Schietende agent terecht niet vervolgd
Het Openbaar Ministerie heeft een goede beslissing genomen door de politieman die een voetballer in het centrum van Amsterdam doodschoot niet te vervolgen. Dat heeft het gerechtshof in Amsterdam donderdag bepaald na bestudering van beelden die met beveiligingscamera's zijn gemaakt. Volgens het hof is de kans klein dat een strafrechter tot een veroordeling zou komen.
De politieman schoot in 2011 de 31-jarige Michael Koomen dood op de Spiegelgracht. De aanvoerder was met zijn voetbalteam het kampioenschap aan het vieren toen de agent twee teamleden aanhield. In de daaropvolgende worsteling werd de agent een politiebusje in geduwd en bij de keel gegrepen. De agent loste daarop vier schoten. Koomen, die de ruzie probeerde te sussen, werd dodelijk in zijn bovenlichaam getroffen.
Omdat de politieman werd geconfronteerd met aanhoudend geweld, zou een rechter altijd concluderen dat de man uit noodweer handelde, aldus het gerechtshof. "Het is aannemelijk dat de politieman vreesde voor een noodlottige afloop en hij geen andere mogelijkheid zag dan het lossen van schoten."
Het Openbaar Ministerie besloot in 2012 de politieagent niet te vervolgen. In onderzoek van de Rijksrecherche was geconcludeerd dat de hondentrainer niets viel te verwijten. Familieleden van de man spanden daarop een zogeheten artikel 12-procedure aan, waarbij het gerechtshof kijkt of het terecht is dat het OM iemand niet vervolgt. Volgens de nabestaanden is de officier van de justitie een oud-collega van de hondentrainer en is sprake van belangenverstrengeling.