Godswondertjes

Ik heb toch zo'n godsgruwelijke hekel aan schoolvakanties, vooral wanneer die langer duren dan één week. Kinderen lopen zichzelf dan in de weg en weten niet hoe zich te vermaken zonder hun juf of meester. Vaak slaat dan onherroepelijk de verveling toe. Want ook pappie en mammie zijn niet bij machte om de kinders te vermaken, druk als die het hebben met geld verdienen en carrière maken. En werk gaat door én voor het beestje, al roepen ze luidkeels van niet. Het is een neerwaartse trend en beslist een onvoldongen feit: ouders die zeggen zoveel en zo hard te moeten werken, maar zich doorgaans (veel te) weinig met hun kinderen (willen) bemoeien en zich zeker in hun vrije tijd niet geroepen voelen om dat kleine tuig op verantwoorde wijze bezig te houden. Het soort godswondertjes dat daaruit ontstaat, zijn vaak de hele buurt tot last. Mij incluis.

Normaal gesproken ben ik de vriendelijkheid zelve en ben ik zelfs een uitermate geduldig mens, maar ook ik heb mijn grenzen. En soms scheelt het echt niet veel of ik overschrijd die.     
Neem vandaag bijvoorbeeld, nu het voor de verandering eens mooi weer is en ik het weer ontzettend moeilijk heb. Want het kroost mag verplicht buitenspelen en voor een poosje gaat het er wel leuk aan toe, maar het kan nooit eens leuk blijven. Of dat nu wel of niet met de zon te maken heeft, weet ik niet, maar voor je het goed en wel beseft, slaat bij zo'n kleuter ineens de gekte toe en heeft die etter in een mum van tijd de rest van de meute aan het janken geslagen.
En als het dan nog maar bij janken bleef. Maar nee, de toonhoogte gaat van laag naar hoog en omgekeerd en dan weer van buikpijnlaag naar tenenkrommendhoog en wéér omgekeerd. En zo gemakkelijk als dat ook gaat. Nou ja, logisch ook wel, want op die leeftijd hebben jongetjes nog geen baard in de keel en weten meisjes al aardig munt te slaan uit de hoge en doordringende tonen van hun stemgeluid. Laat dat nu juist de momenten zijn waarop mijn vriendelijkheid omslaat naar een rothumeur met (kinder)moordneigingen en mijn engelengeduld vervalt tot nietsontziende razernij. Als ik niet oppas, tenminste.

Maar dat doe ik, echt. Ik probeer heus die gillende en schreeuwende kliertjes te negeren, maar god, wat is dat moeilijk als ze de stoep voor mijn huis geannexeerd hebben tot hun speelterrein en het zo erg lijkt alsof ze spelen op mijn oprit of voor mijn voordeur. Gekrijt en gekliederd moet er worden, maar geruzied, geschreeuwd en gegild ook, tot ze blauw zien uit pure ademnood. Alsof het allemaal de normaalste zaak van de wereld is. Want niemand die dat onopgevoede gribusgrut even tot de orde komt roepen. Ben je gek, allemaal te druk met werk, of met zichzelf, of met een ander, of opgescheept met een oppas die liever voor de buis hangt dan dat ze haar oppastaak naar behoren uitvoert. Of met zo-eentje die met zo'n walkman op haar kop voortdurend sms-jes verstuurt aan haar schoolvriendjes en -vriendinnetjes die ze sinds het begin van haar vakantie niet meer gezien heeft en zo vreselijk mist en ondertussen maar blijft graaien in de snoeptrommel totdat die leeg blijkt en de kinders bij die ontdekking hun teleurstelling weer als vanouds op luide toon ten gehore brengen, omdat hun wereld nu eenmaal vergaat als er geen snoep voorhanden is.  
Moord en brand blijven ze maar gillen, precies voor mijn huis en op mijn stoep. Oh, gebeurde dat maar eens, brak er maar eens brand uit, werd er maar eens eentje vermoord, dan hielden ouders hun kinderen weer eens een poosje binnen, tot de zorg - en ouderplicht weer hun neus uitkomt, ben ik bang, en de hele ellende weer van voren af aan begint...maar dat terzijde.

Meiden zijn goed in gillen en nog meer van dat soort dwingelandij. Jongens dreinen en knokken, en dat is ook niet goed, maar wel veel beter te verdragen dan dat gezuig van die gillende keukenmeiden. Maar het wordt hen ook niet afgeleerd, hè. Ik had ze allang een keer de hoek ingetrapt of een paar stevige meppen uitgedeeld, maar ja, dat mag ook niet meer. Want zo'n opvoedende tik ontaardt al gauw in kindermishandeling en daar de meeste kinderen evenmin gebaat zijn bij onttrekking uit de ouderlijke macht, vanwege het feit dat er wel het een en ander schort aan de Jeugdzorg en heel veel andere instanties uitmunten in gerechtelijke dwalingen, wordt er heel wat door de vingers gezien, maar nog veel meer verdragen. Vooral door mij.

Misschien dat dat lijdzame optreden ook wel geboren is uit pure noodzaak. Dat moeders van gillende keukenmeiden bewust willen lijden aan een soort van afglijdende doofheid. Zoals je ook wel eens last kunt hebben van tijdelijke doofheid wanneer je tijdens een popconcert te dicht bij een geluidsbox hebt gestaan en dat je, wanneer je zoiets te vaak doet, zelfs last kunt krijgen van ongeneeslijke gehoorschade. En dat zo'n moeder dat dan niet erg vindt, omdat zij dan op die manier de hoge tonen van haar kinderen beter leert te verdragen en daarbij heel optimistisch bedenkt dat het opzettelijk genereren van eventuele gehoorschade tot een betere wereld voor haar kinderen zal leiden. En dat terwijl zij de enige is die daar dan baat bij zal hebben, want de kans namelijk dat die gruwelijk vervelende godswondertjes later deel zullen uitmaken van die wereld, schat ik zeer laag in, zeg maar gerust dat die kans vrijwel nihil is.

Want ik zal toch heus de enige niet zijn die de hartstochtelijke neiging moet bedwingen om die goddelijke keeltjes dicht te knijpen of die rode hoofdjes in de sloot naast mijn huis keer op keer onder te dompelen tot ze weer helemaal rustig zijn. En mijn verwachting dat ook die takkenafbrekende, eendenpestende en kattenschoppende rotjongetjes bij meer mensen een haast onbedwingbare lust zullen oproepen om toch maar eens die ouderwetse leesplank van zolder te halen, om die vervolgens voor heel andere doeleinden te gebruiken dan voor het oefenen van een paar woordjes, lijkt mij ook geenszins een verwonderlijke, maar juist een heel realistische verwachting.

Heldere visioenen krijg ik ineens, van valse honden die losbreken van hun ketting en hun scherpe tanden in kinderlijfjes zetten, van geestelijk gestoorde maniakken die op klaarlichte dag kindertjes ontvoeren, van vrachtwagenchauffeurs die bij het nemen van de bocht een flink stuk van de stoep meenemen en daarbij net niet de spelende kindertjes weten te ontwijken, van liefdevolle en zeer verantwoordelijke ouders die hun opvoedende taak eindelijk eens serieus zullen nemen en mij en de rest van de buurt zullen verlossen van hun eigen kroost.
Ik denk dat geen ervan ooit zal uitkomen, denkt u ook niet?