'Europese wapens gebruikt tegen Arabische betogers'
De Verenigde Staten, Rusland en veel Europese landen die de golf van protesten in het Midden-Oosten en Noord-Afrika dit jaar steunden, hebben een deel van de wapens geleverd die tegen de betogers zijn ingezet. Dat heeft mensenrechtenorganisatie Amnesty International dinsdag in een rapport bekendgemaakt.
Amnesty heeft de verkoop van wapens bekeken aan Egypte, Libië, Jemen, Syrië en Bahrein, allemaal landen die dit jaar met volksopstanden te maken kregen. Sinds 2005 voorzagen vooral de VS, Groot-Brittannië, Rusland, Duitsland, Italië, Frankrijk, Oostenrijk, België, Bulgarije en Tsjechië deze landen van wapens.
De bevindingen tonen volgens Amnesty aan dat het gevaarlijk is wapens aan landen te verkopen die hun bevolking onderdrukken, omdat moeilijk te voorspellen is wie de wapens uiteindelijk in handen krijgt. Volgens Amnesty moeten landen meer transparantie betrachten wat betreft de export van wapens om zo te voorkomen dat die worden ingezet voor de schending van mensenrechten.
Tegelijkertijd met de verschijning van het rapport riep Amnesty het Amerikaanse Congres op de verkoop van 53 miljoen dollar aan wapens aan Bahrein te blokkeren. Zeker dertig mensen werden daar onlangs gedood toen ordetroepen protesten hardhandig neersloegen.