ABN-Amro eist miljoenen van ex-medewerker
Voor de rechtbank in Amsterdam zal maandag een strafzaak tegen een aantal verdachten beginnen, op wie de verdenking rust van een omvangrijke belastingfraude in de jaren negentig. Het toenmalige Hoofd Fiscale Zaken van ABN-Amro, die de bank in 1998 verliet, is als één van de verdachten. In een verklaring laat ABN-Amro expliciet weten dat de bank geen verdachte is.
In de jaren 1992-1996 zou er belastingfraude zijn gepleegd na de verkoop van zes vennootschappen van ABN Amro aan Oxbridge Investments. Dit bedrijf wilde de vennootschappen gaan gebruiken voor omvangrijke investeringen in de energiesector, met name in het bedrijf American Energy. Een jaar na deze periode kwam de Belastingdienst op de stoep, met de mededeling dat de zes vennootschappen niet aan hun fiscale verplichtingen hadden voldaan. De voorgenomen investeringen zouden slechts een dekmantel voor fraude zijn.
De Belastingdienst stelde drie jaar geleden vast, dat de ABN-Amro verantwoordelijk was voor de door de geleden schade. De schade werd destijds op 55 miljoen euro geschat. ABN Amro ging hier niet mee akkoord. In 2001 kreeg de Belastingdienst echter het door het Openbaar Ministerie vrijgegeven dossier van de FIOD in haar bezit. "Deze informatie riep grote twijfels op over de rol van de toenmalige Hoofd Fiscale Zaken", aldus de bank. Daarna besloot het bedrijf om alsnog een schikking met justitie te treffen. De schade wil de ABN-Amro nu verhalen op de ex-werknemer, vanwege zijn betrokkenheid.