Acht cent boete voor Turkse premier Erdogan
De Turkse premier Recep Tayyip Erdogan moet een symbolische geldboete betalen omdat hij de Koerdische rebellenleider Abdullah Öcalan zou hebben geprezen. Ook zou hij zich geringschattend hebben uitgelaten over Turkse militairen die gedood waren door Koerdische PKK-strijders. Dat heeft de advocaat van acht nabestaanden, die ieder 3 kurus (ruim 1 eurocent) krijgen, laten weten.
Erdogan noemde in een interview met een Australische tv-zender in 2000 Öcalan een 'sayin'. Dat woord betekent 'eerzame' of 'gerespecteerde', maar ook 'mijnheer'. Hij zou zich daarmee schuldig hebben gemaakt aan het 'verheerlijken van een crimineel'. Ook sprak hij in het interview over de 'hoofden' die Öcalan had genomen. Die term wordt in Turkije gewoonlijk gebruikt om minachtend over dode militairen van de vijand te spreken.
Advocaat Kemal Kerincsiz heeft gisteren een kopie van het vonnis, dat getekend is op 12 december, naar het Britse persbureau Reuters gefaxt. De ultranationalist Kerincsiz heeft in het verleden tal van strafklachten ingediend tegen personen die de Turkse identiteit zouden hebben beledigd, onder meer tegen de Turkse schrijver en Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk.
Erdogan, in 2000 nog geen premier, heeft de beschuldigingen altijd tegengesproken. Een regeringsfunctionaris zei gisteren op anonieme basis dat Erdogan mogelijk in beroep gaat tegen het vonnis van de rechtbank in Ankara.
De Turkse staat beschouwt Öcalan als een terrorist. De overheid houdt zijn Koerdische Arbeiderspartij (PKK) verantwoordelijk voor de dood van meer dan 37.000 mensen sinds 1984. Öcalan, die in 1999 in Oost-Afrika werd opgepakt, zit een levenslange celstraf uit in Turkije