FOK!toen: JFK (deel 2)
In november 1963 begon John F. Kennedy aan de campagnes voor de presidentsverkiezingen van 1964. Kennedy wilde graag zijn ambtstermijn verlengen en besloot om zijn campagne te laten beginnen in de staat waar de cijfers bij de vorige verkiezingen het laagst waren uitgevallen. Dat was dus de staat Texas. Na de steden Houston en San Antonio, waar de jonge president met veel gejuich was ontvangen, stond op 22 november een bezoek aan de stad Dallas op het programma.
Dallas 22-11-1963
22 november 1963
Het bezoek aan de stad Dallas week af van de voorgaande dagen. Een FBI-agent had een opname gemaakt van een telefoongesprek waarin gesproken werd over een aanslag op die dag. Zodoende besloot men op het laatste moment af te wijken van de geplande route. In de Lincoln Continental zaten president Kennedy, zijn vrouw Jackie, gouverneur John Conally en zijn vrouw Nellie en Roy Kellerman, een medewerker van de Amerikaanse geheime dienst. Achter het stuur van de limousine zat agent Bill Greer.
Volk bij Elm Street wachtende op de president
Toen de presidentiële stoet in de richting van Dealey Plaza reed vond er een vreemde gebeurtenis plaats. In Houston Street had een man om 12.15 uur een zware epileptische aanval gekregen en was een ambulance opgeroepen om te assisteren. Veel van de aanwezige pers had natuurlijk aandacht voor deze kwestie en zagen zo niet dat de presidentiële stoet afgeslagen was op Elm Street.
Terwijl de auto's langs de Texas School Book Depository reden hoorden mensen wel een knal maar de meeste aanwezigen dachten aan vuurwerk of een knallende uitlaatpijp. Toen vervolgens nogmaals twee schoten klonken hadden de meesten wel in de gaten dat er iets goed mis was en doken op de grond.
Uit de Leeuwarder Courant van 23 november 1963 2
Gouverneur Connally, die net als Kennedy een Tweede Wereldoorlogs-veteraan was, zou later getuigen dat hij het geluid van het precisiegeweer meteen had herkent. Conally keek over zijn rechterschouder maar zag de president niet meer achter hem zitten. De gouverneur draaide zich naar zijn linkerkant en keek nogmaals achterom. Op dat moment werd de gouverneur vlak onder zijn schouderblad geraakt door een kogel. Het enige wat Conally nog riep was: "Oh, no, no, no. My God. They're going to kill us all!"
Uit de Leeuwarder Courant van 23 november 1963
Nellie Conally, de vrouw van de gouverneur, zou getuigen dat ze een angstaanjagende knal achter zich hoorde. Ze keek naar de president die op dat moment zijn armen en ellebogen omhoog hield terwijl hij met zijn handen zijn gezicht en keel bedekt had. Op dat moment hoorde ze nog een knal en hoorde ze haar man gillen. De gouverneursvrouw was nog niet van de schrik bekomen toen er nog een schot klonk en zowel de achterbank van de limousine als de vrouw bedekt waren met stukjes schedel, hersens en bloed van de president.
Clint Hill
United States Secret Service Special Agent Clint Hill, die op de treeplank van een volgauto stond, was als eerste bij de presidentiële auto. De agent zou getuigen dat hij nog twee schoten had gehoord nadat hij bij de auto was aangekomen. Hill zag hoe de presidentsvrouw op de achterkant van de auto gekropen was, waarschijnlijk om een stuk van de kapotgeschoten schedel van John F. Kennedy te pakken. Hill sprong achter op de limousine die met een enorme vaart in de richting van het Parkland Memorial Hospital reed. Jacqueline Kennedy hield haar man stevig vast en legde zijn hoofd op haar schoot.
Uit het Limburgs Dagblad van 23 november 1963
Om 12.55 uur werd John Fitzgerald Kennedy officieel doodverklaard. Een uur later werd zijn stoffelijk overschot in een doodskist geplaatst en vervolgens aan boord van de Air Force One gebracht. Nog eens 38 minuten later werd vicepresident Lyndon B. Johnson aan boord van de Air Force One beëdigd als nieuwe president van de Verenigde Staten.
De Telegraaf van 23 november 1963
De Moordenaar
J. D. Tippit was een Amerikaanse politieagent die als eerste een verdachte aan probeerde te houden. De agent werd met vier pistoolschoten gedood. Diverse getuigen zouden verklaren dat ze Lee Harvey Oswald van het plaats delict zagen weglopen met een wapen in zijn hand. Sommige getuigen spraken echter over twee personen. Volgens de commissie-Warren had Oswald, een Amerikaan met communistische sympathieën, vanuit een hoekraam op de zesde verdieping van het boekenmagazijn driemaal op de president hebben geschoten.
Het arrestatierapport van Lee Harvey Oswald
Volgens de commissie waren alle verwondingen in de auto door slechts twee kogels veroorzaakt. Het eerste schot doorboorde Kennedy hoog in de rug, door de keel, kwam via de hals naar buiten en raakte daarna de gouverneur. Iets minder dan 5 seconden later werd de president fataal in zijn hoofd geraakt. Een derde schot had de auto gemist maar de commissie kon niet precies duiden waar deze kogel gebleven was. De commissie onder leiding van Earl Warren ging er vanuit dat er sprake was van slechts één schutter, een redenering die niet door iedereen ondersteund werd.
De arrestatie van Lee Harvey Oswald
Oswald werd in eerste instantie alleen opgepakt als verdachte van de moord op agent Tippit, maar kreeg al snel van aanwezige journalisten te horen dat men hem ook verdacht van de moordaanslag op president Kennedy. Oswald kreeg echter geen kans om op de beschuldigingen te reageren. Twee dagen na de moord op Kennedy stond Oswald op het punt om te worden overgebracht naar de lokale gevangenis toen hij voor het oog van de camera werd neergeschoten door nachtclubeigenaar Jack Ruby. Net als Kennedy zou ook Lee Harvey Oswald overlijden in het Parkland Memorial Hospital.
Lee Harvey Oswald
Lee Harvey Oswald, die tijdens de moord op Kennedy 24 jaar was, had in zijn korte leven al heel wat meegemaakt. Oswald was op 18 oktober 1939 in New Orleans in de staat Louisiana geboren als halfwees. Zijn vader Robert Edward Lee Oswald was twee maanden voor zijn geboorte overleden aan een hartinfarct en zijn vrouw bleef hoogzwanger achter met zoon Robert (1934) en John Edward Pic (1896-1939), een zoon uit een eerder huwelijk. Als Oswald zijn achttiende verjaardag viert is het gezin al zo'n 22 keer verhuisd en heeft Lee op 12 verschillende scholen gezeten. Na zijn achttiende verjaardag komt hij bij het korps mariniers, waar Oswald een vreemde eend in de bijt is. Lee leest graag boeken en heeft interesse voor het communisme. Oswald werd opgeleid tot radarspecialist en werd gelegerd op de mariniers luchtvaartbasis El Toro in het Californische Irvine. Vanaf deze basis werden ook vaak spionagevluchten boven de Sovjet-Unie uitgevoerd.
Volgens medemariniers was Oswald geen erg goede scherpschutter maar toch wist hij de op één na hoogste onderscheiding voor precisieschieten in de wacht te slepen. Nadat Oswald de marine had verlaten ging hij een tijd in Rusland wonen waar hij met de twee jaar jongere Marina Proesakova trouwde. Nadat zijn eerste dochter was geboren keerde Oswald met zijn jonge gezinnetje terug naar Amerika. Terug in New Orleans begon Oswald zich steeds meer te profileren als een persoon die anti-Kennedy en pro-Castro was. Ze deelt hij pamfletten uit met de titel 'Hands Off Cuba' en werkt voor het Fair Play for Cuba Committee. Daarnaast bewoog Oswald zich ook graag in kringen van anticommunistische Russen, waarvan de belangrijkste de aristocraat George de Mohrenschildt was.
De gemanipuleerde Oswald foto's
In maart 1963 had Oswald, volgens de Commissie-Warren, via een postorderbedrijf een Mannlicher Carcano, een uit de Tweede Wereldoorlog stammend geweer, gekocht voor nog geen dertig dollar. Oswald had het oude schietijzer gekocht onder het alias Alek J. Hidell. Deze zou later in verband worden gebracht met de moord op president Kennedy. Via het registratienummer van het in het schoolboekenmagazijn gevonden geweer komt men al snel bij Hidell uit. Nadat Oswald op het politiebureau is gebracht vanwege verdenking van moord op politieman J.D. Tippit vind men een identificatiebewijs op naam van Hidell tussen Oswalds persoonlijke eigendommen. Ook had men in de woning van Oswald foto's gevonden waarop hij met het geweer en een radicaal links blad afgebeeld stond. Oswald ontkende echter bij hoog en laag dat hij de persoon op de foto was en dat hij erin geluisd was. Bij later onderzoek zou blijken dat de foto inderdaad bewerkt was en dat men het hoofd van Oswald op iemand anders zijn lichaam had geplaatst. De Commissie-Warren was er van overtuigd dat Oswald de enige schutter was, die driemaal vanuit een raam op de vijfde verdieping van het schoolboekenmagazijn op de presidentiële stoet had geschoten. Het eerste schot had zijn doel gemist, de tweede kogel doorboorde zowel John F. Kennedy als gouverneur Conally en de derde en laatste kogel raakte de president vol in zijn hoofd. Er was echter iets heel erg vreemds aan de hand met die tweede kogel.
De magische kogel
Een belangrijk stuk bewijs werd gevonden in de filmopnames van Abraham Zapruder. Zapruder was een fabrikant van dameskleding die vanaf het grasheuveltje op Dealey Plaza de toer van de Amerikaanse president met zijn Bell and Howell 414 PD 8mm-camera had gefilmd. De opnames van Zapruder zouden de bron vormen voor diverse complottheorieën. Zo zouden de beelden duidelijk aantonen dat de president van meer dan één kant beschoten werd. Zo ging er een theorie waarin men beweerde dat Kennedy door chauffeur Bill Greer neer zou zijn geschoten met een pistool. Dit bleek bij nadere bestudering van de beelden een weerkaatsing van het zonlicht op het haar van geheim agent Roy Kellerman te zijn.
In het 26 seconden durende filmpje van Zapruder is te zien dat er 5,6 seconden zit tussen de eerste keer dat Kennedy is geraakt tot het moment dat zijn hoofd uit elkaar spat. Met het Mannlicher Carcano geweer kon maximaal driemaal geschoten worden in die tijd en zodoende kwam de Commissie-Warren met de Single Bullet Theory. Het tweede schot dat Oswald had afgevuurd kwam rechtsachter en schuin boven in Kennedy’s rug terecht, maakte een rare draai naar boven en kwam er bij zijn keel weer uit. De kogel wachtte vervolgens een seconde; draaide met een bocht naar Connally’s rechterschouder, verbrijzelde een rechterrib, kwam net onder de rechtertepel naar buiten, drong zijn pols binnen en maakte een knik omhoog en dán weer naar beneden, verliet zijn pols en boorde zich vervolgens in Conally's linkerbovenbeen. Het rare was dat men de kogel aantreft op een brancard waarop de gouverneur bij het hospitaal naar binnen was gereden. De kogel was dus 'gewoon' uit zijn been gevallen. Wat nog minder te verklaren was, is het feit dat men op röntgenfoto's kogelfragmenten ziet in het lichaam van Conally, terwijl de kogel in kwestie in een vrijwel egale toestand was aangetroffen.
Een of twee schutters?
Over de vraag wie precies verantwoordelijk is of zijn voor de moord op president Kennedy bestaan inmiddels diverse theorieën. Zo was het niet duidelijk of er nou één of twee schutters waren geweest.
De 'één schutter' theorie:
Het belangrijkste argument dat er maar één schutter was geweest kwam van de diverse getuigen die op Dealey Plaza naar de optocht stonden te kijken. Merendeel van deze getuigen zouden verklaren dat ze enkel schoten hoorden komen uit het Schoolboekendepot. Een kleiner aantal mensen hadden echter schoten horen komen uit de richting van de 'grassy knoll', een ommuurde grasheuvel met goed zicht op Elm Street. Een handjevol mensen beweerden dat ze schoten uit meerdere richtingen hadden gehoord.
Bonnie Ray Williams, werknemer van het Schoolboekendepot, was tijdens de aanslag aan het lunchen op de vijfde verdieping toen hij iemand van een verdieping hoger hoorde schieten. Toen Williams uit een raam naar boven keek werd hij geraakt door naar beneden vallende kalkresten.
Kort na de moord werd er op de vijfde afdeling van het depot een tussen dozen verstopt Mannlicher-Carcano geweer gevonden. Via het serienummer kon men het geweer linken aan Alek J. Hidell, een schuilnaam die al vaker was gebruikt door Lee Harvey Oswald. Dat Oswald en Hidell één en dezelfde persoon waren bleek wel uit het feit dat Oswald een identiteitsbewijs had, voorzien van de schuilnaam. Oswald had naar eigen zeggen die ochtend een langwerpige papieren zak bij zich waarin gordijnrails zou hebben gezeten. De gordijnrails werden niet in het pakhuis teruggevonden. Er bestaan een drietal foto's waarop we Oswald met het bewuste geweer kunnen zien staan. Deze foto's werden door Oswalds vrouw gemaakt. Enkele maanden voor de moord op Kennedy pleegde Oswald een aanslag op generaal Walker, een leider van een rechtse beweging en politiek tegenstander van Kennedy. Volgens Oswalds vrouw Martina was Oswald ook van plan geweest om een aanslag op Richard Nixon te plegen.
Het geweer waarmee Kennedy neergeschoten zou zijn
De voorruit van de limousine werd van binnenuit geraakt. Dat duidt op een schot dat van achteren kwam.
De 'twee schutters' theorie:
Een zeer belangrijke aanwijzing voor meerdere schutters zien we in de 8mm filmopnames van Abraham Zapruder, die vanaf de grasheuvel waren gemaakt. In de 28 seconden duren de film van Zapruder zien we hoe de president eerst naar zijn hals grijpt, waarna zijn hoofd met grote kracht naar achteren wordt geslagen.
Meer dan vijftig getuigen hoorden schoten en zagen rookwolkjes uit de richting van de grasheuvel. Die grasheuvel bevond zich op het moment van het schieten voor de limousine.
Het bestaan van meerdere getuigen die de ene kant op wijzen als getuigen die de andere kant met stelligheid op wijzen, bevestigd de theorie dat er van meerdere kanten is geschoten. Getuigen werden daarbij geleid door het voor hen dichtstbijzijnde schot. Als er vanaf één positie zou zijn geschoten zou dat duiden op het feit dat een complete groep mensen zich zou vergissen en dat lijkt nogal onaannemelijk.
Een getuige die aangaf dat hij iemand met een geweer bij de grasheuvel had gezien werd tegengehouden door de aanwezige politie.
Geheim agent Roy Kellerman, die ook in de limousine zat, meende dat Kennedy viermaal en Conally driemaal was geraakt. Ook zag hij een groot gat in het achterhoofd van Kennedy, wat zou kloppen met een van voren afgevuurde kogel. Ook geheim agent Clint Hill zou beschrijven dat hij zag dat de rechterhersenhelft van het hoofd van Kennedy weggeschoten was. Het lag op de achterbank van de auto.
Verschillende getuigen zagen een gat in de ruit van de limousine en niet enkel een scheur zoals de Commissie-Warren had beschreven.
Diverse getuigen, waaronder een aantal gevangenen uit een nabijgelegen huis van bewaring zagen twee donkere mannen in het Boekendepot lopen met een geweer. Ze dachten echter dat het politieagenten betrof en schonken er verder geen aandacht aan. De mannen werden echter op een andere afdeling gespot dan de verdieping waarvan zou zijn geschoten. Ook de gevonden kogelhulzen in het depot waren op zijn zachtst gezegd nogal twijfelachtig. Het leek alsof ze er netjes gerangschikt waren neergelegd.
Bij het Mannlicher-Carcano geweer van Oswald werd geen kogelmagazijn gevonden. Hierdoor werd het afvuren van het geweer binnen 5 seconden zo goed als onmogelijk. Scherpschutters van de politie zouden later de aan Oswald toegeschreven handeling proberen na te doen maar slaagden daar, ondanks beter materiaal, geen van allen in.
Vanaf het bewuste raam waaruit Oswald op de stoet zou hebben geschoten werd het schootsveld van de schutter belemmerd door een boom. Daarbij had het oude geweer uit de Tweede Wereldoorlog een slecht vizier.
Slechts één minuut na de schietpartij werd Oswald aangetroffen door twee politieagenten op de eerste verdieping. Oswald was echter niet buiten adem, wat wel het geval had moeten zijn als hij zo snel vanaf de zesde verdieping naar beneden was gerend.
De foto's waarop we Oswald met het geweer zien staan zijn door diverse deskundigen aangemerkt als vervalsingen. Wie deze vervalsingen heeft gemaakt is onbekend.
Uit de Leeuwarder Courant van 25 april 1964
De Commissie-Warren
Al snel na de moord werd het Lyndon Baines Johnson duidelijk dat er een onafhankelijke onderzoekscommissie moest worden ingesteld. Er waren veel onduidelijkheden en de Texaan wist dat het Amerikaanse volk een gedegen onderzoek zou eisen.
Op 29 november 1963 werd de officiële Commissie-Warren opgericht door de nieuwe president Lyndon B. Johnson. De Commissie bestond uit opperrechter Earl Warren, Richard Russell, Jr. en John Sherman Cooper (twee senatoren), Gerald Ford en Hale Boggs (van het huis van afgevaardigden), Allan W. Dulles (een voormalig directeur van de CIA) en John J. McCloy (ex-directeur van de wereldbank). Vooral de keuze voor de oud-CIA directeur was opvallend. Dulles was eerder in september 1961 door Kennedy ontslagen na het fiasco in de Cubaanse Varkensbaai.
De commissie leverde na een onderzoek van zes maanden een 888 bladzijden tellend rapport over de moord af, plus 26 delen getuigschriften, met een totaal van 26.000 bladzijden. De eindconclusie van de Commissie luidde dat Oswald Kennedy had vermoord, en dat hij daarbij alleen had gehandeld. De commissie verwees naar de tijd die hij in de Sovjet-Unie had doorgebracht en zijn adoratie voor zowel Cuba als Castro. Oswald was een zonderlinge eenling geweest die geheel op eigen kracht tot zijn daad was gekomen. Van een samenwerking kon absoluut geen sprake zijn volgens de Commissie-Warren.
De FBI speelde een belangrijke rol in het onderzoek dat meteen na de moord had plaatsgevonden. Slechts zeventien dagen na de moord presenteerde de FBI een rapport aan de Commissie-Warren. Later zou men erkennen dat het een haastklus was geweest die het onderzoek niet ten goede was gekomen. De FBI en de Commissie-Warren zouden echter een afwijkende mening hebben over de drie geweerschoten. Volgens de FBI was Kennedy bij het eerste schot geraakt, de tweede Conally en was het derde schot de fatale kogel, die zich in het hoofd van Kennedy boorde. Volgens de Commissie-Warren had het eerste schot alleen James Tague (een toeschouwer bij het viaduct) verwond en ging de tweede kogel door zowel het lichaam van Kennedy als Conally, de zogenaamde 'single bullet-theorie'. Over de laatste kogel waren beide instanties het wel eens.
Uit de Leeuwarder Courant van 28 september 1964
Door critici werden de conclusies van de Commissie-Warren echter al snel in twijfel getrokken. Er waren teveel voor de hand liggende aanwijzingen die door de commissie waren verwaarloost. Ook bevatte het verhaal van de Commissie-Warren teveel tegenstrijdigheden en aanwijzingen die duidelijk in strijd waren met de getrokken conclusies. Zo klopten bepaalde tijdschema's niet, waren een aantal bizarre voorvallen niet onderzocht en waren zaken waar de commissie problemen mee had simpelweg genegeerd. Het zou tot het einde van de zeventiger jaren duren voordat een speciale Enquêtecommissie van het Huis van Afgevaardigden zou concluderen dat Oswald slechts deel had uitgemaakt van een samenzwering tegen de Amerikaanse president.
Uit de Leeuwarder Courant van 11 april 1964
Meer over de Commissie-Warren en de diverse complottheorieën rondom de dood van John F. Kennedy in het derde en tevens laatste deel van FOK!toen over JFK.