Massacrashes en zinderende finish in NASCAR-race Talladega, 'Home of the Big One'
In de NASCAR Cup Series stond de tweede race van de tweede playoffronde zondagavond op het programma en wel op de Talladega Superspeedway, Home of the Big One. Die bijnaam is er niet voor niks en de lokale schroothoop werd weer van een forse nieuwe aanvoer voorzien.
De race werd op gang gevlagd met Denny Hamlin en Kurt Busch op de eerste rij, met ook Martin Truex voorin...en na minder dan één ronde werd het geel al gezwaaid: Christopher Bell spinde met een klapband, Tyler Reddick kon hem niet meer ontwijken.
Kort na de herstart ging het opnieuw fout: John Hunter Nemechek maakte een foutje, wat erin resulteerde dat Ricky Stenhouse Jr opzij ging en hard tegen de muur knalde - zonder persoonlijke schade, gelukkig. Een volgende herstart duurde ook maar een halve ronde, want dit keer kwam Corey LaJoie stil te staan.
Bell en Reddick na een halve ronde in de problemen
Met Hamlin voorop konden we nu dan echt weer door, tot de competition caution. Met Joey Logano en Aric Almirola voorop - Hamlin was tijdens de pitstops wat teruggezakt - werd het groen weer gezwaaid. Het veld reed in typische superspeedwaystijl - veel positiewisselingen - richting het einde van stage één...tot het fout ging.
Leider Almirola werd rondgetikt door Alex Bowman - die zelf ook weer een tikje kreeg - en ging net niet over de kop, waarna Kyle Busch ook een tik kreeg en in de rondte geduwd werd. De regerend kampioen, die dit jaar nog stééds niet gewonnen heeft, kwam met vier wielen los van de grond, maar leek te ontsnappen aan ernstige schade.
Onder geel werd de stage afgerond, met Chris Buescher als verrassende winnaar. Dit keer reden Chase Elliott en Brad Keselowski bij de herstart voorop, tot Kyle Busch - die opvallend genoeg 'gewoon' weer reed - al vrij snel voor een caution zorgde wegens troep op de baan, nadat een van zijn banden het begaf.
Almirola en Kyle Busch crashen
Na een caution volgt een herstart, Buescher, Keselowski en de aan elkaar getapete auto van Reddick reden voorop. Zo ging dat door, tot Ryan Blaney de muur raakte: caution, hoewel het allemaal niet zo noemenswaardig was. Dat gold ook voor wat er verder in de stage gebeurde, tot twaalf ronden voor het einde daarvan.
Clint Bowyer gaf Jimmie Johnson een tikje, waarna de zevenvoudig kampioen tegen de op plek drie rijdende Kurt Busch aan tikte. Busch vloog meters hoog door de lucht, maar landde op zijn banden en was in orde, hoewel hij uiteraard wel forse schade had - net als onder meer Bowyer zelf en playoffcoureur Austin Dillon.
Na een nieuwe forse onderbreking konden we wederom door, met Chase Elliott en William Byron nu vooraan. De stage werd verder in elk geval nog zonder caution afgemaakt - hoewel het niet veel scheelde - en Truex pakte daarbij de stagewinst. Met ducttapereclamebord Reddick voorop werd het groen weer gzwaaid, ook Keselowski en Bowman zaten er lekker bij.
Kurt Busch vliegt door de lucht
De volgende caution kwam er dankzij Jimmie Johnson, van wie er van alles op de baan wapperde. Logano, Byron en Kevin Harvick namen het voortouw bij de herstart en dit keer bleef het best een tijdje goed gaan: met tien ronden te rijden zat het veld nog altijd redelijk onder controle bij elkaar, zonder overdreven agressief geduw en getrek en met ook Bubba Wallace voorin.
Met een goede handvol ronden kwam er dan toch weer een caution: Wallace werd door Ryan Preece tegen de muur getikt, waarbij zijn auto de nodige schaafwonden opliep, en achterblijver James Davison kwam ook even in beeld met van zijn auto af wapperende rommel. Nadat de boel wat opgeruimd was konden we beginnen aan het slotstuk: overtime.
Matt DiBenedetto en Logano voorop begonnen de mogelijk laatste twee ronden, maar dat werden toch niet de laatste twee: een forse crash, verzorgd door Reddick, bracht ons weer terug bij een nieuwe overtime. Logano, Harvick en de van ellende uit elkaar vallende Kyle Busch waren er onder meer bij betrokken, naast nog een horde andere coureurs zoals Dillon en Truex.
De overtime ging niet helemaal goed, voor Kyle Busch was het nu toch echt klaar
Na een lange onderbreking konden we eindelijk weer door, hoewel de vraag vooral ook was wie er nog genoeg brandstof had voor twee volle ronden. DiBenedetto en Elliott begonnen vooraan, met middenmoters Ryan Preece en John Hunter Nemechek achter zich. Dat ging allemaal wéér niet goed, Wallace werd de muur in getikt en een volgende forse crash was het gevolg.
Een volgende herstart was de volgende stap, Matt DiBenedetto voorop: lastig, want hij was tijdens de caution niet gestopt en leek bijzonder krap te zitten met zijn brandstof. Hamlin reed naast hem en was wel gestopt, net als een paar mannen achter de voorste twee, waardoor het wederom de vraag was wie het twee volle ronden vol zou kunnen houden.
Het werd totale chaos: JJ Yeley crashte, maar dat boeide niet, Keselowski crashte in de laatste halve ronde, ook niet boeiend. Erik Jones was de hele race nog niet in beeld geweest en reed ineens op plek twee, achter DiBenedetto. Die gingen allemaal tegen elkaar aan en ook Byron en Hamlin en Buescher kwamen erbij, wat een doldwaze laatste ronde opleverde.
Na een bizarre finish was het Hamlin die als eerste de finish passeerde, welgeteld 0,0023 seconden vóór DiBenedetto. Even was er nog discussie, Hamlin kwam onder de dubbele lijn terecht en dat kon hem een probleem opleveren, maar vrij snel werd duidelijk dat Hamlin toch echt won - tot verdriet van DiBenedetto, die zo wéér net naast zijn allereerste zege greep.
De werkelijk zenuwslopende finish