruik teruggedrongen kan worden. Ook loopt Nederland voor in de samenwerking tussen de humane en veterinaire gezondheidssectoren. Met Indonesië in het bijzonder zal Nederland de komende jaren best practices en kennis uitwisselen.
Internationaal fonds
Om landen - vooral die met lage en middeninkomens - te ondersteunen bij het vormgeven van AMR-beleid, hebben de WHO, FAO en OIE tijdens de conferentie een Multi-Partner Trustfund gelanceerd. Middelen uit dit fonds kunnen worden ingezet voor bijvoorbeeld surveillancesystemen, programma’s voor goed gebruik van antibiotica en het ontwikkelen van gemeenschappelijke programma’s voor zowel de humane als veterinaire gezondheidssectoren. Nederland zal ongeveer 4,5 miljoen euro (5 miljoen dollar) beschikbaar stellen voor de opstart van dit fonds.
Nieuwe antibiotica
Om resistentie te voorkomen, is het belangrijk dat er nieuwe antibiotica op de markt komen. Voor farmaceuten is het verdienmodel hiervan vaak niet interessant - hoge ontwikkelingskosten, relatief lage opbrengsten -, waardoor zorgverleners aangewezen zijn op veelvuldig voorschrijven van ineffectieve antibioticavarianten. Nederland steekt daarom de komende vijf jaar in totaal 5 miljoen euro in de ontwikkeling van nieuwe antibiotica. Dit gebeurt onder de vlag van de Global Antibiotic Research and Development Partnership (GARDP), een internationaal samenwerkingsverband dat valt onder de WHO.
Veehouderij
Uit recent onderzoek van Wageningen University & Research blijkt dat het terugbrengen van antibiotica geen negatief effect heeft op de gemiddelde productie en de economische resultaten. Ook het internationale kostenconcurrentievermogen van Nederlandse vleeskuiken- en varkenshouderijen wordt niet belemmerd door de vermindering van antibioticagebruik. Tijdens de conferentie wordt er verder gesproken over de uitkomsten van het onderzoek en de mogelijkheden in het verminderen van antibioticagebruik.