Nieuws
Imam zet Aboutaleb 'uit de islam'
De PvdA-wethouder herhaalde zaterdag op een discussiebijeenkomst over de Deense spotprentenkwestie in de Amsterdamse Melkweg, dat hij de humor van de meeste cartoons wel kon inzien. De As-Soennah moskee in Den Haag, van waaruit de excommunicatie van Aboutaleb afkomstig is, deed onlangs nog aangifte tegen het tv-programma NOVA. Reden was een uitzending die NOVA wijdde aan de Deense spotprenten. Volgens het moskeebestuur was de toon van dat programma onnodig kwetsend en provocerend voor moslims.

Aboutaleb, 'geen echte moslim'
het gros van de moslims gelooft dat mensen elkaar niet kunnen of mogen excommusieren van de Islam, de Islam kent geen priesters met Goddelijke machten of directe communicatie van God of een paus die de wetten van God op aarde voorschrijft , dit hebben andere forumleden al gemeld.. ook nooit gekend in de historie. zelfs de kaliefen mochten niets verplichten op het gebied van de geloof of mensen aanduiden als niet Islamitisch.
daarnaast zijn er helemaal geen strafwetten die de Islam als geloof voorschrijft.
elke staat bedenkt haar eigen wetten, wel vaak op basis van normen en waarden die in die maatschappij leven.
waar dit misverstand van verlaten van de islam en doodstraf op is gebaseerd: een bewust verkeerde interpretatie om de Islamofobie in het westen verder op te wakkeren en domme moslims tot criminele daden te motiveren.
tijdens een veldslag ten tijde van de profeet Muhammed, die op dat moment de koning was van de stadsstaat Medina, keerde een groep van de moslims zich van hem af en koos de kant van de vijandelijke stadsstaat Mekka .
Die groep werd vervolgens ook aangeduid als vijand van Medina, hoewel ze dus eigenlijk soldaten waren van Medina.
wat ik als domme student van deze gebeurtenis kan afleiden is..
dus als in een oorlogssituatie een gedeelte van de soldaten van de ene staat verraad pleegt en de tegenkant kiest, mag deze staat ook die mensen als lid van de vijandelijke mogendheid zien.
Farookh Bulsara (Freddie Mercury) 05/09/1946-24/11/1991
Hattrick: SC diepFries (1295088)
Kentucky Fried Cruelty
Wat niet algemeen bekend is, is dat de Islam uitdrukkelijk eenheid en broederschap aanbeveelt met andersgelovigen.
Zo schrijft de Koran voor dat de Moslims ook moeten geloven in wat er vóór de Koran werd geopenbaard, dat alle volkeren ter wereld Goddelijke boodschappers hebben gehad, dat ook andersgelovigen op het rechte pad kunnen zijn en zodoende een goede bestemming mogen verwachten, en dat de Moslims niet alleen hun eigen gebedshuizen, maar ook gebedshuizen van andere godsdiensten in bescherming moeten nemen bij calamiteiten. Enkele verzen hierover:
“(De gelovigen) geloven in wat er aan jou (Mohammed) geopenbaard is en in wat er vóór jou geopenbaard is.”
(2:4)
“Degenen die geloven, en degenen die joden zijn, en de christenen, en de sabiërs, wie er ook gelooft in Allah en de Laatste Dag en die goeddoet, zij krijgen waarlijk hun beloning bij hun Heer.” (2:62)
“De Boodschapper gelooft in wat aan hem is geopenbaard door zijn Heer, en (zo ook) de gelovigen. Zij geloven allen in Allah en Zijn engelen en Zijn Boeken en Zijn boodschappers. Wij maken geen onderscheid
tussen wie ook van Zijn boodschappers.” (2:285)
“Zeg: Wij geloven in Allah en (in) wat aan ons geopenbaard is, en (in) wat geopenbaard werd aan Abraham en Ismaël en Isaak en Jakob en de stammen, en (in) dat wat werd gegeven aan Mozes en Jezus, en (in) dat wat door hun Heer werd gegeven aan de profeten, wij maken geen enkel onderscheid tussen wie ook van hen.” (2:136)
“En er is geen volk, of er is een waarschuwer in hun midden verschenen.” (35:24)
“Toestemming wordt gegeven aan hen die worden aangevallen, omdat hun onrecht is aangedaan ... En was het niet dat God de mensen elkaar had laten weerhouden, zouden kloosters, kerken, synagogen en
moskeeën, waarin Gods naam vele malen herdacht wordt, zijn neergehaald.” (22:39-40)
Maulana Muhammad ‘Ali verduidelijkt het een en ander in het boek De Religie van de Islam als volgt:
“Aangezien de Heilige Koran zegt, dat aan alle volkeren van de wereld openbaring werd geschonken (35:24) … volgt daaruit dat … de Christenen, de Joden, de Parsi’s, de Buddhisten en de Hindu’s alle vallen onder de categorie ‘Volgelingen van het Boek’” (ofwel: volgelingen van een Goddelijke openbaring).
Op de eerder gestelde vraag, hoe wij in een verscheidenheid aan talen, culturen en godsdiensten elementen moeten vinden die ons aan elkaar binden, geeft de Koran een antwoord door te stellen dat God de verschillen tussen de mensen ten eerste heeft geschapen zodat zij elkaar kunnen kennen, en daarnaast als beproeving. De verzen in kwestie luiden als volgt:
“O gij mensen! Waarlijk, Wij hebben u van een mannelijk en een vrouwelijk persoon geschapen, en u tot stammen en gezinnen gemaakt, opdat u elkaar zult kennen...” (49:13)
“En een van Zijn tekenen is de schepping van de hemelen en de aarde en de verscheidenheid van jullie talen en kleuren. Waarlijk schuilen hierin tekenen voor de geleerden.” (30:22)
“Voor ieder uwer hebben Wij een wet en een weg bepaald, en indien het Allah had behaagd, zou Hij u (allen) tot één volk gemaakt hebben, maar Hij zal u beproeven in hetgeen Hij u gegeven heeft, wedijver daarom met
elkander in het zich haasten naar deugdelijke werken…” (5:48)
Als iedereen hetzelfde zou zijn, zou het geen deugd zijn om in eenheid en vrede met elkaar te leven. Juist doordat mensen verschillen van elkaar, kan het als een deugd, en dus een spiritueel hoogstaande daad, worden aangemerkt als wij erin slagen om vrede en eenheid tussen allen te bereiken. Daarom eindigt het vers 5:48 met de woorden:
“Wedijver met elkander in het zich haasten naar deugdelijke werken”.
Een van de zaken, die speelt wanneer er sprake is van verschillende rassen en culturen, is hoe tolerant wij zijn als iemand van “onze groep” een huwelijk wenst aan te gaan met iemand die een ander geloof belijdt. De Islam geeft duidelijke toestemming voor interreligieuze huwelijken. Dit staat in 5:5: “De kuisen onder de gelovige vrouwen en de kuisen onder degenen aan wie het Boek werd gegeven vóór jullie, (zijn wettig voor jullie).”
De Koran spoort in 49:11-12 aan dat volkeren elkaar met respect behandelen, en vooral niet dienen neer te kijken op andere volkeren. De betreffende verzen luiden als volgt: “O jullie die geloven, laat mensen geen (andere) mensen uitlachen, want misschien zijn zij beter dan hen; ... Vit ook niet op jullie eigen mensen, en noem elkaar niet bij bijnamen. Kwalijk is een slechte naam na geloof; en wie zich niet omkeert, dat zijn de onrechtvaardigen.
O jullie die geloven, vermijd de meeste verdenkingen, want in sommige gevallen is verdenking immers een zonde; en bespied niet en laat sommigen van jullie geen kwaad spreken over anderen. Zou één van jullie graag het vlees eten van zijn dode broeder? Jullie verafschuwen het! En voldoe jullie plicht aan Allah, Allah is immers Vaakweerkerend (tot genade), Barmhartig.”
Ook stelt de Koran dat berichten over andere volkeren met de meeste nauwkeurigheid moeten worden behandeld, om hen geen onrecht aan te doen. Kwaadspreken over andere volkeren is iets wat zeer vaak voorkomt, vandaar dus het belang van dit vers.
“O jullie die geloven, wanneer een niet rechtschapen persoon jullie nieuws brengt, onderzoek het dan nauwgezet opdat jullie een volk niet onwetend onrecht aan zullen doen, om later spijt te hebben van wat jullie
deden.” (49:6)
Voorts geeft de Koran uitdrukkelijk toestemming om vrienden te zijn met een ieder, die de Moslims niet vijandig gezind is. Zie de verzen 60:7-9:
“Het is mogelijk dat Allah vriendschap teweegbrengt tussen jullie en degenen onder hen die jullie zien als vijanden. En Allah is Machtig; en Allah is Vergevensgezind, Barmhartig.
Aangaande degenen die jullie niet om religie bestrijden en die jullie niet uit jullie huizen verdrijven, verbiedt Allah jullie niet dat jullie hen vriendelijk en rechtvaardig behandelen. Waarlijk heeft Allah de rechtvaardigen lief.
Allah verbiedt jullie slechts dat jullie degenen tot vriend nemen die jullie bestrijden om jullie religie, en die jullie uit jullie huizen verdrijven en die (anderen) helpen bij jullie verdrijving; en wie hen tot vriend neemt, dat zijn de kwaaddoeners.”
In geval van onenigheden van welke aard dan ook, beveelt de Koran om verzoening tot stand te brengen:
“En wanneer twee partijen van de gelovigen ruzie maken, sticht dan vrede tussen hen. En wanneer een van hen vervolgens de ander onrecht aandoet, bestrijd dan die (partij) die onrecht doet totdat deze terugkeert tot
Allah’s bevel. Dan, wanneer deze terugkeert, sluit op rechtvaardige wijze vrede tussen hen en handel billijk.
Waarlijk houdt Allah van de billijken. ... De gelovigen zijn broeders, dus sticht vrede tussen jullie broeders.”
(49:9-10)
In geval van discussies beveelt de Koran om op gezonde wijze met elkaar in dialoog te zijn:
“Roep tot de weg van jouw Heer met wijsheid en uitnemende aansporingen, en argumenteer met hen op de beste manier.” (16:125)
“En redetwist niet met de Mensen van het Boek anders dan met wat het beste is, behalve degenen van hen die onrechtvaardig handelen. Maar zeg: Wij geloven in wat er aan ons is geopenbaard en in wat er aan jullie
is geopenbaard, en onze God en jullie God is Eén, en aan Hem onderwerpen wij ons.” (29:46)
De Heilige Profeet Mohammed (v.z.m.h.) heeft de Islamitische tolerantie tegenover andersdenkenden gedurende zijn leven vele malen in praktijk gebracht. Eén van de bekende voorbeelden is, toen hij een christendelegatie uit Najran onderdak gaf in zijn moskee en hun toestemming gaf om daar, in die moskee, te bidden op hun eigen wijze.
Etc etc.
dat wanneer gij hoort dat Allah's tekenen worden verloochend en bespot, gij niet (eerder) met hen samen zult
En dit is precies wat Aboutaleb doet.
Hoe moet de moslim omgaan met NIET gelovigen.
en creeert zich goden en heiligen bij de vleet.
2:191, And slay them wherever ye catch them
2:193, And fight them on until there is no more Tumult or oppression
3:28, Let not the believers Take for friends or helpers Unbelievers rather than believers: if any do that, in nothing will there be help from Allah.
4:84, Then fight in Allah’s cause - Thou art held responsible only for thyself - and rouse the believers. It may be that Allah will restrain the fury of the Unbelievers; for Allah is the strongest in might and in punishment.
4:141, And never will Allah grant to the unbelievers a way (to triumph) over the believers
5:33, The punishment of those who wage war against Allah and His Messenger, and strive with might and main for mischief through the land is: execution, or crucifixion, or the cutting off of hands and feet from opposite sides, or exile from the land: that is their disgrace in this world, and a heavy punishment is theirs in the Hereafter;
8:12, I will instill terror into the hearts of the unbelievers: smite ye above their necks and smite all their fingertips off them
8:15-16, O ye who believe! when ye meet the Unbelievers in hostile array, never turn your backs to them. If any do turn his back to them on such a day - unless it be in a stratagem of war, or to retreat to a troop (of his own)- he draws on himself the wrath of Allah, and his abode is Hell,- an evil refuge (indeed)!
8:60, Against them make ready your strength to the utmost of your power, including steeds of war, to strike terror into (the hearts of) the enemies of Allah and your enemies, and others besides, whom ye may not know, but whom Allah doth know. Whatever ye shall spend in the cause of Allah, shall be repaid unto you, and ye shall not be treated unjustly.
8:65, O Prophet! rouse the Believers to the fight. If there are twenty amongst you, patient and persevering, they will vanquish two hundred: if a hundred, they will vanquish a thousand of the Unbelievers
9:5, But when the forbidden months are past, then fight and slay the Pagans wherever ye find them, and seize them, beleaguer them, and lie in wait for them in every stratagem.
9:3, And an announcement from Allah and His Messenger, to the people (assembled) on the day of the Great Pilgrimage, - that Allah and His Messenger dissolve (treaty) obligations with the Pagans. If then, ye repent, it were best for you; but if ye turn away, know ye that ye cannot frustrate Allah. And proclaim a grievous penalty to those who reject Faith.
9:14, Fight them, and Allah will punish them by your hands, cover them with shame, help you (to victory) over them, heal the breasts of Believers,
9:23, O ye who believe! take not for protectors your fathers and your brothers if they love infidelity above Faith: if any of you do so, they do wrong.
9:28, O ye who believe! Truly the Pagans are unclean; so let them not, after this year of theirs, approach the Sacred Mosque.
9:29, Fight those who believe not in Allah nor the Last Day, nor hold that forbidden which hath been forbidden by Allah and His Messenger, nor acknowledge the religion of Truth, (even if they are) of the People of the Book, until they pay the Jizya* with willing submission, and feel themselves subdued.
9:39, Unless ye go forth, (for Jihad) He will punish you with a grievous penalty, and put others in your place; but Him ye would not harm in the least.
9:73, O Prophet! Strive hard against the unbelievers and the Hypocrites, and be firm against them. Their abode is Hell, - an evil refuge indeed.
9:111, Allah hath purchased of the believers their persons and their goods; for theirs (in return) is the garden (of Paradise): they fight in His cause, and slay and are slain: a promise binding on Him in truth, through the Law, the Gospel and the Quran
9:123, O ye who believe! fight the unbelievers who gird you about, and let them find firmness in you: and know that Allah is with those who fear Him.
22:9, (Disdainfully) bending his side, in order to lead (men) astray from the Path of Allah: for him there is disgrace in this life, and on the Day of Judgment We shall make him taste the Penalty of burning (Fire).
22:19-22; These two antagonists dispute with each other about their Lord: But those who deny (their Lord), - for them will be cut out a garment of Fire: over their heads will be poured out boiling water. With it will be scalded what is within their bodies, as well as (their) skins. In addition there will be maces of iron (to punish) them. Every time they wish to get away therefrom, from anguish, they will be forced back therein, and (it will be said), “Taste ye the Penalty of Burning!‿
25:52, So obey not the disbelievers, but strive against them herewith with a great endeavor.
47:4, Therefore, when ye meet the Unbelievers (in fight), smite at their necks; At length, when ye have thoroughly subdued them, bind a bond firmly (on them): thereafter (is the time for) either generosity or ransom: Until the war lays down its burdens.
48:13, And if any believe not in Allah and His Messenger, We have prepared, for those who reject Allah, a Blazing Fire!
48:29, Mohammad is the messenger of Allah; and those who are with him are strong against Unbelievers, (but) compassionate amongst each other.
69:30-37 (The stern command will say): “Seize ye him, and bind ye him, And burn ye him in the Blazing Fire. Further, make him march in a chain, whereof the length is seventy cubits! This was he that would not believe in Allah Most High. And would not encourage the feeding of the indigent! So no friend hath he here this Day. Nor hath he any food except the corruption from the washing of wounds, Which none do eat but those in sin
Een moslim is iemand die zich houdt aan de geboden van God en gewetensvol zijn leven in overeenstemming met de ethiek, de vrede en de harmonie probeert vorm te geven, die de Koran verkondigt. Dit leidt tot de vooruitgang van de wereld en tevens leidt het tot een mooiere omgeving om in te leven. Zijn doel is om mensen te leiden naar schoonheid, goedheid en welzijn. De Koran zegt:
…En doe goed (aan anderen) zoals Allah u goed gedaan heeft; en schep geen wanorde op aarde, want Allah heeft hen, die onheil stichten, niet lief. (Koran 28: 77)
Iemand die het islamitische geloof aanneemt, wenst om Gods genoegen en barmhartigheid te verdienen en toegang tot het paradijs te vinden. Daarom moet hij serieus zijn best doen en tijdens zijn leven in deze wereld een moraliteit toe-eigenen dat accepteerbaar is voor God. De duidelijkste verschijnselen van zo'n moraliteit zijn barmhartigheid, belangstelling, gerechtigheid, eerlijkheid, vergevensgezindheid, nederigheid, geduld en opofferingsgezindheid. De gelovige zal zich goed gedragen tegen zijn medemens, goede daden verrichten en goedheid verspreiden. In Zijn verzen beveelt God:
En Wij hebben de hemelen en de aarde en al hetgeen er tussen is in waarheid geschapen en het Uur zal zeker komen. Wend u daarom op passende wijze (van hen) af. (Koran 15: 85)
…en bewijst vriendelijkheid aan ouders, verwanten, wezen, de behoeftigen en aan de nabuur, die een vreemdeling is en de nabuur die een bloedverwant is en aan de metgezel, de reiziger en aan degenen die onder uw macht zijn. Voorzeker, Allah heeft de pochers en de opscheppers niet lief. (Koran 4: 36)
…En helpt elkander in deugdzaamheid en vroomheid maar helpt elkander niet in zonde en overtreding. En vreest Allah. Waarlijk, Allah is streng in het straffen. (Koran 5: 2)
Uit deze verzen komt duidelijk naar voren dat het Gods wens is, dat degenen die in Hem geloven, zich goed gedragen tegenover mensen, om met elkaar samen te werken als het betreft om het verrichten van goede daden en om kwaad te vermijden. In een ander vers verklaart God:
In de morele lessen van de Islam zijn de belangrijkste eigenschappen liefde, mededogen, wederzijdse steun, opoffergezindheid, tolerantie en vergevingsgezindheid. In een maatschappij waarin deze moraal daadwerkelijk wordt beleefd, kunnen gewelddadigheid en conflict moeilijk te vinden zijn.
Wie een goede daad verricht zal tienmaal zoveel ontvangen, maar wie een slechte daad verricht zal alleen een daaraan gelijke vergelding ontvangen; hun zal geen onrecht worden aangedaan. (Koran 6: 160)
In de Koran beschrijft God Zichzelf als Hij die "elke geheim van het hart van de mens" kent en waarschuwt de mensen om "alle vormen van kwaad" te vermijden. Daarom moet een moslim, wat "gehoorzaam aan God" betekent, duidelijk iemand zijn die zijn best doet om terrorisme te bestrijden.
Een moslim blijft niet onverschillig voor datgene wat er in zijn omgeving gebeurt, en zal nooit de instelling hebben, dat niets van belang is zolang het hem maar niet schaadt. Dit om de reden dat hij zich heeft overgegeven aan God, op het juiste pad is en het goede vertegenwoordigt. Daarom kan hij niet onverschillig blijven bij wreedheden en terrorisme. In feite is een moslim de grootste vijand van terrorisme, waarbij mensen worden gedood, die geen onrecht hebben gedaan. De Islam is tegen elke vorm van terrorisme en streeft ernaar om het vanaf het begin te voorkomen, met andere woorden al op het vlak van ideeën. Hij eist dat er tussen mensen vrede en gerechtigheid heerst en beveelt de mensen om tweedracht, conflicten en kwaad te vermijden.
God beveelt ons rechtvaardig te zijn
De ware gerechtigheid, die in de Koran wordt geschreven, beveelt de mensen om rechtvaardig te zijn, om niet tussen mensen te discrimineren, de rechten van de mensen te beschermen, onder geen beding geweld toe te staan, de onderdrukten tegen de onderdrukkers bij te staan en de behoeftigen te helpen. In een oordeel van een geschil vereist het deze gerechtigheid, dat de rechten van beide partijen beschermd worden, dat alle uitgangspunten van een conflict beoordeeld worden, dat geen enkele vooroordeel een invloed hebben, en dat men objectief, eerlijk, tolerant, barmhartig en meedogend is. Iemand die bijvoorbeeld een gebeurtenis niet in een gematigde manier kan beoordelen en tussen zijn gevoel en emotie wiegelt, zal falen om tot een weloverwogen beslissing te komen en onder de invloed van zulke gevoelens blijven. Maar iemand die zich laat lijden door rechtvaardigheid, moet al zijn eigen gevoelens en denkbeelden opzij zetten. Hij moet alle partijen met rechtvaardigheid behandelen wanneer om zijn hulp wordt geroepen, om onder alle omstandigheden de kant te kiezen wat juist is en niet af te wijken van eerlijkheid en de waarheid. Men zou de waarden van de Koran kunnen verinnerlijken, zodat men in staat is de belangen van andere mensen voor zijn eigen belangen in aanmerking te nemen, en zich voor rechtvaardigheid inzet, zelfs wanneer dit voor zijn eigen belangen nadelig is. God beveelt: en indien gij rechtspreekt, richt tussen hen met rechtvaardigheid (Koran 5: 42)
In een ander vers beveelt God rechtvaardig te zijn, zelfs wanneer het nadelig is voor je:
O, gij die gelooft, weest voorstanders der rechtvaardigheid, getuigen voor Allah, zelfs al was het tegen uzelf, of ouders en verwanten. Hetzij rijk of arm, Allah is beter dan beiden. Volgt niet de begeerten, opdat gij niet onrechtvaardig zult zijn. En als gij de waarheid omzeilt of er u van afwendt, Allah is goed op de hoogte van wat gij doet. (Koran 4: 135)
In de Koran geeft God een uitvoerige beschrijving van gerechtigheid en informeert de gelovigen welke houding ze moeten aannemen tegenover voorvallen en op welke wijze men die gerechtigheid moet toepassen. Zo'n aanwijzing is een grote aanmoediging en een genade van God. Op deze grond zijn degenen die geloven ervoor verantwoordelijk om rechtvaardigheid toe te passen op een onverdeelde manier om zowel Gods genoegen te verdienen en om hun leven in vrede en veiligheid te doorbrengen.
De rechtvaardigheid die God in de Koran beveelt, is de rechtvaardigheid die tussen alle mensen onderling wordt uitgeoefend zonder op de taal, ras of cultuur van iemand te letten. De rechtvaardigheid in de zin van de Koran verandert niet naarmate de plaats, tijd of de mensen veranderen. Ook hedendaags worden mensen blootgesteld aan wrede en onjuiste behandelingen vanwege hun huidskleur of hun ras in alle delen van de wereld.
Maar God vertelt ons in de Koran dat een van de doelen van de Schepping in verschillende volken en rassen is, om "elkaar te leren kennen". Verschillende naties of mensen, allen die de dienaar van God zijn, moeten elkaar leren kennen, d.w.z. leren over hun verschillende culturen, talen, tradities en bekwaamheden. Kortom, het doel van de Schepping in verschillende rassen en naties betekent geen conflict en oorlog, maar culturele verrijking. Zo'n variatie is een gave in Gods Schepping. Het gegeven dat iemand langer is dan iemand anders of dat zijn huidskleur geel of blank is maakt hem niet superieur tegenover anderen en is ook niet iets om ervoor te schamen. Elk trekje die iemand heeft, is een resultaat van Gods doelbewuste Schepping, maar heeft in het zicht van God geen waardevolle betekenis. De gelovige weet dat hij alleen voorrang kan krijgen door Godvrezend te zijn en door zijn sterkte in zijn geloof in God. Het volgende vers gaat hierover:
O, mensdom! Wij hebben u uit man en vrouw geschapen en Wij hebben u tot volkeren en stammen gemaakt, opdat gij elkander moogt kennen. Voorzeker, de godvruchtigste onder u is de eerwaardigste bij Allah. Voorwaar, Allah is Alwetend, Alkennend. (Koran 49: 13)
Zoals God in het vers meedeelt, de rechtvaardigheid die Hij heeft aanbevolen vraagt om gelijkheid, tolerantie en vreedzame behandeling van iedereen, zonder dat er wordt gediscrimineerd.
De haat tegenover een groep weerhoudt de gelovige niet om rechtvaardig te zijn
Haat en woede zijn de voornaamste bronnen van het kwaad en weerhouden mensen om de juiste beslissingen te nemen, degelijk te denken en verstandig te gedragen. De mens neigt ernaar anderen, die hun vijandelijk gezind zijn, alle vormen van onrecht toe te schrijven. Ze kunnen deze mensen daden toeschrijven die ze nooit hebben begaan, of valse getuigenissen afleggen tegen ze, hoewel ze weten dat ze onschuldig zijn. Op grond van deze vijandschap kunnen ze het slachtoffer worden van een onverdraagbare onderdrukking. Sommigen mensen vermijden om getuigenissen af te leggen die ten gunste zouden zijn voor de mensen met wie ze een meningsverschil hebben alhoewel ze weten dat ze onschuldig zijn en houden bewijs achter, dat hun onschuld kan bewijzen. Ze kijken toe, vol leedvermaak aan de ellende, onrecht of lijden die de mensen wordt aangedaan en anderzijds is het hun grootste zorg dat gerechtigheid moet geschieden en de onschuld van deze mensen moet worden bewezen.
Om deze redenen is het zeer moeilijk voor de mensen in corrupte maatschappijen om elkaar te vertrouwen. Mensen vrezen ervoor dat ze ooit door iemand ten val gebracht kunnen worden. Met het verlies van wederzijds vertrouwen, hebben ze ook menselijke gevoelens zoals tolerantie, broederschap en gevoel tot saamhorigheid verloren en beginnen elkaar te haten.
De gevoelens echter, die iemand in zijn hart draagt voor iemand anders of tegen een gemeenschap, zouden nooit de beslissingen van een gelovige moeten beïnvloeden. Ongeacht hoe immoreel of vijandig de persoon tegenover hem is, de gelovige zet al zijn gevoelens opzij en handelt en beslist rechtvaardig en beveelt datgene aan dat rechtvaardig is. Zijn gevoelens tegenover die persoon werpt geen schaduw over zijn wijsheid en geweten. Zijn geweten inspireert hem daartoe om in overeenstemming met Gods bevelen te handelen en fatsoen en hoffelijkheid nooit buiten acht te laten. Want dit is een bevel die God aan de gelovigen in de Koran heeft gegeven:
O, gij die gelooft, weest oprecht voor Allah en getuigt met rechtvaardigheid. En laat de vijandschap van een volk u niet aansporen, om onrechtvaardig te handelen. Weest rechtvaardig, dat is dichter bij de vroomheid en vreest Allah, voorzeker, Allah is op de hoogte van hetgeen gij doet. (Koran 5: 8)
Zoals in het vers is verklaard, vereist het een rechtvaardige houding om de moraal van de Koran te evenaren. Een gelovige weet dat hij Gods genoegen kan bereiken, alleen als hij rechtvaardig handelt. Iemand die getuige is van zijn manieren zal deze persoon vertrouwen, zich gerust voelen in zijn aanwezigheid en zal hem toevertrouwen met elke verantwoordelijkheid of taak. Zulke mensen worden zelfs door hun vijanden met respect behandeld. Hun houding kan er zelfs ertoe leiden dat mensen in God gaan geloven.
De Islam verdedigt de vrijheid van meningsuiting
De Islam is een religie dat de vrijheid van ideeën, gedachten en levens waarborgt. De Islam heeft geboden vervaardigd om spanningen, geschillen, laster en zelfs negatieve gedachten tussen mensen te verhinderen. In dezelfde mate zoals de Islam terreur en elke soortgelijke gewelddadigheid afwijst, verbiedt het zelfs ook de geringste toepassing van ideologische dwang.
Er is geen dwang in de godsdienst. Voorzeker, het juiste pad is van dwaling onderscheiden; derhalve, hij die de duivel verloochent en in Allah gelooft, heeft een sterk houvast gegrepen, dat onbreekbaar is. Allah is Alhorend, Alwetend. (Koran 2: 256)
Vermaant hen daarom want gij zijt slechts een vermaner; Gij zijt geen waker over hen. (Koran 88: 21-22)
Om iemand te dwingen een geloof aan te hangen of haar geloofsvormen en beoefeningen aan te nemen, druist volledig in tegen de geest en wezen van de Islam. Volgens de Islam is ware geloof alleen mogelijk met vrije wil en gewetensvrijheid. Natuurlijk kunnen moslims elkaar adviseren en aanmoedigen de morele beginselen van de Koran te verwezenlijken. Elke moslim is ermee toevertrouwd om de mensen op een onopdringerige en nette manier van de ethische rijkdom van de Koran uit te leggen. In overeenstemming met het volgende vers worden ze ermee verzoekt, de schoonheden van de religie toe te lichten: "Roep tot de weg van uw Heer met wijsheid en goede raad…" (Koran 16:125). Maar gelijktijdig moeten ze ook van dit vers bewust zijn: Hen te leiden is niet uw plicht, maar Allah leidt wie Hij wil. (Koran 2:272)
Ongeacht wat iemand anders religie of geloof ook is; joods, christelijk, boeddhistisch, of Hindu, moslims worden in de Koran opgeroepen om tolerant, vergevend, en rechtvaardig tegenover hen te zijn.
Ze zullen nooit naar dwangmiddelen grijpen of vormen van psychische druk uitoefenen. Ze zullen ook geen wereldlijke privileges gebruiken om iemand tot het geloof te lokken. Wanneer ze een negatieve respons krijgen om wat ze zeggen, zullen de moslims in de zin van het volgende vers antwoorden: Derhalve voor u uw godsdienst en voor mij mijn godsdienst. (Koran 109: 6)
De wereld waarin we leven bevat gemeenschappen met allerlei religies of overtuigingen: christelijk, joods, boeddhistisch, hindoeïstisch, atheïstisch, deïstisch en zelfs natuurreligies. Moslims die in zo'n wereld leven moeten tolerant zijn tegen alle geloven, ongeacht wat ze ook zijn, en moeten zich vergevingsgezind, rechtvaardig en humanitair gedragen. Deze verantwoordelijkheid die de gelovigen hebben, is om mensen tot de schoonheid van de religie van God uit te nodigen door vrede en tolerantie. De beslissing om deze kwaliteiten (niet) toe te passen en (niet) te geloven ligt bij de andere partij. Om deze persoon te dwingen of iets aan hem op te dringen is in tegenstrijd met de ethiek van de Koran. God zegt zelfs het volgende hierover:
En indien uw Heer had gewild, zouden allen die op aarde zijn, zeker tezamen hebben geloofd. Wilt gij de mensen dan dwingen, gelovigen te worden? (Koran 10: 99)
Wij weten het beste wat zij zeggen en gij zijt er niet om hen te dwingen. Vermaan dus met de Koran hem die Mijn bedreiging vreest. (Koran 50: 45)
Een model van de samenleving, waarin mensen gedwongen zijn om religieuze plichten na te komen, druist volledig tegen de Islam in. Geloof en het belijden zijn alleen van waarde indien zij gericht zijn naar God door de vrije wil van het individu. Wanneer een systeem tot het geloven en verrichten van de religieuze plichten dwingt, zijn de mensen alleen uit vrees voor dit systeem "gelovig". Religie kan vanuit dit punt alleen dan geldigheid hebben, als het in een omgeving van gewetensvrijheid geleefd wordt waar men het genoegen van God tot doel heeft.
www.harunyahya.com
Mijn vraag: "Hoe moet de moslim omgaan met niet gelovigen?" Werd herhaaldelijk op nl.religie gesteld. Het antwoord bleef uit. Wanneer ik de versen lees zoals concac ze hier plaatst, kan ik mij daar ook wel iets bij voorstellen.
Ook kan ik mij voorstellen dat veel mensen hiertegen in opstand komen en dat veel jongeren het hier moeilijk mee hebben. Maar dat geldt ook voor de andere woestijngodsdiensten. Veel teksten passen niet meer in deze tijd.
De interpretatie zoals super7fighter hier geeft is een totaal ander verhaal. Wanneer het op deze wijze hier in de Nederlandse moskeen wordt uitgedragen denk ik niet dat iemand daar moeite mee heeft.
De jeugd heeft de toekomst. En nu maar hopen dat hun geestelijk leiders ze op het juiste spoor weten te zetten.
en creeert zich goden en heiligen bij de vleet.
Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd op FOK.nl. Als je nog geen account hebt kun je gratis een FOK!account aanmaken