Yes! Er is vrouwentennis!
Sport kijken is voor mij de belangrijkste bijzaak in het leven. Misschien hoort het zelfs wel bij de hoofdzaken. Het hele jaar door volg ik alles in de voetbalwereld op de voet, ik kijk graag naar de sprints van mannen als Bolt, Powell en Gay en deze weken zit ik aan de buis gekluisterd voor de Tour de France. Allemaal mannensport, want vrouwensport vind ik niet interessant genoeg.
Natuurlijk zijn er altijd uitzonderingen. Nederlandse successen in het schaatsen, met bijvoorbeeld Wüst, en op de Olympische Spelen, met vooral de zwemsters, volg ik zeker wel. En uiteraard vind ik het mooi om te kijken naar handbal, volleybal en hockey. De sporten zelf vind ik niet bijster interessant, maar ernaar kijken is absoluut geen straf.
Maar in al die sporten vind ik de mannentoernooien minstens zo boeiend. En dat is op dit moment met tennis níet het geval: het vrouwentoernooi is stukken interessanter dan het mannentoernooi. Natuurlijk, ik vind het verfijnde spel van Federer schitterend. Als hij in vorm is, neigt het naar perfectie. En de recordreeks van Djokovic in de eerste helft van dit jaar vond ik ook prachtig. Maar elke Grand Slam is het hetzelfde: de top-3 van de wereld verdeelt de prijzen.
Zo waren er in de afgelopen 5 jaar slechts 4 verschillende Grand Slam-winnaars bij de mannen. De eerdergenoemde top-3, met Federer, Nadal en Djokovic, en een keer tussendoor Del Potro. Verder helemaal niemand. En vaak is de finale ook nog een duel tussen twee van die mannen, zoals vandaag weer, en af en toe doet Andy Murray nog mee. Bij de vrouwen zijn er veel meer verrassingen te zien de afgelopen 5 jaar: 11 verschillende Grand Slam-winnaars en nog veel meer finalisten. En de huidige nummer 1 van de wereld heeft zelfs nog nooit een Grand Slam gewonnen.
Ik kijk nu al uit naar de US Open, maar met name naar het vrouwentoernooi daar. Bij de mannen zullen Federer, Nadal en Djokovic het wel weer uitvechten. Wie er bij de vrouwen gaat winnen? Geen idee. En dat maakt het zo boeiend. Dan zet ik de tv aan, en ondanks het gekreun denk ik dan: “Yes! Er is vrouwentennis!”