Grenzen met Oost-Europa verdwenen

Icoon Europa De grenzen tussen de nieuwe Centraal- en Oost-Europese EU-lidstaten en West-Europa zijn vannacht definitief verdwenen. Daardoor is het mogelijk van Talinn in Estland zonder controles naar Lissabon in Portugal te rijden. De grens met Bulgarije en Roemenië blijft de komende jaren nog wel gesloten.

Na de val van het communisme in 1989 verdwenen het prikkeldraad en de wachttorens van de buitengrenzen. De grenscontroles bleven echter bestaan, terwijl in West-Europa een vrije ruimte werd gecreëerd. Het toetreden tot deze Schengenzone wordt door veel Oost-Europese landen dan ook als een historische gebeurtenis beschouwd.

Matthias Platzeck, premier van de Duitse deelstaat Brandenburg, maakte gebruik van de allereerste grensoverschrijvende buslijn tussen Duitsland en Polen. Ook werd er langs de Pools-Duitse grens feest gevierd met vuurwerk. Ook elders werden bij vroeger strengbewaakte buitengrenzen ceremonies gehouden. Aan de Oostenrijks-Slowaakse grens bij Berg en Petrzalka werd een slagboom doorgezaagd door de Oostenrijkse premier Alfred Gusenbauer en de Slowaakse premier Robert Fico. "Ik kon er bijna niet op wachten", aldus een vrouw uit Slowakije. "Ik werk in Oostenrijk en dit maakt het leven een stuk makkelijker".

Toch is er ook kritiek te horen. Zo waarschuwden West-Europese politici voor stijgende criminaliteit en mensenhandel. Ook vinden Duitse parlementariërs dat de samenwerking tussen de politie en de grensbewaking tussen de nieuwe lidstaten niet voldoende functioneert. Franco Frattini, Europees commissaris voor Justitie, prees echter de inspanningen van de nieuwe landen. "Zij hebben doeltreffende en technisch de modernste systemen geïnstalleerd om hun buitengrenzen te bewaken".


Blauw: vrije ruimte
Groen: toekomstige vrije ruimte
Geel: geïnteresseerd in toetreding