Nederlander heeft weer vertrouwen
Dat constateert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in het tweejaarlijkse rapport De sociale staat van Nederland dat gisteren is verschenen. Het SCP schetst daarin een beeld van de sociale situatie in Nederland aan de hand van ondermeer onderwijs, woonsituatie, arbeid, vrijetijDsbesteding en inkomen. Ook wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van de publieke opinie en het polItieke klimaat.
Na de periode 2002-2004, waarin de economie haperde en het vertrouwen in de politiek en de veiligheid zwaar op de proef werd gesteld door onder andere de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh, ontspant Nederland zich weer, aldus het SCP. Het vertrouwen in de regering is toegenomen, blijkt uit het rapport. Was in 2004 nog maar een magere 48 procent van de Nederlanders tevreden met de regering, in 2006 is dat toegenomen tot 67 procent. In 1998 waren overigens nog vier van de vijf Nederlanders goed te spreken over de regering.
'Zeer gelukkig'
De meeste mensen (82 procent) zeggen ''gelukkig'' of ''zeer gelukkig'' te zijn. De burgers zijn wel minder meegaand geworden. Meer dan enkele jaren geleden vinden zij dat mensen - en dan vooral anderen - aangesproken moeten worden op hun verantwoordelijkheid. Er wordt minder getolereerd of gedoogd en de touwtjes moeten strakker worden aangetrokken. Dat laatste vindt de burger vooral een taak voor de overheid.
Daarnaast is er een behoorlijk grote - en zoals het er nu naar uitziet blijvende - minderheid van de bevolking die ontevreden en wantrouwend is ten opzichte van de overheid, moeite heeft met de verschraling van de verzorgingsstaat en met de verkleuring van Nederland. Deze groep vindt bovendien dat zijn stem niet wordt gehoord.
Vrijheid van meningsuiting
Tegen de verwachting in, zo stelt het rapport, is het aandeel mensen dat vindt dat er te veel buitenlanders in Nederland wonen gedaald van 51 procent in 2000 naar 41 procent in 2006. In vergelijking met andere Europese landen scoort Nederland vrij gemiddeld als het gaat om weerstand tegen allochtonen.
Steeds meer mensen vinden het belangrijk dat de vrijheid van meningsuiting wordt beschermd. Voorheen noemde circa 45 procent dit belangijk. Nu is het 55 procent.