Religie slecht voor goede schoolprestaties

Uit een onderzoek naar schoolprestaties van immigrantenkinderen is naar voren gekomen dat de schoolprestaties worden beïnvloed door de mate waarin 'religie' een rol speelt in het land van herkomst. Het onderzoek werd uitgevoerd onder kinderen van vijftien jaar in zestien West-Europese landen, Nieuw-Zeeland en Australië. De ouders van de ruim 9.000 kinderen waren afkomstig uit 46 verschillende landen. De resultaten van het onderzoek van Jaap Dronkers en Manon de Heus, beiden werkzaam bij het Europees Universitair Instituut in Florence, worden deze week in Berlijn gepresenteerd.

Kinderen met een islamitische achtergrond doen het wezenlijk slechter dan kinderen met een christelijke of oosters-religieuze achtergrond. Tot deze conclusie is men gekomen door gebruik te maken van Pisa, het internationale onderwijsonderzoek. De immigrantenkinderen van islamitische afkomst scoren stelselmatig een derde slechter dan de standaardafwijking van 100 punten, waarvan de gemiddelde score 500 punten bedraagt; volgens onderwijssocioloog Dronkers een fors verschil. Uit de resultaten blijkt overigens wel dat islamitische kinderen met hooggeschoolde ouders net zo goed scoren als immigrantenkinderen met een andere afkomst.

Jaap Dronkers spreekt in zijn onderzoek van het 'islameffect' dat hij niet alleen kan verklaren door het 'gastarbeidereffect'. Hij heeft nog twee andere verklaringen voor het effect gegeven in zijn onderzoek. Dronkers spreekt dan ook over discriminatie als een mogelijke oorzaak, want moslims zouden zich sneller gediscrimineerd voelen waardoor ze minder goed presteren in het onderwijs. Ook hun opvattingen over de verhouding tussen man en vrouw staat volgens Dronkers de ontwikkeling van de individu in de weg, hetgeen ook is aangetoond door een VN-onderzoek. Met name de culturele- en economische ontwikkeling in Arabische landen wordt gehinderd door de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen.