Grote pensioenfondsen staan er slechter voor
De grote pensioenfondsen hebben hun dekkingsgraad afgelopen maand flink zien dalen. Als belangrijkste oorzaak noemen zij de rente, die naar een historisch dieptepunt is gezakt. Veel pensioenfondsen maken vrijdag bekend wat hun dekkingsgraad is, om zo hun achterban te informeren hoe zij hun financiële positie in de toekomst kunnen waarborgen.
De dekkingsgraad van de vijf grootste pensioenfondsen is ver onder het minimum van 105 procent dat De Nederlandsche Bank (DNB) heeft vastgesteld. Nieuwe cijfers van het Actuarieel Genootschap over de gestegen levensverwachting hebben zij niet in de berekening van de actuele dekkingsgraad meegenomen. Dat zal aan het einde van het jaar wel gebeuren. Naar verwachting leidt dit tot een nog verdere daling van de dekkingsgraad.
De dekkingsgraad van ABP daalde van 95 procent in juli naar 88 procent in augustus. Het bedrijfstakpensioenfonds voor werkgevers en werknemers bij de overheid en in het onderwijs heeft 2,8 miljoen klanten
Zorg en Welzijn zag de dekkingsgraad dalen van 103 procent in juli naar 94 in augustus. Bij het fonds zijn ruim 2 miljoen mensen aangesloten.
De dekkingsgraad van het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (BPF Bouw) daalde van 105,3 procent in juli naar 97,1 procent in augustus. BPF Bouw verzorgt de pensioenvoorziening van ongeveer 850.000 (oud-) werknemers.
Het Pensioenfonds van de Metalelektro (PME) stelde een daling van de dekkingsgraad vast van 95 procent in juli naar 91 procent in augustus. Bij het fonds zijn meer dan 636.000 mensen aangesloten. PME behoort tot de groep van veertien fondsen die momenteel met De Nederlandsche Bank (DNB) in gesprek is over mogelijk korten.
De dekkingsgraad van het Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) daalde van 94 procent in juli naar 85,2 procent in augustus. Het fonds heeft ruim 1 miljoen klanten.
Grote pensioenfondsen staan er slechter voor (Foto: ANP)