Neo-nazi's duiken weer op in Centraal-Europa
De afgelopen 14 jaar, in de overgang van het communisme naar het kapitalisme, leden de bruinhemden een bestaan in de marge, maar inmiddels treden ze steeds vaker in het openbaar.
Zo werd vorige week in Hongarije de opstand van 1956 herdacht; het eerste anticommunistische protest in Oost-Europa. Bruinhemden terroriseerden de boel echter zodanig dat veel straten moesten worden afgezet. De nazi's hebben in Hongarije ook een politieke stem, die (nog) niet in het parlement is vertegenwoordigd: de partij voor rechtvaardigheid en leven: MIEP.
Miep haalde tijdens de herdenking de zeer omstreden Britse Holocaustontkenner, David Irving, naar Boedapest om voor de Hongaarse televisie te verkondigen, dat de glorierijke opstand tegen de Russen in 1956 niets minder was geweest dan een revolte tegen het jodenregime.
In Centraal-Europa zijn in (souvenier)winkeltjes ook 'Mijn Kampf', Nazi-symbolen, complete SS-uniformen, Hitlerpoppetjes en portretten van Adolf Hitler volop verkrijgbaar.
Op Polen na hebben veel Centraal-Europese landen nog veel goed te maken met de joden. Hun toenmalige regeringen collaboreerden met de nazi's. Door de communistische overheersing heeft men geen kans gekregen met die gruwelijke erfenis af te rekenen. Maar gelijk nu regeringen de rol in de jodenvervolging langzaam aan gaan erkennen, rukken de neo-nazi's weer op.