Adoptieoma

Het is de enige plek waar ik ooit met een elektronische rolstoel rond geracet heb en dat was tevens het enige leuke eraan: oma opzoeken. Ze had, net als de rest van mijn grootouderlijk volk, het leven moeten laten voor ik een geheugen ontwikkelde. Als ze dat gedaan had was er niets aan de hand geweest, maar dat deed ze niet. Zelfs vijf hersenbloedingen kregen haar er niet onder. En dus ging de familie Van Lintel jarenlang één zondag in de twee weken op zoek naar een bejaardencentrum in Amsterdam en dit alles onder luid protest van mij.

'Maar papa, ze is zó oud! Ze is bijna doorzichtig, en ze ligt daar maar. Laat me los, papa! Ik wíl niet mee! Jullie kunnen toch gaan? Papa, nee!'. Ik vond 't een beetje eng denk ik, maar papa was sterker. Anderhalf uur mokken later sleurde mijn vader me met een op-de-pols-gerichte houtgreep uit de auto en hij hield me vast tot ik aan haar bed stond. Als meisje van zeven ben je vrij weerloos, dus ik moest wel.
'Dag oma', perste ik er vervolgens minzaam uit. Oma knikte als respons altijd even -echt bewegen zat er na de tweede bloeding al niet meer in-, terwijl er een paar traantjes over haar wangen biggelden.

Papa legde uit dat oma gewoon heel blij was om ons te zien, maar dat geloof ik niet. Ik denk dat zij het ook verschrikkelijk vond. Voor ons. Dat ze hoopte dat haar zoon z'n kinderen eens thuis zou laten, die vijf gulden kon ze toch ook overmaken? Dat sloeg ze niet één keer over, die vijf gulden. Wat lief bedoeld was, maar ik allerminste zo opvatte. Ik vond het immers vreselijk daar en ik kreeg er nog geld voor ook. Dat voelt als werken en in de loop der jaren heb ik een schuldcomplex van formaat om die gedachte heen gebouwd.

Inmiddels is mijn omaatje toch al een goed anderhalf decennium dood (bloeding zes was killing) en omdat de rest van mijn opa's en oma haar voorgegaan waren, heb ik eigenlijk nooit goed geleerd hoe je met bejaarden kwebbelt. Mag je daarmee ook over gangbangs discussiëren of moet je dan eerst uitleggen wat een gangbang is? Over Bush dan? Maar over welke van de twee praat je? En als ik zou vertellen dat het credo 'vroeguh was alles beter' aan terrein wint, zal opa of oma in kwestie me dan genadeloos van het tegendeel bewijzen? Ik weet het niet. En de enige reden waarom ik het me afvraag is omdat ik in de trein zit, naast een omaatje dat het idee heeft gevat met mij een gesprek te voeren, en ik dichtgeklapt en met zweet in mijn handjes terugstamel.
Ik ben hier héél erg slecht in, besef ik.

Twee dagen later splijt de hemel boven mijn hoofd een klein beetje open, want in het maandblad voor Internationale Samenwerking mag ik tot een klein golfje geluksgevoel lezen dat De Rijke Westerling tegenwoordig omaatjes kan adopteren uit Het Arme Afrika (www.adoptagranny.nl). En nee, dat is niet zielig! Dat gaat allemaal heel fair trade tegenwoordig; het geld dat ze beloofd is krijgen ze écht en ze hoeven maar eens in het half jaar een briefje te krabbelen naar hun adoptiekleinkind. Mailen mag ook.

Nu heb ik een nieuwe oma. Hiep hiep hoera! Ze is 74 jaar, heet Mumbia, heeft geen kinderen meer. Wél drie kleinzoons, waar ze bij gebrek aan tussenliggende generatie zelf maar voor zorgt en dan komen een paar extra euro's goed van pas. Vorige week heb ik me pas aangemeld, dus dat eerste kattebelletje laat nog wel even op zich wachten, maar dat mag de pret niet drukken. Gevoelsmatig ben ik al sprongen vooruit gegaan; begrijp oma's beter, vind ze liever, ben er minder bang voor, echt een mooi project. Tot ik de krant in handen kreeg. Nu ik toegankelijker ben voor oma-emoties schoot ik wel even vol toen ik las dat de kwaliteit van rimpelvullers ver beneden maat is en als je oud bent, niet meer kunt bewegen, zojuist je wit weggetrokken kleinkinderen je rusthuis-kamer hebt uitgehuild en je besluit dat je wel een vulbeurt verdiend hebt, en óók dat nog misgaat...
Tja, hoe snel kun je NS aan de lijn krijgen voor een enkeltje hemelpoort?

Het probleem is dat rimpelvullers slecht getest worden. Niet op mensen bijvoorbeeld en daardoor gaat er van alles mis. Onze bejaarde madammetjes van eigen bodem blijken echter weinig bereid hun poezelige rimpelvelletje tot proefkonijn te verheven, dus zou ik bijna, bíjna willen zeggen (en dan alleen onder de sluitende belofte dat iedereen met z'n tengels van Mumbia afblijft en 't wél fair trade gebeurt): ik weet nog wel een plek waar je omaatjes kunt scoren.