Vooroordelen over LHBTI+'ers veranderen
In het kader van Pride Week, plaatst het Ministerie van Justitie en Veiligheid deze week verschillende portretten van LHBTI+’ers uit het werkveld. In deze editie: Iwan Trip. Iwan werkt als woonbegeleider Gesloten Gezinsvoorziening bij Detentiecentrum Zeist als onderdeel van Dienst Justitiële Inrichtingen.
Iwan: "Ik werk bij justitie als woonbegeleider binnen de vreemdelingenbewaring. En specifiek op de Gesloten Gezinsvoorziening (GGv) in Zeist. Daar begeleid ik gezinnen en alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV) om mee te werken aan hun terugkeer. Ik ben het aanspreekpunt ten aanzien van alle aspecten tijdens hun verblijf. Zo help ik ze om in contact te komen met advocaten of familie en vrienden in Nederland. Ik help hen om, ondanks alles zich thuis te laten voelen in de woonunit en stimuleer de kinderen en AMV’ers om onderwijs te blijven volgen. Samen met collega’s organiseer ik sport- en spelactiviteiten, bieden we een luisterend oor en nog veel meer.
Bij ons op de GGv is bijna iedereen wel vertegenwoordigd, er verblijven bijvoorbeeld ook transgenders. Jaren terug werden zij op de extra zorgafdeling geplaatst. Niet voor zorghulp maar voor hun eigen veiligheid. Nu worden ze gewoon bij de dames geplaatst. Je hoort van hun dat in het land van herkomst de acceptatie van LHBTI+’ers minder is. Hier in Nederland is dat veel opener en dat merken ze ook al in de omgang met collega’s die er veel makkelijker mee omgaan. Er is meer ruimte om er over te praten. Maar niet iedereen die wij hier spreken is daar open over. Zo was er ook een gezin met twee lesbische vrouwen. Zij waren een stuk rustiger en terughoudender naar mij toe over hun geaardheid.
Daar heeft iedereen zijn of haar eigen manier in. Toevallig ken ik iemand die niet uit de kast durft te komen en daar gesprekken met mij over heeft. Deze persoon is hier niet zo open over als ik en daar heb ik dan ook respect voor. In zo’n situatie kan ik mijn ervaring delen over hoe ik toen uit de kast ben gekomen.
Door met vreemdelingen binnen de LHBTI+ gemeenschap over dit onderwerp in gesprek te gaan, voelen ze zich vaak wel gehoord en verlaagt dat de druk die ze ervaren. Wanneer ze weer moeten vertrekken, nemen ze wel dat mee. Naast nieuwe contacten ook meer een gevoel van eigenwaarde. Dat het dus niet erg is om te zijn wie je bent. Dan krijg je toch een dankjewel en zetten ze meer gerust hun reis voort. Dat vind ik fijn om te zien.
Ook dat zit in mijn werk als woonbegeleider. Dat je ze voorstelt aan anderen en ze helpt om een netwerk op te bouwen. Soms is er acceptatie en soms doen anderen er lacherig over, dan is er onbegrip over dat iemand transgender is bijvoorbeeld. Dan probeer ik wel altijd het gesprek aan te gaan om hierover te praten. Daar komen weleens mooie discussies uit. Soms veranderen ze hun vooroordelen en krijgen ze een andere blik op het onderwerp.
Ik ben zelf wel altijd heel erg open geweest over mijn homoseksualiteit, naar de bewoners en naar mijn collega’s. Ik word gewaardeerd en gerespecteerd en het is nooit een probleem geweest in ons diverse team. Maar soms merk ik wel dat als een situatie zich voordoet waarbij LHBTI+’ers bij GGv komen, er mijn kant op wordt gekeken. Misschien omdat ik wat meer raakvlakken en er ervaring mee heb. Zo zie ik ook dat de professionaliteit naar bijvoorbeeld transgenders echt aanwezig is op de werkvloer.
Dit verhaal wil ik graag delen, omdat ik vind dat het goed is om te weten dat ook in de vreemdelingenbewaring mensen werken en vertegenwoordigd zijn die onderdeel uitmaken van de LHBTI+ gemeenschap.”
Doordat het vanwege de coronacrisis niet mogelijk is om zelf actief bij de Canal Parade mee te kunnen varen, viert het Ministerie van Justitie en Veiligheid dit jaar individuele vrijheid door LHBTI+’ers uit het werkveld in deze vorm voor te stellen.