Dames voor het raam

Als ik weer eens eenzaam ben, boek ik heel stoutmoedig een busreisje voor alleenstaanden naar Parijs. De laatste keer is alweer enige tijd geleden. Opstapplaats ergens in de buurt van het Centraal Station in Den Haag. Ik had me nauwelijks in de bus genesteld of er kwam een aantrekkelijke dame naast me zitten. Nu ben ik niet zo spontaan, dus dat heeft nog tot Antwerpen moeten duren voor ik een beetje openingszin had verzonnen. Maar dat was er dan ook één, waarin ik haar zowel iets aanbood als dat ik informeerde naar haar dagelijkse bezigheden . Dus ik zei tegen haar: “Wil je bij het raam zitten, of doe je dat al dagelijks voor je beroep?”
Tot Parijs heeft ze geen bek tegen me open gedaan.

In Parijs werden bij verschillende hotels steeds plukjes van de busbevolking afgezet. Uiteindelijk bleken mijn ‘buurvrouw’ en ik in hetzelfde hotel te zitten. Hetgeen voor mij een teken uit een andere wereld was om toch nog maar een tweede poging te wagen bij haar.
Diezelfde avond zag ik haar met een grote cappuccino bij de bar staan. Ik stapte manmoedig op haar af, schraapte m’n keel en zei: “Is dat slagroom daar in je mondhoeken of is dat DNA-materiaal van m’n voorganger?”
Een glimlach brak door; het ijs was gebroken.

Terug in Nederland kregen we pas echt verkering. Maar al gauw werd ze een blok aan m’n been. Zo lag ik afgelopen zondag in bed wat gedachteloos met haar te vrijen. En dat viel op, want ze draait zich naar me toe en zegt: “Kan ’t misschien met wat meer passie?”
Ik zeg: “Passie? Passie? M’n enige passie is m’n giropassie. Mot ik dié soms door je gleuf heen halen?”
Misschien niet zo elegant, maar ja, ik had zwaar de tering in, want haar moeder was jarig. En dat betekende op zondag, naar háár moeder in Rotterdam: hét recept voor een drievoudige depressie.
Ze stapte het bed uit en ging voor de spiegel staan en afgeleid door haar eigen spiegelbeeld vroeg ze: “En? Wat denk jij? Heb ik uitstraling?”
“Nee!”, zei ik.
“Je bent ongelóoflijk!!”, zei ze diep verontwaardigd.
“Joh, ga morgen naar een uitzendbureau. Zie dat je een baantje krijgt in een kernenenergiecentrale. Mot jij es kijke eind van de week: uitstraling.”
“Ongelóóflijk”, aldus voor de zoveelste keer haar stopwoordje. Zo’n twintig minuten later kwam ze uit de douche en toen bleek dat ze toch iets van onzekerheid heeft over d’r uiterlijk. Want ze liet haar handdoekje zakken en vroeg: “Heb ik de X-factor?”
“Nou, als ik zo naar je benen kijk… “

“Ongelóóflijk”, was het weer. En dat was één ‘ongelóóflijk’ teveel! Dat was de veertiende in 23 minuten!
“Ongelóóflijk? Weet je wat ongelooflijk is? Die moeder van jou, die het vet uit haar reet heeft laten afzuigen om d’r lippen mee op te vullen. En daar krijg ik straks een lebber mee, vol op m’n bek. Weet je wel hoe dat smaakt? Inderdaad ongelooflijk!
Weet je wat ongelooflijk is? Je moeder die zó uit haar kruis walmt, dat je broer bij zijn geboorte met zijn eigen placenta stond te wapperen om van die kutgeur af te komen!
Weet je wat ongelooflijk is? Je moeder met d’r knieën bij d’r oren en een duim in d’r reet. Dát is ongelooflijk!”
En daar ging ik te ver. Want ja, zo lenig is haar moeder helemaal niet.
Hoe dan ook, m’n vriendin beende kwaad richting slaapkamer.
Ja, eerlijk gezegd had ik haar de avond daarvoor ook al pissig gemaakt. Ik kwam namelijk straalbezopen uit de kroeg en had onwijze honger. Maar alles was gesloten. En ik had onwijze trek in eend, dus ben ik naar kinderboerderij gegaan. Eend meegenomen. Kwam thuis met die eend onder m’n arm. Zat mijn vriendin nog op de bank. Dus ik zei: “Kijk, dit is nou het varken waar ik altijd seks mee heb.”
Ze lachte me uit en zei: “Varken? Dat is een eend die je daar hebt, hoor!”
“Ja”, zei ik: “Maar ik heb het toch ook niet tegen jou!”
Opgedoft en opgemaakt kwam ze na een tijdje weer de slaapkamer uit met een koffer vol met kleren en met een snik in de stem zei ze: “Ik ga naar m’n moeder.”
“Mooi, dat was je toch al van plan.”
“Ja, maar ik kom niet meer terug, de relatie is over”.
“Relatie? Noemde je dat een relatie? Joh, de enige reden dat ik je in huis heb genomen was om m’n bestek af te likken!”

En nou ben ik weer alleen. Dus vraag ik me af. Zijn er misschien dames die het leuk vinden om met de bus naar Parijs te gaan?

Je mag voor het raam zitten.