Langer doorwerken is een feit
Langer doorwerken is een feit. Na eindeloos overleg zijn werkgevers, werknemers en het kabinet het eens geworden dat de pensioenleeftijd in 2020 naar 66 jaar verschuift, en waarschijnlijk in 2025 naar 67 jaar. De wijzigingen leveren volgens het Centraal Planbureau (CPB) ongeveer een besparing op van 4 miljard euro.
In Den Haag legden de partijen vrijdag de laatste hand aan het akkoord. Vanuit het kabinet was een grote delegatie aangeschoven waaronder premier Mark Rutte en minister Henk Kamp van Sociale Zaken. Rutte vond het uniek dat in Nederland een akkoord kan worden gesloten over 'honderden miljarden', dat misschien wel 'de grootste vernieuwing van het pensioenstelsel' is sinds de Tweede Wereldoorlog.
In het akkoord zijn afspraken gemaakt om oudere werknemers fit aan het werk te houden. Door de vergrijzing zijn er straks minder werkenden om de premies op te brengen voor veel meer gepensioneerden. Om de lasten eerlijker te verdelen, moeten mensen meer dan nu gestimuleerd worden om langer door te werken. Minister Kamp denkt zelfs aan een bonus voor werkgevers als zij oudere mensen in dienst nemen.
Het CPB gaat overigens in zijn berekeningen van het akkoord al een stapje verder door ervan uit te gaan dat de pensioenleeftijd in 2040 naar 68 jaar gaat. De Tweede Kamer wil dat het CPB de gevolgen van het pensioenakkoord nog exact doorrekent en ook duidelijk maakt wat de financiële gevolgen zijn voor de verschillende generaties.
Het pensioenakkoord kan naar verwachting rekenen op instemming van de Tweede Kamer. Gedoogpartner PVV wijst de plannen af, maar behalve de regeringspartijen VVD en CDA staan ook oppositiepartijen PvdA, GroenLinks en ChristenUnie overwegend positief tegenover de afspraken.
Econoom Lans Bovenberg zei dat er sprake is van een tussenakkoord. Er moeten nog afspraken gemaakt worden over het omzetten van al opgebouwde pensioenrechten in nieuwe contractafspraken. De komende tijd wordt onderzocht hoe dat het beste kan.
Ook moeten ondernemers- en werknemersorganisaties nog groen licht krijgen van hun achterbannen. Voor FNV-voorzitter Agnes Jongerius kan dat een probleem zijn, omdat FNV Bondgenoten dwars ligt. Werkgevers staan te weinig garant voor tegenvallers bij de pensioenfondsen, vindt de grootste FNV-bond.
Ook meent Bondgenoten dat vooral mensen met lage inkomens er in de pensioenplannen bekaaid van afkomen. De FNV-bond heeft al aangekondigd het akkoord met een negatief advies voor te leggen aan zijn half miljoen leden. Tijdens een bondsraad moet Bondgenoten nog besluiten of ze meedoen aan het FNV-referendum over het akkoord.
De kritiek van Bondgenoten is Jongerius niet geheel vreemd. De plannen waar ze vrijdag haar fiat aan gaf, krijgen van haar een ruim voldoende en geen 10. Maar zij stelt ook: "Als er geen akkoord komt, zijn we veel slechter af dan met de plannen van het kabinet." Zo zou de AOW zonder het akkoord volgens Jongerius niet extra stijgen met 0,6 procent naast de inflatie, zoals nu is toegezegd door het kabinet.
Langer doorwerken is een feit (Foto: ANP)