'Samir A. moet toegelaten worden in Leiden'
De Europese Organisatie ter bescherming van de Rechtspositie van Gedetineerden (EORG) heeft de Hogeschool Leiden een ultimatum gesteld inzake haar beslissing om terreurverdachte Samir A. de toegang voor een periode van maximaal één jaar te ontzeggen. Volgens het schoolbestuur zou de aanwezigheid van A. de continuïteit op de school kunnen verstoren.
Wanneer de Hogeschool Leiden niet uiterlijk 2 december 2005 haar standpunt heeft gewijzigd, dient EORG een klacht in tegen de school bij het Ministerie van Onderwijs. Volgens EORG is Samir A. ''tot tweemaal toe door de competente rechter vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs en ontneemt het schoolbestuur het recht van Samir A. Op onderwijs.'' Dit getuigt volgens EORG van ''een schending van het recht op onderwijs én van een aperte schending van artikel 11, lid 1 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, waarin bepaald is dat ieder mens voor onschuldig wordt gehouden tot zijn of haar schuld is bewezen.''
De EORG heeft wél waardering voor de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, die afgelopen week liet weten dat Samir A. daar van harte welkom is, mocht hij uit zijn voorarrest worden vrijgelaten; A. zit namelijk sinds medio oktober vast op verdenking van plannen voor terreur. Eerder klaagde de EORG over die arrestatie ook al, omdat die te hardhandig zou zijn verlopen.