Hardleerse vuurwerkknutselaar hoort 30 maanden cel eisten
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vrijdag voor de rechtbank in Rotterdam 30 maanden gevangenisstraf geëist tegen een vuurwerkknutselaar. Het OM verwijt de 28-jarige man uit Leerdam het voorhanden hebben van illegaal vuurwerk evenals het vervaardigen en bewerken van vuurwerk vanuit zijn woning.
In oktober vorig jaar trof de politie, naar aanleiding van een tip, 65 kg licht illegaal vuurwerk (nitraten, vuurpijlen en strijkers), 246 stuks zwaar illegaal vuurwerk (mortierbommen, lawinepijlen en bangers) en 105 kg consumentenvuurwerk in de woning van de verdachte aan. Ook werden zelf in elkaar geknutselde stukken vuurwerk (pijpbom, shell en lampvoetbom), flitspoeder, een grote hoeveelheid XTC pillen, contant geld, wapens (o.a. stroomstootwapen, boksbeugels, imitatievuurwapen, vlindermessen) en munitie aangetroffen. De EOD moest ter plaatse komen en de naast gelegen woningen moesten worden ontruimd.
Ernst van de feiten
Er is een grote hoeveelheid illegaal vuurwerk aangetroffen in een rijtjeswoning in Leerdam. De gevaarzetting was heel groot, dit zware vuurwerk kan ernstig en zelfs dodelijk letsel veroorzaken. Verdachte heeft hiermee onaanvaardbare veiligheidsrisico’s genomen.
Door het opslaan van vuurwerk in een woning midden in een woonwijk zijn buren en hun woningen in gevaar gebracht. Verdachte heeft hiervoor geen oog gehad en heeft zich uitsluitend laten leiden door zijn passie voor vuurwerk. Bovendien heeft verdachte harddrugs verkocht en had hij wapens en munitie voorhanden.
Strafmaat
Verdachte is eerder veroordeeld voor soortgelijke overtredingen. Het is zorgelijk dat hij weer verdacht wordt van dit soort feiten. Kennelijk heeft hij niet geleerd van de eerdere veroordeling, aldus de officier.
Gelet op de grote hoeveelheden vuurwerk en verdovende middelen die zijn aangetroffen en de recidive vindt de officier een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 30 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar dan ook op zijn plaats.
Ook eist zij een meldplicht bij de reclassering, een behandeling bij een forensische zorginstelling en de verplichting voor verdachte om een betaalde baan of goedgekeurde dagbesteding te krijgen.