Vervuiling arctische diepzee verontrustend
De vervuiling van de arctische diepzee neemt verontrustende vormen aan. De hoeveelheid glas, plastic en visnetten die 2500 meter onder het wateroppervlak is aangetroffen, is het laatste decennium aanzienlijk toegenomen. Dat blijkt uit langjarig onderzoek van de Duitse wetenschappers Mine Banu Tekmann en Melanie Bergmann van het Alfred Wegener-Instituut in Bremerhaven.
Sinds 2002 volgen ze op twee meetplekken in de Fram Straat tussen Groenland en Spitsbergen de ontwikkelingen op de zeebodem met een op afstand bedienbare camera. Aan de hand van duizenden foto's kon worden vastgesteld dat in de periode tot 2014 het aantal vuildeeltjes per vierkante kilometer in het gebied gemiddeld 3485 bedroeg, met als triest dieptepunt 6333 in 2014.
Ronduit dramatisch was de toestand op het noordelijkste meetstation. "Hier is de verontreiniging in een decennium meer dan vertwintigvoudigd. In 2004 spotten we slechts 346 stukjes afval. Tien jaar later waren het er 8082", zei biologe Tekmann. "En dan hebben we het nog alleen over partikels van ten minste twee centimeter groot."
Drukker
Het glas op de zeebodem laat zich het gemakkelijkst verklaren. Omdat dat materiaal zich nauwelijks verspreidt maar direct naar de zeebodem zakt, is de toename een logisch gevolg van de steeds drukker wordende scheepvaart in het gebied.
Waar al het plastic zwerfafval vandaan komt is lastiger vast te stellen, al staat buiten kijf dat de Golfstroom slecht afbreekbaar materiaal over grote afstanden vervoert van zuid naar noord in de Atlantische Oceaan voordat het op grote diepte terechtkomt. Mogelijk speelt ook smeltend poolijs een rol.
Vervuiling arctische diepzee verontrustend (Foto: ANP)