Ministerie verzweeg hogere kosten Betuwelijn
Dat de lijn duurder ging worden was vrijwel meteen na het besluit om de lijn aan te leggen door het eerste Paarse kabinet, al bekend. NS Rail Infrabeheer (NS RIB), verantwoordelijk voor de bouw, berekende in september 1995 dat de Betuwelijn 550 miljoen gulden duurder werd. Aangezien de aanleg maar nipt een meerderheid in de Kamer haalde, heeft het ministerie de tegevaller op de begroting verzwegen. Mede doordat Verkeer en Waterstaat niet wilde geloven dat de tegenvaller zo groot was.
Na herberekening door door de Bouwdienst en accountant Lloyd's bleek dat de tegenvaller tussen 1995 en 1997 al opliep tot 1,2 miljard gulden (ruim 500 miljoen euro).
Minister Annemarie Jorritsma informeerde de Tweede Kamer niet over de voorspelde tegenvallers. Pas in januari 1997 vertelde de minister dat de NS de kosten hoger inschatte dan het bedrag van 8,2 miljard gulden waarmee de Kamer had ingestemd. Toen zei ze ook dat de misrekening binnen de onzekerheidsmarga van 20 procent viel.
In maart 1997 kwam de pijnlijke mededeling voor de Tweede Kamer dan toch: de Betuwelijn wordt 700 miljoen gulden duurder dan verwacht. Het ministerie van Verkeer erkent nu dat de Tweede Kamer niet goed is geïnformeerd over de tegenvallers.
In 2001 berekende de rekenkamer ook al dat de aanleg van de Betuwelijn een financieel fiasco was.