'Ferdi E. hield deel losgeld achter'

De moordenaar van Gerrit-Jan Heijn, Ferdi E., heeft mogelijk een deel van de diamanten die hij na de ontvoering in 1987 als losgeld ontving, bewust voor de politie verborgen gehouden. E., die augustus dit jaar vrijkomt, zou de politie naar een verkeerde locatie hebben geleid, toen hij samen met hen de diamanten opgroef.

Dat vermoeden uit een destijds bij het onderzoek naar de zaak-Heijn betrokken politieman. De oud-diender, die anoniem wil blijven, zegt dat collega's twijfels hebben over E.'s onvermogen om een deel van de diamanten terug te vinden. Voor zover bekend zijn de edelstenen nog steeds niet terecht. Na zijn arrestatie wees E. volgens de ex-politieman agenten de plekken aan waar hij geld en diamanten verborgen had: in zijn auto, in zijn huis en in de bossen van de gemeente Renkum. De anonieme bron stelt dat E. de agenten feilloos naar een eerste kistje met diamanten leidde, maar vervolgens een tweede kistje niet kon localiseren.

De oud-politieman acht het onwaarschijnlijk dat Ferdi E. dat deel van de buit daadwerkelijk had begraven op de plek die hij aanwees, en speculeert dat E. in werkelijkheid het kistje even verderop heeft verstopt.

E. eiste drie weken na Heijns ontvoering een losgeld van zo'n 8,4 miljoen gulden aan contant geld en duizend eerste klas geslepen diamanten. Omdat de edelstenen moeilijk op korte termijn bijeen te krijgen waren, ging hij ten slotte akkoord met 1236 minder bijzondere diamanten, met dezelfde totale waarde van 7,7 miljoen gulden.