Alle personages en gebeurtenissen in deze column - zelfs diegene, gebaseerd op werkelijk bestaande personen - zijn volledig fictief; overlap met de nonfictieve wereld berust dus volledig op toeval.
Buiten scheen de zon ongenadig fel op de stad. Binnen wandelde de koning met zijn handen in het haar zijn appartement in Amsterdam op en neer. De ramen weerkaatsen het licht gebundeld naar de keuken, waar hij inmiddels woest af aan het wassen was. Willem moest zijn ei kwijt, maar de lakei was boodschappen doen en Maxima mocht van niets weten. De RVD hield gelukkig netjes haar mond dicht tegen zowel zijn vrouw als zijn moeder en broers. Hoe hij in deze situatie geraakt was, dat wist hij zelf nauwelijks meer. Een oplossing kon hij niet vinden.
Het begon allemaal een half jaar geleden. Een tot dan toe onbekend, maar bloedmooi meisje van een jaar of vijfentwintig had zijn aandacht gegrepen. Haar schoonheid was niet alleen hem opgevallen. Heel Nederland was maandenlang in de ban van de erotische zweem die om de verlegen vrouw heen hing. Mokkels.nl ging haast plat, nieuwe foto's en filmpjes werden als relikwieën aanbeden en elke dag zat ze wel weer in een ander praatprogramma. Ze was zelf slechts een secretaresse en kon geen oplossing bieden voor honger of aids, maar dat deerde Nederland niet.
Dat deerde Willem ook niet. Hij omcirkelde alle programma's waar ze in zou komen en keek ze stuk voor stuk. Hij zei conferenties en afspraken af om de nieuwe Jensen maar niet te missen. Het waterbeheer kon hem even helemaal geen moer schelen. Willem deed er alles aan om zoveel mogelijk te zien en te horen van zijn nieuwe vlam. In een waas van krankzinnigheid die uit zijn hunkerende liefde voortkwam vroeg hij de inlichtingendiensten of zij niet een cameraatje in haar huis konden hangen.
De camera werd goed verborgen en Willem kreeg dagelijks de douchebeurten, plaspartijen en badescapades toegestuurd. Twee maanden lang wachtte hij elke dag smachtend tot Maxima de kinderen naar school bracht of een schadeclaim ging betalen, waarna hij de dvd in de speler stopte en zijn ogen uit keek. Twee volle maanden zat onze koning aan de buis gekluisterd. Betoverend was ze. En zo ontzettend onbereikbaar. Willem kreeg het er warm van.
Het duurde niet lang voor Willem uiterst melancholisch werd. Hij zette het vaak 's ochtends al op een zuipen; met een fles Côtes du Rhône in zijn linkerhand, zijn pantalon op zijn knieën, de tv op het AV-kanaal en op de platenspeler een Wagneriaans stukje rock-'n-roll zat hij zich maar een beetje droevig moed in te drinken. Droevig om zijn ongelukkige lot, verkregen door zijn plotselinge verliefdheid op een vrouw die slechts bestond op dvd's die hem in ongemarkeerde enveloppen werden toegestuurd.
De muziek zweepte op; de gitaarsolo nam buitenproportionele proporties aan en de piano pompte door Willem's speakers. Dit vond hij het mooiste stukje. “Baby, you're the only thing in this whole world that's pure and good and right...” lalde de ongelukkige vorst mee. Hij stond op, wankelde, liet de lege fles vallen, sloot zijn ogen en brulde verder. “So, we gotta make the most of our one night together, 'cause when it's over you know, we'll both be so alooooone...” Willem opende zijn waterige ogen en zag het licht.
Hij liep zo vlug als zijn benen zijn iets te zware lijf dragen konden naar de keukentafel, pakte de huisagenda en bladerde door naar een paar momenten waarop hij helemaal alleen zou zijn. Hij keek in de televisiegids en synchroniseerde de dagen zonder rode kringetjes met zijn eigen privémomenten. Hij hees zijn broek op, pakte zijn mobiele telefoon, twijfelde, twijfelde nog eens, legde zijn mobieltje neer op het aanrecht, schonk zichzelf een dubbele whisky in, sloeg die achterover, wachtte even voor het effect, twijfelde niet meer, pakte zijn telefoon op en belde.
“Ja, hoi, lekker moppie van me, met je koning. Hahaha.”
“Ik ben hier niet van gediend, Willem. Je belt maar terug als je niet meer dronken bent.”
“Nee, je moenameluisteren. Ik heb een ontiegelijk goed idee. Ze moet met al die bekendheid maar 'es bij de koning op de koffie.” Het persoonlijk aanspreekpunt van Willem binnen de RVD was een norse dame van in de veertig. Ze had zich verwonderd om Willem's stupiditeit; elke normale man met macht had zijn droomvrouw al maanden geleden op de koffie gevraagd.
“Is goed, ik heb het al voor je uitgezocht. Donderdag kan ze wel.”
“Mooi, blijkt dat de koning dan helemaal alleen thuis is. Hahaha. Wat een goed idee. Ik ben echt dronken. En het is pas één uur 's middags.”
Dat had de koning helemaal goed. Het was pas één uur 's middags. Hij hoorde de voordeur opengaan, een kibbelend stel kinderen binnenkomen, gevolgd door het Argentijnse mokkel, die de deur net iets te hard achter zich dicht trok. Hij zette snel de tv uit, haalde de dvd uit de speler, trapte de fles wijn onder de bank, ging in een fauteuil zitten en trok een deken over zich heen. Hij had Maxima wijsgemaakt dat hij iets chronisch onder de leden had en dat zij hem daardoor niet meer kon teabaggen. Zij wist niet beter en geloofde hem; vorig jaar nog had Willem weken doorgebracht op Sint Maarten vanwege chronische waterpokken.
Hij kuste zijn vrouw gedag, aaide de drie meisjes over elk hunner bollen en spoedde zich zijn slaapkamer in. Daar maakte hij een aftelkalender, mooi ingekleurd en met zonnetjes en hartjes erop. Hij kruiste “maandag” af en verstopte het a-viertje heimelijk onder zijn kussen. Hij ging liggen, trok de dekens over zich heen en dacht aan donderdag. Het was nog drie nachtjes slapen.
Volgende week het stormachtige vervolg van dit drieluik over het hartstochtelijke liefdesleven van koning Willem.
Het begon allemaal een half jaar geleden. Een tot dan toe onbekend, maar bloedmooi meisje van een jaar of vijfentwintig had zijn aandacht gegrepen. Haar schoonheid was niet alleen hem opgevallen. Heel Nederland was maandenlang in de ban van de erotische zweem die om de verlegen vrouw heen hing. Mokkels.nl ging haast plat, nieuwe foto's en filmpjes werden als relikwieën aanbeden en elke dag zat ze wel weer in een ander praatprogramma. Ze was zelf slechts een secretaresse en kon geen oplossing bieden voor honger of aids, maar dat deerde Nederland niet.
Dat deerde Willem ook niet. Hij omcirkelde alle programma's waar ze in zou komen en keek ze stuk voor stuk. Hij zei conferenties en afspraken af om de nieuwe Jensen maar niet te missen. Het waterbeheer kon hem even helemaal geen moer schelen. Willem deed er alles aan om zoveel mogelijk te zien en te horen van zijn nieuwe vlam. In een waas van krankzinnigheid die uit zijn hunkerende liefde voortkwam vroeg hij de inlichtingendiensten of zij niet een cameraatje in haar huis konden hangen.
De camera werd goed verborgen en Willem kreeg dagelijks de douchebeurten, plaspartijen en badescapades toegestuurd. Twee maanden lang wachtte hij elke dag smachtend tot Maxima de kinderen naar school bracht of een schadeclaim ging betalen, waarna hij de dvd in de speler stopte en zijn ogen uit keek. Twee volle maanden zat onze koning aan de buis gekluisterd. Betoverend was ze. En zo ontzettend onbereikbaar. Willem kreeg het er warm van.
Het duurde niet lang voor Willem uiterst melancholisch werd. Hij zette het vaak 's ochtends al op een zuipen; met een fles Côtes du Rhône in zijn linkerhand, zijn pantalon op zijn knieën, de tv op het AV-kanaal en op de platenspeler een Wagneriaans stukje rock-'n-roll zat hij zich maar een beetje droevig moed in te drinken. Droevig om zijn ongelukkige lot, verkregen door zijn plotselinge verliefdheid op een vrouw die slechts bestond op dvd's die hem in ongemarkeerde enveloppen werden toegestuurd.
De muziek zweepte op; de gitaarsolo nam buitenproportionele proporties aan en de piano pompte door Willem's speakers. Dit vond hij het mooiste stukje. “Baby, you're the only thing in this whole world that's pure and good and right...” lalde de ongelukkige vorst mee. Hij stond op, wankelde, liet de lege fles vallen, sloot zijn ogen en brulde verder. “So, we gotta make the most of our one night together, 'cause when it's over you know, we'll both be so alooooone...” Willem opende zijn waterige ogen en zag het licht.
Hij liep zo vlug als zijn benen zijn iets te zware lijf dragen konden naar de keukentafel, pakte de huisagenda en bladerde door naar een paar momenten waarop hij helemaal alleen zou zijn. Hij keek in de televisiegids en synchroniseerde de dagen zonder rode kringetjes met zijn eigen privémomenten. Hij hees zijn broek op, pakte zijn mobiele telefoon, twijfelde, twijfelde nog eens, legde zijn mobieltje neer op het aanrecht, schonk zichzelf een dubbele whisky in, sloeg die achterover, wachtte even voor het effect, twijfelde niet meer, pakte zijn telefoon op en belde.
“Ja, hoi, lekker moppie van me, met je koning. Hahaha.”
“Ik ben hier niet van gediend, Willem. Je belt maar terug als je niet meer dronken bent.”
“Nee, je moenameluisteren. Ik heb een ontiegelijk goed idee. Ze moet met al die bekendheid maar 'es bij de koning op de koffie.” Het persoonlijk aanspreekpunt van Willem binnen de RVD was een norse dame van in de veertig. Ze had zich verwonderd om Willem's stupiditeit; elke normale man met macht had zijn droomvrouw al maanden geleden op de koffie gevraagd.
“Is goed, ik heb het al voor je uitgezocht. Donderdag kan ze wel.”
“Mooi, blijkt dat de koning dan helemaal alleen thuis is. Hahaha. Wat een goed idee. Ik ben echt dronken. En het is pas één uur 's middags.”
Dat had de koning helemaal goed. Het was pas één uur 's middags. Hij hoorde de voordeur opengaan, een kibbelend stel kinderen binnenkomen, gevolgd door het Argentijnse mokkel, die de deur net iets te hard achter zich dicht trok. Hij zette snel de tv uit, haalde de dvd uit de speler, trapte de fles wijn onder de bank, ging in een fauteuil zitten en trok een deken over zich heen. Hij had Maxima wijsgemaakt dat hij iets chronisch onder de leden had en dat zij hem daardoor niet meer kon teabaggen. Zij wist niet beter en geloofde hem; vorig jaar nog had Willem weken doorgebracht op Sint Maarten vanwege chronische waterpokken.
Hij kuste zijn vrouw gedag, aaide de drie meisjes over elk hunner bollen en spoedde zich zijn slaapkamer in. Daar maakte hij een aftelkalender, mooi ingekleurd en met zonnetjes en hartjes erop. Hij kruiste “maandag” af en verstopte het a-viertje heimelijk onder zijn kussen. Hij ging liggen, trok de dekens over zich heen en dacht aan donderdag. Het was nog drie nachtjes slapen.
Volgende week het stormachtige vervolg van dit drieluik over het hartstochtelijke liefdesleven van koning Willem.