“Nu stop ik écht!” (8)
De vorige aflevering lees je hier.
Als Pien uit haar werk komt en haar fiets in de schuur wil zetten hoort ze binnen de telefoon rinkelen. Vlug loopt ze naar de achterdeur terwijl ze in haar tas naar haar sleutels zoekt. Shit, te laat. Maar dan hoort ze haar mobieltje overgaan. “Dag Rob,” zegt ze en ondertussen trekt ze haar jas uit zo goed en kwaad dat gaat met één arm. “Hallo Pien,” antwoordt haar ex met een kille klank in zijn stem.
“Ik bel even over het volgende: vandaag ben ik gebeld door meneer Storm, de mentor van Jos.”
“Ja, ik weet wie meneer Storm is,” pareert Pien met een lichte irritatie in haar stem. Rob moet nou niet denken, dat zij niet eens weet wie de mentor van haar kind is! Ondanks hun co-ouderschap doet Rob vaak alsof hij het beste voor de kinderen zorgt en het meeste over hun levens weet. Nou, dat is niet het geval. Pien is altijd hoogst geïnteresseerd in het wel en wee van haar kinderen, maar ze komen nou eenmaal op een leeftijd dat ze hun informatie niet meer met ouders, maar met vrienden delen. Iets, wat Rob nou eenmaal niet begrijpt.
“Meneer Storm wil graag met ons praten. Het gaat niet zo goed met Jos. Het schooljaar is nog maar pas begonnen, en nou alweer dit…”
“Maar wat is er dan? Wát gaat er dan niet goed? Heeft hij slechte cijfers gehaald of zoiets?” wil Pien weten, terwijl ze een sigaret opsteekt.
“Nee, het is veel erger. Jos spijbelt. En niet zo’n beetje ook. Ik snap er ook niks van, dit heeft hij nog nooit gedaan. Maar goed, wanneer kan jij? Meneer Storm heeft de volgende opties voor ons.” Met de agenda’s erbij komen ze uit de datum en de tijd waarop ze het gesprek met meneer Stoms kunnen hebben en na een koel afscheid hangen ze op.
Pien denkt na. Zelf heeft ze ook al een poosje het idee dat Jos niet zo lekker in zijn vel zit. Maar ze heeft het op puberteit gegooid. Vroeg of laat krijgen toch alle kinderen door gierende hormonen onverklaarbaar gedrag? Nou dan! Maar spijbelen is wel ernstig, en dat is ook eigenlijk niks voor Jos. Hij zit in de vijfde klas van het VWO en is altijd een streber geweest. Het zou toch jammer zijn, als hij het nu ineens zou laten afweten?
Eigenlijk is Pien ook wel een beetje opgelucht. Ze had zich zorgen gemaakt over haar eigen aandeel in het gedrag van Jos. Ze had het op zichzelf betrokken. Op de camping heeft hij het haar kwalijk genomen dat ze had zitten drinken met Til, en zelfs niet meer in staat was geweest om naar het ziekenhuis te gaan waar zijn broertje na een valpartij op dat moment behandeld werd. En op haar verjaardag had ze ook veel te veel gedronken, en had ze nota bene haar zwager uitgescholden waar de kinderen bij waren geweest. Ook toen had ze een blik van verwijt bij Jos bespeurd. Maar ach… welk mens maakt er nou géén fouten?
Toch is ze heimelijk opgelucht dat de problemen zich op school afspelen met Jos, en niet hier, bij haar.
Een kleine week later ontmoeten Rob en Pien elkaar vroeg in de avond op de parkeerplaats bij school. Ze begroeten elkaar een beetje ongemakkelijk. “Heb je nog met Jos gesproken? Weet hij, dat we een gesprek met zijn mentor hebben?” Rob schudt zijn hoofd. “Nee, ik heb er maar niks over gezegd. Eerst maar eens horen wat er nou precies gaande is.”
Even later zitten ze tegenover meneer Storm. Een aardige vent, die meteen ter zake komt. “Ik weet niet wat er gebeurd is in de zomervakantie, maar ik herken Jos bijna niet meer terug. Voor de vakantie was het gewoon een plichtsgetrouwe leerling die altijd op tijd kwam, zijn werk in orde had en nooit zonder reden afwezig. Nu zie een Jos die spijbelt, brutaal is, zijn werk niet in orde heeft en daar zelf ook geen verklaring voor schijnt te hebben. Ik heb geprobeerd om met hem te praten, maar hij haalt zijn schouders op, en het lijkt hem geen bal te interesseren. Ik heb hem ook verteld, dat ik jullie heb uitgenodigd voor een gesprek. Heeft hij het daar nog over gehad met een van jullie?” Hij kijkt Pien en Rob beurtelings aan. Ze wisselen even een blik met elkaar. “Ik heb niks vreemds aan hem gemerkt,” zegt Rob. “Bij mij is hij gewoon zichzelf. Oké, hij vertelt niet zoveel over school, maar dat doet zijn broer eigenlijk ook al niet meer. Dat krijg je op die leeftijd, dan delen ze dat liever met vrienden. Ik heb daar niet zoveel achter gezocht, eerlijk gezegd.” Hij kijkt naar Pien. “Voor mij geldt hetzelfde. Ik kan zijn gedrag echt niet verklaren. Eigenlijk vind ik het niet te geloven, dat juist Jós spijbelt.”
Ze bespreken even de privé-situatie. Volgens de mentor heeft een echtscheiding impact op de kinderen zodra het gebeurt, maar ook op latere leeftijd kunnen kinderen daar opeens weer last van krijgen. Misschien is dat hetgeen wat aan de hand is? Rob en Pien betwijfelen dat. Kom op, ze zijn al vier jaar uit elkaar! Jos was twaalf, het kan toch niet zo zijn, dat hij daar nu opeens last van krijgt?
Maar als de mentor hen het advies geeft om toch de huidige situatie maar weer eens met Jos te bespreken beloven ze om dat te zullen doen. Rob vindt het nog even nodig om te zeggen: “Hij kan het met mijn vriendin anders heel goed vinden hoor!” wat hem een boze blik van Pien oplevert.
“Misschien moet ik die jongen maar eens keihard aanpakken,” bromt Rob als ze door de lege gangen van de school richting de uitgang lopen. Hun voetstappen klinken vreemd hol in het zo goed als lege gebouw. “Hij moet maar eens even goed weten wie er eigenlijk de baas zijn. Hij krijgt alle kansen van de wereld, hij mag naar de beste school van de stad, straks naar de universiteit, hij moet maar eens weten dat het niet vanzelfsprekend is, dat hij zulke kansen krijgt.”
“Je weet toch helemaal niet wat er aan de hand is? Misschien zit hij wel in de problemen, foute vriendjes of zo, drugs, chantage, je hoort toch genoeg van dat soort dingen,” vindt Pien. “Zal ik anders met je meegaan? Dat we samen met hem praten?” Na een lichte aarzeling gaat Rob akkoord. Zijn vriendin is er niet vanavond, dus dat scheelt weer een hoop spanningen.
Het voelt vreemd, om in het huis te zijn waar Rob en zij hebben gewoond. Rob vraagt haar onhandig of ze koffie wil, en loopt naar de keuken om het te zetten. Pien kijkt rond. Er is niet eens zo heel veel veranderd. En toch voelt de sfeer compleet anders. Ze bespreken onder de koffie even hun strategie. De jongens zijn allebei aan het trainen op het voetbalveld en kunnen elk moment thuiskomen.
Ze besluiten om eerst maar eens aan Jos te vragen wat er nou aan de hand is. Als hij niet meewerkt met het gesprek kunnen ze hem altijd nog confronteren met de feiten en hem straf geven. “Voorlopig niet meer naar voetbal, dat is echt een straf voor hem,” zegt Rob, en Pien is het daar wel mee eens.
Een kwartiertje later komen de jongens thuis. Ze zijn stomverbaasd dat hun moeder op de bank zit. Dat gebeurt anders nooit. Pien begroet haar jongens hartelijk, ze heeft ze al een paar dagen niet gezien. Maar morgen komen ze weer naar haar toe. Rob verzoekt Koen vriendelijk om naar boven te vertrekken, omdat hij en Pien met Jos willen praten. Koen heeft hier duidelijk geen zin in, maar verdwijnt uiteindelijk mopperend naar boven.
“We hebben je mentor gesproken, en we werden niet blij van wat we hoorden,” opent Rob het gesprek. “Je spijbelt, je komt niet of te laat, je werk is niet in orde en je hebt een grote mond tegen leraren. Kan jij je moeder en mij eens even uitleggen hoe dat zit?”
‘Fout,’ denkt Pien. ‘Verkeerde benadering. Nu voelt die jongen zich in het nauw gedreven en gaat hij zich natuurlijk afzetten.’
“Wat is er met je aan de hand, schat?” Probeert zij vriendelijk. “Je weet toch, dat je met al je problemen naar je ouders mag komen? Hoe erg het ook is?”
Jos kijkt haar kwaad aan. “O ja, natuurlijk. Met mijn problemen naar mijn ouders gaan. Lijkt me echt een goed plan.”
“Niet zo’n toon aanslaan jij!” roept Rob kwaad. “Jij moet maar eens leren om die grote mond van je te houden! Wij staan altijd klaar voor onze kinderen, dat hebben we altijd gedaan, ook in de periode rond de scheiding hebben we heel erg rekening gehouden met jullie gevoelens!”
Dit gaat niet goed. Rob pakt het compleet verkeerd aan, en Pien probeert wanhopig te verzinnen, hoe ze dit gesprek nog in goede banen kan leiden. Ze vraagt op kalme toon aan Jos waarom hij zich nu ineens zo anders gedraagt dan voor de vakantie.
Hij kijkt haar in opperste verbazing, maar ook met een blik vol minachting aan. Hij staat op. De tranen staan in zijn ogen.
“Jullie hebben echt geen idee hè? Maar het is allemaal jullie schuld! Eerst krijgt mijn vader een vriendin, en gaan mijn ouders scheiden. En nu ben ik net aan dit leven gewend, nou ja, een klein beetje gewend, en dan gebeuren er ineens dít soort dingen! Ik schaam me dood! Eerst schaamde ik me dood voor jou,” - een priemende wijsvinger richting Rob – “maar voor jóu schaam ik me helemaal dood!”
Pien kijkt haar zoon in opperste verbazing aan. “Maar… maar wát doe ik dan verkeerd?” stamelt ze.
“Ik word op school gepest, met een moeder als jij! Snap je dat dan niet? Pas geleden waren mijn vrienden en ik op zaterdagavond aan het stappen, en toen moest Pieter ineens heel erg hard lachen. ‘Moet je nou eens kijken,’ zei hij. ‘Dat wijf is echt zo dronken als de pest!’ En toen ik keek, zag ik dat mijn eigen moeder dronken op de fiets zat. Ja, jij! Je fietste gewoon stomdronken door de stad! En het ergste was nog, dat Bas, die laatst nog bij ons heeft gegeten, jou natuurlijk onmiddellijk herkende. ‘Dat is jouw moeder, Jos!’ riep hij. ‘Jemig, wat is dat mens dronken!’ Ik kan me op school niet meer vertonen. Mijn klasgenoten vragen steeds aan mij of ik lekker ben doorgezakt met mijn moeder. Of ik mijn moeder nog heb moeten oppikken uit de kroeg en dat soort dingen. En ik heb me kapot geschaamd op de camping, met die stomme Til! En op je verjaardag ook. Ik heb het helemaal gehad met jou! En ik wil ook niet meer bij jou komen. Als je dat maar weet!”
Compleet overstuur rent Jos naar boven, zijn ouders in verbijstering achterlatend. Pien voelt de tranen achter haar oogleden prikken. Rob kijkt haar misprijzend aan. “Nou, dat heb je mooi voor mekaar, Pien. Het lijkt me beter dat je nu gaat. We hebben het er nog wel over.”
Als Pien weer thuis is komen de tranen pas echt goed op gang. De hele avond had ze het idee gehad: ‘als ik thuiskom trek ik heerlijk die fles wijn open die ik vanmiddag heb gekocht.’ Maar ondanks haar verdriet blijft ze dit keer sterk. Want haar relatie met haar kind staat op het spel. En in bed denkt Pien: “Ik heb veel stommiteiten uitgehaald als gevolg van teveel zuipen. Maar het moet me nu echt lukken, voor de jongens. Nu stop ik écht!”
De volgende aflevering lees je hier.