Byron pakt back-to-back Daytona 500-zeges, zware crash Preece
Voor de liefhebber van véél te hard en véél te dicht bij elkaar racen is het weer zover: het NASCAR Cup-seizoen is van start gegaan. Na de Clash als opwarmer en de Duels als kwalificatie werd zondagavond de Daytona 500 verreden, de grootste race van het jaar.
Wegens mogelijke regen werd de race een uur vervroegd en met Chase Briscoe en Austin Cindric op rij één en Bubba Wallace, Erik Jones, William Byron en Chris Buescher achter hen konden we van start. Echt lang duurde dat niet: na een goede handvol ronden begon het al te regenen en na elf rondjes stond men met een rode vlag in de pitstraat, een onderbreking die bijna vijf uur zou duren.
Ruim na middernacht Nederlandse tijd, en na nog ruim tien ronden onder geel, werd de groene vlag eindelijk gezwaaid en kon men echt weer door met Joey Logano en Ryan Blaney voorop. Aan het einde van de eerste stage ging het voor het eerst fout: Denny Hamlin kwam naast de baan terecht, wat er vooral voor zorgde dat Zane Smith en Josh Berry elkaar raakten, caution. Het was tevens het einde van stage één, die zo werd gewonnen door Logano, voor Brad Keselowski, Blaney en Ricky Stenhouse.
Bij de herstart ging het fout met uitgerekend Logano: zijn auto kampte met door een plastic zak veroorzaakte motorproblemen, waardoor hij niet goed weg kwam en een kettingreactie veroorzaakte, waarbij onder meer Martin Truex en Indy 500-legende Helio Castroneves, de oudste debutant ooit, dusdanige schade opliepen dat het klaar was. Onder meer Kyle Busch verloor ook veel tijd en Logano zelf moest uiteraard ook een bezoek brengen aan de pitstraat.
Met Blaney en Cindric voorop probeerde men het opnieuw en dit keer verliep het wat rustiger: Blaney won de stage, voor Cindric en Chase Elliott. Bubba Wallace reed vervolgens ruime tijd aan de leiding, maar zakte later wat terug en daarbij nam Cindric de touwtjes weer in handen. Vijftien ronden voor het einde ging het helemaal voorin fout: Logano en Stenhouse kwamen met elkaar in aanraking, waarbij Stenhouse in de rondte werd getikt en onder meer ook Blaney, Busch en Noah Gragson uit de top-10 gekatapulteerd werden.
Niet lang na de herstart, vijf ronden voor het einde, ging het weer fout: Christopher Bell werd helemaal voorin het peloton aangetikt door Cole Custer en klapte hard de muur in. Het kaatste terug en raakte Ryan Preece, die via de auto van Erik Jones gelanceerd werd en op zijn dak belandde - iedereen, inclusief Preece, was gelukkig wel in orde.
Zo was overtime nodig voor de finish en ook in de slotronde ging het behoorlijk fout: onder meer Denny Hamlin crashte, maar William Byron en Tyler Reddick konden zich precíes tussen de crashende auto's en de muur door wurmen. Omdat men in de laatste ronde zat werd er geen geel gezwaaid en zo kon Byron naar zijn tweede opeenvolgende Daytona 500-zege rijden, de vijfde coureur ooit die dat voor elkaar heeft gekregen.