Haïti: begrafenis vermoorde president Moise escaleert

De staatsbegrafenis van de Haïtiaanse president Jovenel Moïse werd ondanks strenge veiligheidsmaatregelen overschaduwd door geweld. Bij de ceremonie voor de 53-jarige, die ongeveer twee weken geleden werd vermoord, werden schoten gelost in de noordelijke stad Cap-Haïtien en gebruikten de veiligheidstroepen traangas. Een deel van de rouwenden ontvluchtte vervolgens de plaats van begrafenis. In de stad werden barricades opgeworpen en voertuigen in brand gestoken.

Leden van de regering, vertegenwoordigers van buitenlandse regeringen en diplomaten kwamen 's middags bijeen voor de buitenceremonie. De doodskist van de president was gehuld in de rood-wit-blauwe Haïtiaanse vlag en daaroverheen hing de presidentiële sjerp. Aanvankelijk verliep de ceremonie, die enkele uren duurde, zonder incidenten. Toen later buiten de begraafplaats werd geschoten en de politie traangas gebruikte, vluchtten sommige deelnemers temidden van wolken traangas weg.

Eerder deze week waren er al botsingen in de stad toen politiechef Léon Charles de veiligheidsmaatregelen voor de begrafenis inspecteerde. Veel inwoners van het noorden beschuldigen de veiligheidstroepen ervan Moïse niet voldoende te hebben beschermd. Ook op vrijdag werden verschillende straten in Cap-Haïtien geblokkeerd door barricades en auto's in vlammen. Verschillende winkels zijn afgebrand. Lokale en buitenlandse journalisten werden aangevallen door demonstranten.

Weduwe klaagt Haïtiaanse politiek aan
Moïse werd in de nacht van 7 juli in zijn huis in de hoofdstad Port-au-Prince doodgeschoten door een moordcommando. Volgens de politie behoorden "26 Colombianen en twee Amerikaanse burgers van Haïtiaanse afkomst" tot het commando. Sindsdien zijn meer dan twintig mensen gearresteerd. Volgens de politie was de aanslag gepland door Haïtianen met politieke ambities en connecties in het buitenland.

Voordat de begrafenis aanving speechte Moïse's weduwe Martine, die zelf gewond was geraakt bij de aanval op haar man, dat haar man "op brute wijze was vermoord". "Welke misdaad heb je begaan om zo'n straf te verdienen?" vroeg ze. De weduwe noemde de Haïtiaanse politiek "rot en oneerlijk" en zei dat haar man daar verandering in probeerde te brengen. "Het hele systeem" keerde zich "van de ene op de andere dag" tegen hem. Toch wil ze geen "wraak of geweld".

De moord stortte het Caribische land, dat al werd gekenmerkt door instabiliteit en grote armoede, in een nog diepere crisis. Moïse regeerde Haïti voor het laatst bij decreet nadat een parlementsverkiezing die voor 2018 gepland was, was uitgesteld, onder meer vanwege protesten tegen hem.