Hoe komt die stikstofneerslag toch in de duinen? Niemand weet het.
Binnen tien maanden moeten de drie kustprovincies Noord- en Zuid-Holland en Zeeland aangeven hoe ze hun stikstofneerslag gaan terugbrengen. Minister Christine van der Wal eist dat ze dat per gebied gaan aangeven, alleen weet niemand waarom er in het duingebied zo'n hoog niveau aan stikstof wordt aangegeven en wát er dus aan gedaan moet worden.
Er is duidelijk een verschil tussen metingen en berekeningen, de metingen zijn hoger dan verwacht. Het RIVM is al bezig met een oplossing, maar dat gaat nog even duren en zo lang hebben de provincies niet.
Anita Pijpelink, gedeputeerde uit Zeeland: "Daarom is het erg belangrijk dat bekend is wat de stikstofbronnen precies zijn, wat hun aandeel in de totale hoeveelheid is en wie er verantwoordelijk is voor het nemen van maatregelen."
Er is lang gedacht dat dit uit de zee zou komen, in de vorm van ammoniak. Daarmee zou de zee een grotere vervuiler zijn dan al het scheepsvaartverkeer of de landbouw. Er is echter nog geen duidelijke winnaar van 'de depositie olympische spelen'.
"Het is een wetenschappelijke discussie en dat maakt het ingewikkeld", zegt een woordvoerder van het RIVM. "Wij zeggen dat er ammoniak uit zee komt. Er zijn ook wetenschappers die zeggen: nee, er komt geen ammoniak uit zee."
Het RIVM heeft inmiddels de term 'ammoniak uit zee' uit zijn modellen gehaald en veranderd in 'meetcorrectie'. Echter is deze meetcorrectie nergens terug te vinden in de 'aandelen uitstoot per sector'.
"Het aandeel van de meetcorrectie, voorheen 'ammoniak van zee', is bijna even hoog als de depositie uit de landbouwsector", zegt Anita Pijpelink van de provincie Zeeland.
"Wanneer de bron van herkomst niet duidelijk is, is het ook niet mogelijk om gerichte maatregelen te nemen", zegt gedeputeerde Jeannette Baljeu van Zuid-Holland.
Gedeputeerde Esther Rommel in Noord-Holland ziet de bui al hangen, er wordt vast een andere boosdoener gezocht. "Als je dus een plan van aanpak moet maken moeten we wel weten waar de stikstof vandaan komt, want anders zou ik niet weten hoe ik moet verminderen. Wat het ook is, we gaan dat niet toeschrijven aan de andere sectoren."
In een reactie laat een woordvoerder van de minister weten dat er geen reden is om aan de planning van 1 juli 2023 te sleutelen.