Geluidsopname uit 1860 gevonden
Amerikaanse geluidshistorici hebben in een archief in Parijs een geluidsopname gevonden die dateert van 9 april 1860. De opname, phonoautogram genoemd, is hiermee 28 jaar ouder dan de tot nu toe oudste geluidsopname. De Parijzenaar Édouard-Léon Scott de Martinville heeft de opname gemaakt.
Scott de Martinville had een apparaat gemaakt dat geluidsgolven op een stuk papier kraste dat zwart werd gemaakt met behulp van de rook uit een olielamp. Jaren later deed Edison ongeveer hetzelfde. Hij legde de geluidsgolven vast in metaal en was. De opname die Scott de Martinville maakte, was niet te beluisteren, omdat er simpelweg nog geen techniek voor was. Hij was er echter van overtuigd dat latere generaties hier wel een oplossing voor zouden vinden.
Met behulp van de hedendaagse technologie is het de wetenschappers gelukt om de opname om te zetten in geluid. Wanneer de opname wordt afgespeeld is er veel gekraak en ruis te horen. Daar tussendoor is een vrouwenstem te horen, die vermoedelijk 'Au clair de la lune' zingt.
In het archief van het Institut National de la Propriété Industrielle zijn ook opnames van Scott de Martinville uit 1853 en 1854 gevonden. Tijdens deze experimenten is geprobeerd menselijk stemgeluid en het geluid van een gitaar op te nemen. Helaas was de techniek die hij toen gebruikte nog niet in staat om daadwerkelijk geluiden vast te leggen.
De opname uit 1860 is dus 17 jaar eerder gemaakt dan dat Edison het patent op de phonograaf kreeg en 28 jaar eerder dan de tot nu toe oudste bekende geluidsopname. De opname uit 1888 laat een fragment horen van een muziekstuk van Händel. In tegenstelling tot Scott de Martinville was Edison echter in staat om het geluid op te nemen en te reproduceren.
Het geluidsfragment is hier te beluisteren.