Ali el B.

Het bericht over de overvaller die afgelopen maandag in Amsterdam-Oost door zijn slachtoffer werd doodgereden, ontlokte bij velen heftige reacties. Hierin reageert iedereen verontwaardigd of boos, niet op het slachtoffer dat het ongeluk veroorzaakte, maar op Ali el B., de omgekomen tasjesdief.
Het merendeel van de reacties is positief en die gaan vooral richting Germaine C., het 43-jarige slachtoffer. Men koestert grote bewondering voor haar daadkracht, sterker nog, haar wordt bijna alleen maar lof en hulde toegezwaaid. Sommigen gaan nóg een stapje verder en vinden zelfs dat zij een medaille of lintje heeft verdiend, juist omdat de Marokkaanse tasjesdief Ali el B. tijdens het voorval het leven liet.


Het is meer dan duidelijk: voor Ali el B. is er maar bitter weinig medeleven. Reacties zoals “Het is terecht dat hij dood is” en “Eigen schuld, dikke bult” waren nog de meest barmhartige opmerkingen die ik las, maar ook deze betekenen een waar dieptepunt in onze o zo “tolerante” samenleving.

Vreemd? Nee, deze tasjesroof alsmede de dood van Ali el B. benadrukt eens te meer hoe gebrekkig ons rechtssysteem functioneert, alsmede het feit dat de Nederlandse burger nog maar zeer weinig vertrouwen heeft in de manier waarop de politie de criminaliteit bestrijdt. Om die reden besluiten velen om het recht in eigen hand te nemen. Sommige van hen gaan zelfs in hoogst eigen persoon achter de misdadigers aan. Dat zoiets niet altijd goed afloopt, bewijst het voorval van afgelopen maandag wel.

Nederland is verontwaardigd en boos, op Ali el B., op de politie, maar vooral op ons rechtssysteem met haar onvoorstelbare rekbaarheid. Nederlandse burgers willen dat politie én justitie juist harder tegen crimineel gedrag gaan optreden. Uit onderzoek blijkt dat tweederde van de Nederlanders het niet eens is met de manier waarop de misdaad wordt bestreden. De resultaten zijn zelfs somberder dan bij het onderzoek van vijf jaar geleden en ook het vertrouwen in politie en justitie is stukken minder geworden. Vier van de vijf volwassenen vinden dat de politie bij het optreden in het openbaar zelfs te weinig respect afdwingt.

Het voorval van afgelopen maandag is mijns inziens een gevolg van justitieel wanbeleid en slechte kennis van zaken. De behandeling en rechtspraak in de zaak waarvoor Ali B. terecht moest staan – en nog, als hij in leven was gebleven - is hiervan voorbeeld bij uitstek.
Na vier maanden hechtenis stond Ali el B. op dezelfde dag waarop de tasjesroof en het ongeval plaatsvond, nog voor de rechter, in verband met zijn aandeel bij een gewapende overval op een Xenoswinkel. Geen licht vergrijp dus, maar gelukkig voor Ali verschafte zijn broer hem een alibi. En dat werkte goed. Want dankzij de alom geldende tendens in de rechtsspraak van tegenwoordig - goedgelovige rechters met een zwak voor criminelen - werd het strafblad van Ali el B. goedmoedig terzijde geschoven en werd hij direct op vrije voeten gesteld.
Iets eenvoudiger gesteld, maar niet aannemelijker, zou het ook kunnen dat de rechter die maandag gewoon een goede dag had en dat Ali el B. de gelukkige was die daarvan mocht profiteren.

Tegelijk met het onderzoek naar het ongeval, mag ik dan ook vurig hopen dat ook hierover de waarheid ons niet onthouden zal worden, want feit is dat Ali el B. nog diezelfde middag weer in het gezelschap van zijn vriend verkeerde en samen met hem de buurt in Amsterdam-Oost weer onveilig maakte.
De 43-jarige Germaine C. daarentegen, zit nog steeds vast omdat justitie haar van doodslag verdenkt. Voor haar geen broer die haar gewillig een alibi komt verschaffen, geen door de wol geverfde advocaat, zij moet zelfs de steun van prins Bernhard ontberen.

Een tasjesroof mag dan allang geen voorpaginanieuws meer zijn, maar hoe Germaine C. daarop reageerde wél. Wat zij deed, was niet verstandig, maar wel begrijpelijk en de manier waarop ze daarna haar Marokkaanse overvallers belaagde, was beslist onvergetelijk.
Bij gebrek aan helderheid over de situatie en goede berichtgeving vanuit de media, verbeeld ik me dat het een waanzinnig spektakel geweest moet zijn. Misschien heeft zich dwars door de straten van Amsterdam-Oost wel een wilde achtervolging afgespeeld en konden de twee Marokkanen het haast niet geloven, dat ze achterna gezeten werden door een 43-jarige furie van ongekende kracht en felheid en haast ongelooflijke agressie.
Ik probeer me het gezicht van Ali el B. voor te stellen, waarop zich een mengeling van paniek en verbazing afgetekend moet hebben, want met déze tendens had hij vast nog niet eerder kennisgemaakt: een vrouwelijk slachtoffer die op maandag haar dag gewoon eens níet had.