Als je haar maar goed zit
Edgar Marcelino presenteerde zich als een typisch Portugese speler. Haar keurig in model, langer dan bij de gemiddelde man. Modieus bandje om het uit zijn ogen te houden en op het veld in het bezit van een sierlijke tred. Edgar moest het raspaardje tussen de werkende en ploegende knollen in het oranje worden. Zoals eerder Pius Ikedia deed, daar op de Roosendaalse rechterflank.
In de voorbereiding leek het nog wel wat te kunnen worden. Edgar maakte zijn acties en liet zien dat hij wel degelijk terecht in de Portugese jeugdteams had gestaan. Maar toch voelde hij zich wel eens vreemd, in een ploeg die voor de beker werd uitgeschakeld door Gemert. Mannen die overdag nog moesten werken, had hij zich laten vertellen door José Fortes Rodriquez, die hij goed kon verstaan. Geen sierlijke figuren zoals hij, die genieten van de zon op de bol. Die er dan eens een actie uitgooien. Nee, spierballenvoetballers die er op uit waren om spelers als Edgar Marcelino het voetballen moeilijk te maken.
Het bleek een voorbode voor een seizoen vol onbegrip. Trainer Dolf Roks was een aardige man, maar die was vooral gewend succes te boeken met amateurs. Van die jongens die voetbal terecht als hobby zien, omdat ze nog een andere baan hebben. Edgar ziet het spelletje als een betaald pleziertje en vergeet nog wel eens wat er bij het profleven komt kijken. Hij botste meermaals met Roks, verliet vroegtijdig trainingen en kon het publiek ook niet echt voor zich winnen.
Wat moest RBC met deze speler, die niet geschikt was voor degradatievoetbal? Edgar speelt al naar gelang zijn stemming. Maar vooral met het ultieme doel om schoon te blijven. Een schone broek is voor hem een teken van macht, van baas zijn over de bal en de tegenstanders. De bal krijgen, een actie maken en dan voorgeven. Of een steekpass, vooruit. Geen slidings, geen vieze broek. Het haar netjes, armpje in de lucht om het applaus te incasseren en dan weer verder naar het volgende moment. Evengoed is hij tijden afwezig en doet dan maar weer eens wat. Zo werkt dat bij staartteams in Portugal, waar de defensie wordt dichtgespijkerd en de artiesten het voorin mogen uitzoeken. Maar hier moest Edgar ineens gaan lopen zonder bal. Inzet tonen, een vieze broek krijgen. Hoofdschuddend zag hij het aan.
Steeds vaker was hij reserve, steeds vaker baalde hij. Van Nederland, van RBC, van de trainer, van het weer. Natuurlijk, ook hij begreep wel dat de club het zwaar had en dat de punten moesten komen, maar je kan van een spelers als hij toch niet gaan verwachten dat hij gaat zwoegen zoals Björn Daelemans? Met de trainerswissel Maaskant voor Roks hoopte hij nog op verbetering. Motivatiekunstenaar Maaskant, de man van de briefjes met opbeurende teksten, kon hem wellicht wel doorgronden. Hij hoopte op een boodschap. Dat hij eens naar de Belgische competitie moest kijken bijvoorbeeld, bij Standard Luik. Oh, wat had hij graag willen voetballen als Sérgio Conceição, zijn favoriete buitenspeler. Die is daar de grote man, ook dikwijls met een schone broek en het haar immer goed in model.
Helaas, het is hem niet gelukt. Zelden zal een speler zo slecht bij een club hebben gepast als in dit geval. Edgar Marcelino liet weliswaar wat vleugjes klasse zien, had wat assists, maar kon nooit echt overtuigen. Het applaus kwam zelden, de broek bleef steeds vaker gevrijwaard van vlekken omdat hij niet in actie hoefde te komen. RBC stevende af op degradatie en had meer aan oude strijders als Henk Vos dan aan de sierlijke Portugees. Nog maar een paar potjes, dan is het klaar. Dan stapt hij op het vliegtuig en keert hij terug naar eigen land. Hij zal vermoedelijk niet uitgezwaaid gaan worden op het vliegveld. Maar ach, het maakt hem ook niet veel uit. Net zoals de rest van de huurlingen kan RBC hem diep van binnen gestolen worden. Straks zit hij weer in de zon en mag hij weer doen wat hij zo graag doet. Bij een promovendus of een team als Estrela Amadora, nonchalant op rechts en altijd met een schoon broekje. Talent is niet altijd een zegen.