Technologiesector beknot Wall Street
De Amerikaanse beursindices verloren dinsdag terrein, vooral in de laatste fase van de handelssessie. Verliezen bij technologiefondsen en producenten van consumentengoederen overschaduwden een koersherstel bij energiefondsen.
De Dow-Jonesindex sloot 0,7 procent lager op 17.068,87 punten. De S&P 500 daalde 0,9 procent tot 1972,74 punten en de door technologiefondsen gedomineerde Nasdaq verloor 1,2 procent tot 4547,84 punten. Giganten als Microsoft, Google en Facebook leverden tot 3,4 procent in.
Energiebedrijven als Range Resources, Nabors Industries en Diamond Offshore, de afgelopen weken hard geraakt door de dalende olieprijzen, wonnen 2,2 tot 5,1 procent. Een vat Amerikaanse olie werd 0,1 procent duurder op 55,98 dollar.
Witgoedfabrikant Whirlpool (min 4,9 procent) verlaagde zijn winstverwachting voor dit jaar naar 10,90à 11,10 dollar per aandeel, waar eerder werd gerekend op 11,50 tot 12 dollar per aandeel. Het bedrijf gaf als reden voor de bijstelling "ongunstige" wisselkoerseffecten en kosten verbonden aan twee overnames.
Vliegtuigbouwer Boeing en industrieel conglomeraat 3M verhoogden hun dividenden en werden daarvoor beloond met koerswinsten van respectievelijk 1,8 en 1,4 procent. Boeing verhoogde bovendien de omvang van een aandeleninkoopprogramma naar 12 miljard dollar en 3M gaf aan winstgroei te verwachten in 2015.
Gezien de recente reeks overwegend gunstige macrorapporten wordt op Wall Street al een tijdje gespeculeerd over het moment waarop de Fed besluit de rente te verhogen. De Fed hield het tot nu toe bij de toezegging dat de rente nog "aanzienlijke tijd" laag blijft, maar economen verwachten dat die zinsnede woensdag wordt geschrapt.
Op macro-economisch gebied kwam een uur voor de handelsaanvang nog een opsteker over de huizenmarkt naar buiten. Het aantal nieuwbouwwoningen bleef in december voor de derde maand op rij boven 1 miljoen stuks op jaarbasis.
"Het algemene beeld voor de Amerikaanse economie is gunstig, dat zal de Fed bevestigen", aldus een handelaar. "Er wordt veel gehandeld op basis van krantenkoppen, die de laatste tijd veelal over de olieprijzen en kelderende valuta gaan. Die zaken staan los van de fundamentele elementen waarop goede beleggingen zouden moeten worden beslist".
De euro was 1,2512 dollar waard, tegen 1,2508 dollar bij het slot van de Europese beurzen.