Taliban claimen verantwoordelijkheid aanval Karachi
De urenlange belegering van de luchthaven van de Pakistaanse stad Karachi van zondag is het werk van de Pakistaanse Taliban. De radicaalislamitische beweging heeft maandag de verantwoordelijkheid voor de aanval opgeëist.
Als politieagent vermomde strijders openden zondagavond met machinegeweren en raketwerpers het vuur op het Jinnah-vliegveld. Achttien mensen, onder wie bewakers, luchthavenpersoneel en een agent, kwamen om. Ook de tien aanvallers, van wie er enkele bomvesten droegen, zijn dood. De autoriteiten beweren dat de luchthaven weer veilig is, maar de plaatselijke pers meldde maandagochtend dat er nog zo nu en dan een geweersalvo klonk.
De Taliban waren uit op 'wraak voor de moord op Hakimullah Mehsud', zei woordvoerder Shahidullah Shahid maandag met een verwijzing naar hun leider, die in november door een Amerikaans onbemand vliegtuigje werd gedood. Shahid waarschuwde dat Pakistan rekening moet houden met meer aanvallen.
De vredesonderhandelingen tussen de Pakistaanse regering en de Taliban liepen onlangs stuk. Daarop trokken de Taliban het staakt-het-vuren dat ze hadden afgekondigd weer in. Het Pakistaanse leger maakt sindsdien jacht op Talibanstrijders en bombardeert hun bolwerken. Tientallen opstandelingen, maar ook burgers zouden bij die aanvallen zijn omgekomen.
De commandant van het keurkorps dat de aanval moest afslaan opperde eerder dat meerdere aanvallers afkomstig waren uit Oezbekistan of Tsjetsjenië. ''Het waren buitenlanders en het lijkt erop dat sommige van hen Oezbeken waren'', zei Rangers-bevelhebber Rizwan Akhtar.
De Amerikaanse krant de Washington Post tekende van een Pakistaanse overheidsfunctionaris op dat de aanvallers ook hebben geprobeerd een passagiersvliegtuig te kapen. Bewakers staken daar echter een stokje voor. De autoriteiten ontkennen dat het vliegverkeer werkelijk in gevaar is geweest.