'Huurverhoging stuwt doorstroming amper'

De geplande huurverhoging voor hogere inkomens in de socialehuursector heeft weinig invloed op de doorstroming op de woningmarkt. Dat stelt het economisch bureau van ING maandag.

In het Kunduz-akkoord is afgesproken de huren voor huishoudens met een inkomen tussen de 33 en 43 duizend jaarlijkse met één procent extra te verhogen. In het regeerakkoord van het inmiddels demissionaire kabinet-Rutte was al afgesproken de inkomensgroep boven de 43 duizend te confronteren met een huurverhoging van vijf procent.

De maatregelen moet scheefwonen, waarbij hoge inkomens in een goedkope socialehuurwoning wonen, tegengaan. Door hogere huren te vragen moeten die groepen sneller doorstromen naar de koopmarkt. De ING-economen zien dat echter niet gebeuren, omdat er te weinig goedkope woningen beschikbaar zijn voor deze groep.

Het aantal huishoudens dat in een corporatiewoning woont en meer dan 33 duizend euro verdient, bedraagt zeshonderdduizend. Het aantal koophuizen dat deze mensen kunnen betalen, met een prijs onder de tweehonderdduizend euro, stokt echter op 93 duizend. "Slechts een gedeelte van de scheefwoners zou dus maar (direct) kunnen doorstromen", schrijft ING.

De huurverhoging van vijf procent spekt wel de kas van de corporaties. De maatregel levert in 2018 560 miljoen euro op. De verhoging met een procent draagt ongeveer zestig miljoen euro bij. De door de Kunduz-coalitie geplande belasting voor verhuurders kan hiermee worden gedekt, becijferden de economen. Indirect zou hiermee de verhuurderbelasting worden betaald door de huurders.