Verbod hoofddoek Turkije rechtsgeldig
Er is niets mis met het verbod op hoofddoekjes dat geldt voor studenten op Turkse universiteiten. Dat heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens vandaag in hoger beroep bepaald. Eerder kwam het Hof al tot dezelfde conclusie. Het hoger beroep was aangespannen door de Turkse studente Leyla Sahin, die geweigerd werd op de Universiteit van Istanbul omdat ze weigerde haar hoofddoekje af te doen.
Sahin zei tijdens de rechtszaak dat het verbod indruist tegen het recht op geloofsvrijheid, op onderwijs en op respect voor de privé-sfeer. De 17 rechters in Straatsburg oordeelde echter dat het Turkse hoofddoekverbod voorkomt dat een godsdienst voorgetrokken wordt: ''Doordat niemand met zijn geloof openlijk te koop mag lopen, worden personen met een andere godsdienst of niet-gelovigen beschermd tegen onderdrukking of religieuze fundamentalisten.'' Bovendien werkt een hoofddoek vrouwendiscriminatie in de hand, staat in de uitspraak.
Het verbod op hoofddoekjes is in Turkije zelf omstreden. De voormalige seculiere machthebbers, de huidige president Ahmet Necdet Sezer, het invloedrijke leger en de niet-religieuze Turken zijn voorstanders van het verbod. De Turkse premier Recep Tayyip Erdogan en zijn islamitische AKP-partij willen juist van het verbod af. Voor hen komt de uitspraak dus ongelegen. Erdogans dochters studeren zelf in de VS, omdat ze daar wel hun hoofddoek mogen dragen. Ook in Nederland studeren een aantal vrouwen uit Turkije, omdat ze in eigen land geen hoofddoek op mogen.