AIVD somber over moslimterrorisme
De AIVD constateert dat terroristische netwerken steeds meer autonoom, regionaal en zelfs lokaal opereren. Tussen de netwerken bestaan vaak duistere, internationale relaties. In Nederland wonen circa 150 personen die banden hebben met dergelijke netwerken.
De veiligheisdienst heeft in Nederland aandacht voor "radicaleringsprocessen, de rol van moskeeën en financiële stromen". Van Hulst benadrukt dat slechts een paar imams in moskeeën radicale boodschappen uitdragen. Hij waarschuwt er wel voor dat niet alleen politiek-radicale maar ook ultra-orthodoxe boodschappen (waarin de strikte naleving van islamitische wetten en een extreme afzijdigheid van de westerse samenleving wordt gepredikt), radicalisering van "een deel van de Marokkaanse gemeenschap in de hand kunnen werken". Daarbij tekent Van Hulst aan dat maar een klein deel van de in Nederland wonende moslims radicale dan wel ultra-orthodoxe ideeën aanhangt. De AIVD beschouwt een tiental moskeeën als radicaal en niet-Westers, en houdt deze extra in de gaten.
Jongeren blijken volgens de AIVD nog steeds ontvankelijk voor het radicale moslimgedachtengoed. De belangstelling voor de jihad kan op zeer jeugdige leeftijd gestalte krijgen. Jongeren van 16 of 17 jaar oud zijn geen uitzondering.
Concluderend
Al met al constateert de AIVD dat het moslimterrorisme moeilijk te bestrijden is. De komende jaren blijft de dreiging van aanslagen in Nederland dan ook aanzienlijk.
Zo'n 150 mensen zijn in ons land actief in islamitische terreurnetwerken en richten zich op het rekruteren van jongeren voor de jihad en op de ondersteuning van terroristen. Ze werken onafhankelijk en zijn lastig te traceren.
Radicale moslims die onverdraagzaamheid prediken vinden in ons land weinig steun. Een aantal radicale imams heeft zich gematigder opgesteld onder druk van het publieke debat en de lokale politiek.