'Migrant moet Nederlands spreken op straat'

Rita VerdonkMinister Rita Verdonk (Integratie) ziet wel wat in de Rotterdam-code. In zeven gedragsregels is daarin vastgelegd hoe burgers zich in de dagelijkse omgang horen te gedragen. Uitgangspunten moeten de Nederlandse waarden en normen zijn, zoals het spreken van de Nederlandse taal op straat, niet discrimineren en gelijkheid tussen man en vrouw.

Tijdens een VVD-congres over integratie uitte de minister de wens om met een aantal deskundigen van gedachten te gaan wisselen over 'wat belangrijk is, wat de Nederlandse identiteit is'. Verdonk stelde daarbij dat allochtonen vaak niet weten wat van hen verwacht wordt. "Ze spreken mij daarop aan. Wij moeten daar duidelijker in durven te zijn. Het blijft nu te abstract", aldus Verdonk. De VVD-politica streeft naar een code voor integratie en burgerschap, die voor heel Nederland zou moeten gelden.

'Niet liberaal'
De Amsterdamse wethouder Laetitia Griffith, partijgenote van Verdonk, stelde in een reactie zich niet te kunnen vinden in een dergelijke code. Ze viel met name over het Nederlands spreken op straat, een voorstel dat in haar ogen niet liberaal is. "Als ik met mijn vriendin op straat lekker Surinaams loop te keuvelen, moet ik dat zelf weten. Ik veroorzaak geen overlast", stelde de politica van Surinaamse afkomst. Wel stelde ze het belangrijk te vinden dat er in winkels en scholen Nederlands wordt gesproken. Een code als die in Rotterdam is echter slechts een papiertje, zo meent Griffith, "het gaat erom gedrag tussen de oren te krijgen".