Stadsapotheek Zaltbommel.
Twee cliënten in de apotheek. Het wachten kan nooit lang duren. Slecht weer buiten, binnen viel de neerslachtigheid mee. Dat zou vooral later pas echt blijken. Ik kon op dat moment kiezen tussen fietsen in een regenbui of "even" geduldig wachten tijdens een lachbui. In Theater De Poorterij kost een briefkaart op de eerste rang meer geld.
Vooral nu Jan en Anneke Scheffers er helaas, al een tijdje, niet meer op de kleintjes letten. Gelukkig werkt Tuup er nog wel om de lachbanden op te pompen. En zijn Jan en Anneke onder de pannen met hun kleinkeinder. Na kort op het antwoord te hebben gebroed, koos ik derhalve eieren voor m'n geld. Alleen de popcorn ontbrak nog, toen ik naar de zitplaats naast het koffieapparaat begeleid werd. De nog steeds nadruppelende bejaarde dame nam de tijd om het gesprek met de apothekersassistente opgang te brengen. Ik vermoed dat ze al haar geheimen, behalve haar pincode, aan het opbiechten was.
Nadat ze steunend op haar rollator zich één maal omdraaide, herkende ik haar gezicht. Zonder haar naam te weten wist ik 100 % zeker dat het hier "Een Echte Bommelaar" betrof. "Een echte Bommelse" in de volksmond. "Een Echte Zaltbommelaar" las ik laats op een T-shirt. Dat is net zoiets als een schorre reclamestem die aanbevelend roept: 'Echt, de winkelketen die tegen buitenlandse overname vecht.' Geduldig liet ik het stukje echt Bommels kleppen in het typisch Bommels-stadsgebeuren over me heen komen. Of op me neerdalen, qua weer op dat moment. Zeiken zou dan: "Ut règent dat zekt" worden. Ik voelde me op m'n gemak, trok m'n jas uit en m'n pantoffels aan.
Zo te horen mankeerde de dame iets aan haar oor. Of ze iets tegen de ruis kon krijgen. Het liefst die ze tien jaar geleden daar had gekocht. 'U weet wel, die groene pilletjes in een blauw doosje.' 'Kan ook een groen doosje zijn geweest.' Twee doosjes werden voor haar neergelegd. Een groene en een blauwe. Ze werkten beiden hetzelfde. Oraal. De inname van de medicatie moest met een glaasje water. 'Mag het ook met een stenen kopje?' Vanzelfsprekend mocht dat. Geen probleem zelfs. Dat vond de lieve bejaarde Bommelse erg fijn. Ze was namelijk nogal zuinig op haar glazen serviesgoed.
Nu was het zo dat ze niet echt veel te besteden had en dus informeerde naar de prijs. Dat kwam neer op 4 euro per doosje. Ongeacht de kleur. Dat was wel veel geld. Ze vroeg daarom hoelang ieder doosje zou mee kunnen gaan. Dat bleek drie jaar te zijn. 'Heeft u echt niets anders? Ik ben namelijk al 77. Over drie jaar ben ik misschien al dood. Dan haal ik het geld er nooit meer uit' Na toch maar het onbekende avontuur te zijn aan gegaan -wisselen van pilletjes naar druppels- zocht de inmiddels bijna droge, oudere vrouw met rollator haar portemonnaie. Zorgvuldig legde ze de 90 cent kleingeld op de balie.
Het wachten kon me op dat moment niet lang genoeg duren. Het was geen dijenkletser geweest. Maar deze liefhebber van droge humor was op zijn wenken bediend. Nust De Ascot. Waar de kleren gedroogd werden. De lieve bejaarde vrouw mag vandaag bij me in Het Theater van het Sentiment schuilen. Mijn eigen moeke is niet voor niets laatst 82 geworden en haar tweede Corona dapper doorstaan. Actrice bovendien. Die op haar eigen kleintjes let. In schouwburg Zaltbommel.
tong80