Kans op Elfstedentocht neemt af
De kans dat een Elfstedentocht georganiseerd kan worden is afgenomen tot eens per achttien jaar. In 1950 kon men nog eens per vier jaar rekenen op de tocht der tochten. Dit blijkt uit een artikel van het Planbureau voor de Leefomgeving dat vandaag verschijnt in het wetenschappelijke tijdschrift 'Climate Change'.
De onderzoekers schrijven de afgenomen kans op een Elfstedentocht toe aan de klimaatverandering. Zij hebben de kans bepaald door de gemiddelde temperatuur voor de koudste periode van vijftien achtereenvolgende dagen af te zetten tegen de maximale dikte van het ijs in Friesland. Om een Elfstedentocht te organiseren moet het ijs in Friesland minimaal vijftien centimeter dik zijn.
Naast de ijsdikte zijn ook organisatorische factoren van invloed op het doorgaan van de Elfstedentocht. Zo moeten er kluunplekken aangelegd worden en moeten de schaatsers gemobiliseerd worden. Het klimaat is dus niet het enige dat ertoe doet.
Het berekenen van de kans op een Elfstedentocht is daardoor een uiterst onzekere aangelegenheid. Daarom heeft het Planbureau voor de Leefomgeving meerdere scenario's geschetst. De ondergrens is dat de schaatstocht eens per zeven jaar georganiseerd wordt, de bovengrens is dat de rayonhoofden eens per 64 jaar toestemming geven voor de tocht. Eens per achttien jaar is het meest realistische scenario.
Volgens berekeningen van het Planbureau had de Elfstedentocht de afgelopen eeuw vier keer vaker georganiseerd kunnen worden. Om verschillende redenen is de tocht in 1939, 1979, 1987 en in 1996 niet doorgegaan.
De laatste keer dat de voorzitter van de organiserende Vereniging de Friesche Elf Steden 'it giet oan' kon uitspreken was in 1997. Toen won Henk Angenent, die door zijn overwinning op slag de beroemdste spruitjesteler van Nederland werd.